Hoofdstuk 13

59 8 2
                                    

Oeps, 13, ongeluks getal, als dat maar goed gaat...

Daar zit ik dan.

In de bosjes verstopt. Kijkend naar het slachtveld om me heen.

Het slachtveld bestaand uit wolven, feeksen en vampieren.

Maar vooral wolven. Ongeveer alle wolven van mijn roedel.

Alleen de aanhangers van die rotzak leven nog. Dit is allemaal zijn schuld. Hij heeft namelijk een overeenkomst gemaakt met de koning en koningin van de feeksen. Hij zou zijn eigen roedel krijgen en hij beloofde hem dat ze nooit meer lastig gevallen zou worden door de weerwolven.

En natuurlijk wouden de vampieren ook graag mee werken. Als ik die rotzak toch eens te pakken zou krijgen...

Ik zie dat er midden op het slachtveld een paar mensen op hun knieën word gedwongen.

Het is mijn familie. Mijn ouders, mijn twee broertjes en mijn zus.

Ze worden op hun knieën gedwongen, terwijl die sukkel lachend naar ze toe loopt met een groot zilver mes in zijn handen.

Ik zie dat hij wat tegen mijn ouders zegt waarna hij zij  mes heft en in één beweging hem door het hart van mijn jongste broertje steekt.

Mijn moeder schreeuwt het uit en mijn vader probeert op te staan en hem aan te vliegen. Maar word gelijk weer op de grond gesmeten waardoor die klootzak keihard begint te lachen.

Het liefst zou ik die gast z'n kop om willen draaien, maar als ik nu uit mijn schuilplaats kom, betekent dat sowieso mijn dood.

Dan begint hij tegen hen te schreeuwen. ik vang uit zijn geschreeuw op dat hij wilt weten waar hun oudste zoon, ik dus, is. Maar  als antwoord spuugt mijn vader hem vol in zijn gezicht wat hem weer een klap in zijn gezicht oplevert. 

Die man vraagt het hem nog een keer op een dreigende toon met deze keer zijn zwaard tegen de hals van mijn andere broertje gedrukt. Maar mijn vader houd nog steeds zijn mond, wetend dat ze toch wel allemaal gedood zouden worden. Of hij nou wel of niet vertelde waar ik was.

Één voor één vermoord hij mijn familie tot alleen mijn vader nog leeft. Met tranen in zijn ogen maar met nog steeds een vastberaden en woedende blik kijkt hij de man aan. Recht in zijn ogen. Zelfs die man schrikt een beetje als hij geen enkel spoor van angst ziet en er zelfs een klein glimlachje op mijn vaders gezicht verschijnt.

Ik kan wel raden wat mijn vader nu tegen hem zegt want zijn gezicht word nog kwader, als dat nog kan. Hij laat mijn vader op pakken en een strop om zijn nek doen. Daarna laat hij hem aan een boom ophangen.

Het laatste wat mijn vader schreeuwt voor dat ook hij sterft is: 'Zoon! Waar je nu ook bent, zorg dat je zo ver mogelijk bij deze verschrikkelijk man vandaan komt en als de tijd komt ons zult wreken. Ik houd van je!'

En toen was hij weg...

POV Saphira
Ik schrik wakker uit de droom en schiet overeind, tenminste dat probeer ik. Want ik zit vastgebonden aan een stoel met mijn buik tegen de leuning aan en met een prop in mijn mond zodat ik niet kan gaan schreeuwen.

Ik probeer om me heen te kijken in het schemer donker maar zie niet veel meer dan een paar dozen in een lege ruimte. Waarschijnlijk een kelder want er schijnt alleen een klein beetje licht door een klein raampje boven in de muur.

Dan hoor ik ineens een donkere stem achter me. 

'Ik zie dat je wakker bent?' Concludeert hij meer dan dat hij het me vraagt, dus geef ik maar geen antwoord.

Ik hoor dat hij naar me toe komt gelopen en achter me gaat staan. Ik probeer om te kijken, maar direct krijg ik een harde klap tegen mijn wang.

