A/N Bij deze wil ik mededelen dat Unfair is geselecteerd als een van de Watty winnaar in de categorie "spanning en thriller ". Ik ben hier natuurlijk super blij mee. En ik had dit nooit kunnen presteren zonder mijn trouwe lezers! Vandaar dat ik jullie even wil bedanken. En in het bijzonder AxelleRoovers
Omdat ik altijd zie dat zij de hoofdstukken liked. En soms een comment achterlaat. Die smalle woorden geven mij inspiratie om door te gaan. Bedankt daarvoor!
-*-*-*-*-*-*-*-*-Afspeellijst voor dit hoofdstuk:
- The boy main title- BearMcCeary
-Race to Resting Rock-James Newton Howard
-Optician-Fernando VelazquezWanneer ik mijn ogen weer open doe zit ik nog op precies dezelfde stoel. Maar de kamer is leeg. En de lichten zijn uit. Ik slik en kom omhoog uit mijn stoel. Ik besef me dat ik niet langer in mijn eigen wereld ben. Maar in dat wat Jody en Luca de wereld van het schaduwmonster noemen.
Ik moet niet bang zijn. Ik sta op en duw de deur van de kamer open. Op de gang zijn de lichten ook allemaal uit. Stilletjes loop ik over de gang naar de achteruitgang. Ik probeer geen geluid te maken. Maar ik weet dat de deur van de achteruitgang ontzettend veel kraakt. En aangezien alle stroom uit is, geloof ik niet dat ik via de elektrische ingang naar buiten kan. Dus ik moet wel via de achteruitgang.
Terwijl ik over de gang loop, laat ik mijn blik over de lege cellen glijden. Normaal gesproken zijn deze kamers allemaal gevuld met cliënten en komt er ook geschreeuw of gebons uit. Maar nu is het muisstil. En dat maakt het alleen maar akelige om hier in mijn eentje te lopen. Ik vraag me af of Luca hier ook is. Maar ik durf zijn naam niet te roepen. Omdat ik bang ben dat ik daarmee andere mensen of wezens aantrek.
Zodra ik aan het einde van de gang ben beland, en ik rechts af sla, zie ik de deur naar de uitgang. Ik versnel mijn pas en ren het laaste stuk naar de deur toe. Zodra ik de deur open. Klinkt inderdaad het krakende geluid. Wat nu ineens 20x luider aanhoort. Ik kan het geluid door de gangen horen echooen. Gevolgd door een duistere lach. Ik weet niet hoe snel ik naar buiten toe moet rennen. Maar in plaats van de parkeerplaats, beland ik ineens in een bos.
Ik sta er niet te lang bij stil en begin te rennen. Terwijl ik niet eens weet waarvan ik weg ren, en waar ik naar toe ren. Maar ik weet wel zeker dat als ik stil blijf staan, het ding wat mij volgt sneller bij mij zal komen. Daarom versnel ik mijn pas. Ik kom langs verschillende struiken en bomen, waarvan de takken tegen mijn gezicht schrapen. Mijn huid scheurt open door de scherpe dorens die langs mijn huid snijden, maar ik besteed er geen aandacht aan. Want ergens in het bos klinkt een stem. Het geluid geeft me hoop omdat ik zeker weet dat het niet Jody of Luca kan zijn en ook het schafuwmonster klinkt niet zo.
'Luca!' hoor ik de stem roepen. Maar ik ben het niet. Het is een vrouwelijke stem.
'Sphofas!' klinkt dezelfde stem.
'Kalmeer jezelf!'
Ik heb geen idee waar de stem vandaan komt. En ik begrijp ook niet goed waarom ze zegt wat ze zegt. Maar ik ben haar wel dankbaar. Want de chaos die nu gaande is moet echt ophouden. Ik word langzaam gek hier. Het idee dat ik ergens opgesloten zit in een of andere dimensie maakt me erg claustrofobisch. In de verte zie ik een bron van licht komen. Het trekt mij aan als een mot naar een lamp. Ik weet niet hoe snel ik er naartoe moet lopen. Alsof daar mijn anker is gestrand. Mijn reddende engel in al deze ellende. Ik ren zo hard als mijn voeten mij kunnen dragen naar het licht toe. Het is een vrouw. Een beeldschone vrouw. In een witte jurk, gemaakt van kant, wat op haar lichaam schitterde als een tweede huid.
Het lijkt wel alsof ze mijn aanwezigheid al gevoeld heeft. Ze draait zich naar mij toe. Een zwakke glimlach speelt om haar lippen. 'Kom hier. Je bent veilig bij mij' aarzelend loop ik naar haar toe. De gedachte dat het misschien een val kan zijn schiet door mijn gedachten. Maar als ik naar haar gezicht kijk kan ik dat gewoon niet geloven. Ze straalt een zekere onschuldigheid uit.
JE LEEST
Unfair 🔥 (Watty Winnaar)
Fiksi Umum"Wees niet bang, ik kan je hart hier horen kloppen" een scheve grijns klimt rond zijn lippen. "Wie ben jij?" is het eerste wat ik tegen hem zeg. Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Hij heeft zich net aan mij voorgesteld. De zenuwen breken langz...