'Als ik jou was zou ik dat niet nog een keer proberen, kreng. Buitenstaanders komen hier niet. Dus wat doe jij hier?' Vraagt hij me. Maar ik kan niet antwoorden met die prop in mijn mond dus probeer ik dat ook niet. Zuchtend haalt hij de prop uit mijn mond nadat hij me gewaarschuwd heeft niet te gaan gillen.  

'Nou vertel op. Wat doe jij hier.' 

'Ik ben hier gewoon.' Antwoord ik hem brutaal wat me alleen wel nog een klap oplevert. 

'Als ik jou was zou ik niet zo brutaal doen kreng.' Sist hij in mijn oor. 'Misschien moet ik jou maar even manieren leren.' Zegt hij voordat hij wegloopt om iets te gaan pakken.

Als hij terug komt voel ik van achteren een flinke hitten op me afkomen. Maar veel tijd om daar over na te denken heb ik niet. Ik voel dat hij mijn shirt bij mijn rechterschouder op mijn rug weg scheurt en er met zijn ruwe handen overheen glijd.

'Ik vraag het je nog één keer, wat doe jij hier?'

'Ik ben hier gewoon op bezoek ja. Kan je me dan nu laten gaan?'

'Hahaha! Denk je nou echt dat ik je geloof? Zo'n iemand als jij is hier niet "gewoon." Ik weet zeker dat jij wat in je schild voert. Dus vertel op. Wat. Doe. Jij. Hier. Echt.' Vraagt hij voor de duizendste keer.

Ik begin nu wel een beetje bang te worden. Maar ik ga hem echt niet vertellen over mijn zelf verzonnen missie. Wie weet wat hij dan gaat doen. Dus geef ik hem weer het zelfde antwoord.

'Ik ben hier gewoon op bezoek, verder niet.'

'Wat jij wilt kreng. Dan moet je het zelf maar weten.' Zegt hij waarna hij iets in mijn rug duwt wat voelt als een soort mini spijker mat. En dat is niet het enige, de honderden spijkertjes zijn ook nog eens bloed heet!

Een gruwelijke pijn verspreid zich door mijn lichaam en ik gil het uit van de pijn. De man begint hard te lachen om mijn pijn. Hij vind het duidelijk leuk als mensen pijn hebben.

Hij duwt de spijkertjes nog even wat dieper in mijn rug. Voordat hij ze er dan uiteindelijk uithaalt. Gelijk voel ik het bloed uit de honderden wondjes lopen.

Ineens begint hij het bloed weg te vegen met een nat doekje en maakt hij de wondjes schoon. Ik vraag me gelijk af waarom hij dat doet maar dat word me al gauw duidelijk. Hij pakt een busje met een soort poeder er in en giet dat over de wondjes heen zodat het zich vermengt met het nieuwe bloed wat uit de wondjes komt.

'Zo, met dit poeder zal deze wond voor altijd een duidelijk litteken blijven zodat iedereen weet dat je niet te vertrouwen bent.'

'Waarom ben ik nou weer niet te vertrouwen?!' Vraag ik hem met nog steeds tranen in mijn ogen van de pijn.

'Dat weet ik niet precies, maar ik weet wel dat het zo is, dat voel ik gewoon. En je kan je misschien voordoen als een onschuldig klein meisje, maar ik weet dat je wat in je schild voert. En met dit teken zal niemand je ooit helemaal vertrouwen.'

'En waarom dan wel niet.'

'Omdat het het teken is van de Zielenstelers.'

~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~

Hallo allemaal!!!

Dit is de vervroegde update voor Hemelvaart. Ik ben dan, Namelijk op kamp en kan dan niet verder schrijven of publiceren.

Maar nu over het hoofdstuk. Hmmm... Zielenstelers... Dat klinkt niet echt bepaalt vrolijk. En die droom van haar was nou ook niet echt bepaald vrolijk. Of zou het misschien meer een soort visioen zijn, of iets dat zich vroeger heeft afgespeeld of zo.

Ik zou graag al jullie theorieën en zo willen horen, en laat vooral weten wat je er van vond en als je ergens een spelfout of iets anders dat fout is ziet staan laat het me dan vooral weten, dan kan ik het zo snel mogelijk veranderen.

Liefs Veronique!!! 😘

Het Geheim Van... Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu