Hoofdstuk 14

66 5 0
                                    

Er was minstens een maand verstreken. Mijn Gave beheerste ik uitstekend. Ik kon alles. Ik had mijn vaders boek nog eens gelezen. De dingen die erin stonden over het gebruik van je Gave beheerste ik. Het bleek dat ik de Gave van mijn vader had geërfd. Het was iets bijzonders en kwam niet vaak voor. De Gave zelf dan. Ik had mij aangesloten bij het team, maar deed nog niet mee aan hun opdrachten. Samen met Nova was ik naar een gebouw aan de andere kant van het gebied geplaatst. Ik had geen contact meer met de 'beginners' want ik kreeg allee trainingen met de besten. De trainingen waren zwaar. Nog zwaarder dan die daarvoor. Iedere dag was ik uitgeput, maar het was het waard. Ik wist dat ik sterker was en nog meer zelfvertrouwen had gekweekt. Dat had ik al, maar ik wist nu zeker dat ik de bevolking uit mijn eigen land aan zou kunnen. Mijn eigen mensen. Nog een week of twee en ik was klaar voor het echte werk. Ik hoorde dan officieel bij het team. Wat dat inhield wist ik nog niet, maar daar zou ik snel genoeg achter komen.

Het was zaterdag. Voor de meeste mensen betekende dat vrij, maar ik had vandaag gewoon training.

"Snap je het niet?!" Schreeuwde Hunter. Ik had verwacht dat hij wat vrolijker zou zijn omdat ik het gevoel had dat ik het juist goed deed. "Wat!" Snauwde ik. "Je kan beter veel kleine afvuren dan één grote. Meer kans om te raken." "Ik stop." Zei ik. "Stoppen is geen optie." Riep Hunter. Ik liep naar hem toe en ging voor hem op de grond zitten. "Zit." Zei ik. Wonder boven wonder liet Hunter zich naast mij neer zakken. We waren in de periode dat hij mij intensief trainde dichter naar elkaar toe gegroeid. Vriendschappelijk.... ofzo. "Vertel mij heel precies wat je dwars zit." Beval ik. Hunter twijfelde. "Hier?" Ik keek om mij heen. "Nee, kom." We liepen uiteindelijk naar zijn kamer. Ik had geen idee wat ik moest verwachten van een kamer van de directeur, want laten we eerlijk zijn, hij was nog steeds de directeur. "Verwacht niet veel." Bromde hij. Ik stapte naar binnen. De muren waren zwart. Het bed was zwart en de masten waren zwart. Er hing één groot schilderij boven zijn bed. Nogal abstract. Net zoals in zijn kantoor. "Zit." Ik gebaarde naar zijn bed. Zelf pakte ik een stoel erbij. "Waar ben je bang voor." "Nergens." Antwoordde hij bot. "Leugen, je bent bang dat je verliest en je team de dood inleid." Hij slikte. "Je denkt dus dat wij allemaal roekeloos zijn en niet nadachten voordat we meededen met het team." Langzaam knikte hij. "Iedereen heeft over zijn keus nagedacht en iedereen doet het met een rede." Zei ik. "Zo, nog iets?" Ik zag Hunter twijfelen. "Nee niks." Antwoordde hij. "Alweer een leugen." "Hoe weet...." "kom op ik ken ja al langer dan vandaag." Hunter knikte. "Waarschijnlijk weet je het niet, maar ik heb een broer." Verbaasd keek ik hem aan. "Verrassing, maar wat is daarmee?" "Hij is de troonopvolger en nogal agressief en moordzuchtig." Oh. "Waarom doet hij niks tegen je vader?" Vroeg ik. "Ze delen dezelfde ideeën." Antwoordde Hunter. "Dan stoten we ze toch beide van de troon?" Vroeg ik gemakkelijk. "Dat betekent.... dat ze beide dood moeten." Hunter slikte. Ik zou zweren dat ik den traan zag. "Maar je houdt van ze." Constateerde ik. "Ja...." "Genoeg om ze door te laten gaan waarmee ze bezig zijn?" "Hoe weet je dat ze ergens mee bezig zijn?" "Een betere vraag hoe weet jij dat." "Spionnen." Fluisterde hij. "Vandaar dat je een team samenstelt." Hij knikte. Het werd stil in de kamer. "Maar kàn je ze niet vermoorden of dùrf je ze niet vermoorden?" "Ik. Ben. Niet. Bang." Zei Hunter bloedserieus. Hij wilde dus wel en met een sterk team likt dat ook wel. Een of andere gedachte kwam binnen. Zou mijn vader nog steeds leider zijn. Zou hij dood zijn of zou mijn broer zijn taak overgenomen hebben? "Je vader is nog leider. Ze hebben afspraken gemaakt dat je broer zijn taak overneemt als...... je vader dood is." Ik keek hem aan. "Dan wil ik afscheid nemen nu het nog kan." "Dan ga ik mee." Zei Hunter. "Het is misschien verstandig dat de rest van het team ook mee komt. Dan zijn wij alvast ter plaatste mocht de oorlog doorbreken." Ik knikte twijfelend. "Er is een leegstaand gebouw in de buurt van Ilona." Zei ik. "Daar kan iedereen overnachten terwijl ik mijn ouders bezoek en wachten tot de oorlog begint." Dit klonk zo vreemd. "Het is juist een goed idee." Zei Hunter. Oh ja. Gedachtenlezen. "Laten we er meteen werk van maken."

"Dus waar ligt dat gebouw?" Vroeg Hunter. We waren naar zijn kantoor gelopen en begonnen plannen te maken. Hunter had mij verteld dat de oorlog niet zomaar iets was en dat het serieus iets groots zou worden. Natuurlijk wilde de vader van Hunter meer macht en mee land. Wat was nou een beter land dan een land wat een hoofdstad is? Dat is ongeveer hetzelfde als twee vliegen in één klap. Ik had hem op mijn beurt weer over dat afgeluisterde gesprek verteld en kleine details die ik nog wist van Ilona. "Hallo!?" Vroeg Hunter terwijl hij een pen in mijn handen duwde. Ik keek nu pas op de kaart. "Ik denk ergens hier" zei ik terwijl ik een plekje in het bos omcirkelde. "We moeten ons goed voorbereiden met wapens en kleding." Zei hij. Ik knikte. Dat was wel zo verstandig. "Gaan we eigenlijk te paard?" Vroeg ik. "Ja."

Het was lachwekkend om mij te zien. Dat wist ik zeker. Ik had in heel mijn leven nog nooit een paard zelf bereden. Ooit had een of andere docent mij geprobeerd te leren paardrijden, maar ik bakte er toen al niks van. Ik voelde mij een zak aardappelen en hobbelde maar mee. We waren een dag of twee verder en Hunter probeerde mij nog steeds te leren paardrijden. Ik vond het vreselijk dat mijn krachttraining en Gave training werden ingeruild voor paardrijlessen. Hij had mij nogal uitgelachen toen ik opbiechtte dat ik niet kon rijden. Nu kan hij het zelf zien. Dacht ik grimmig. "Beweeg dan ook met je paard mee." Riep Hunter. "Doe ik toch!" Riep ik geïrriteerd. "Nee, voel je een met je paard, nu beweeg je op de een of andere wonderbaarlijke wijze tegen je paard in ." Ik zuchtte. Dit kon nog wel eens een lange dag worden.

Vermoeid schopte ik mijn rijlaarzen uit. Hunter had mij sinds de eerste week al een soort uitkering gegeven. Of zakgeld. Ik had hem om en baantje gevraagd, maar werken vond hij voor een van de besten absoluut niet passend. Dankzij het geld kon ik nieuwe dingen kopen, waaronder paardrijlaarzen. Ik had het naar mijn zin op de pijnlijke kont na dan. Dat zadel voelde als een blok beton. Gelukkig had ik naar de tips van Hunter geluisterd en kom ik mij eindelijk ontspannen op een paard. Ik kon niet wachten als ik sneller mocht rijden. Ik hield namelijk meer van tempo maken dan van een slakkengang. Ik zou vanavond met Nova in hèt restaurantje eten waar ik zo ongeveer elke dag eet. Over Nova gesproken, ze heeft nu een serieuze relatie met die Leo. Heel gezellig. Vooral als ik bij ze in de buurt ben. Hoezo derde wiel aan de wagen?

"Hey Kyra, klein probleempje..." begon Nova. Ze stond in de deuropening van mijn kamer. Ik keek haar vragend aan. We zouden over een kwartiertje naar het restaurant gaan. "Ik heb met Leo afgesproken." Zei ze verontschuldigend. Ik keek haar aan. "Dus ik moet hier blijven en je gaat met hem?" "Eigenlijk wel... Ik had een dubbele afspraak voor vandaag." Ik keek haar aan. Ik wist dat Leo echt wat voor haar betekende en dat dit de serieuste relatie was die ze ooit heeft gehad. Ik haalde mijn schouders op. "Ga maar, ik eet zelf wel wat." "Dankje schat." Daarna liep ze weg. Wat moet je ook met een verliefde vrouw? Zuchtend draaide ik mij om. Koken werd het niet. Dat was duidelijk. Het eten in de aula was of op of de aula was dicht. Ik liep mijn eigen keuken binnen en zocht naar iets van koekjes. Maar ik kon niks vinden... NOVA!! Zij had sowieso alles opgegeten. Misschien had ik gewoon wat kant-en-klaarmaaltijden mee moeten nemen. Het was nu rond achten. Dat betekende dat de winkels nog een uurtje open zouden zijn. Lang dacht ik niet na, maar liep direct mijn kamer uit op naar het eten.

Ik kwam in deze winkel bijna nooit. Alleen voor lekkere dingen zoals koekjes en chocola dan. Ik liep regelrecht op de kant-en-klaarmaaltijden af en pakte mijn armen vol aan voedsel. Nog even afrekenen. Ik beende naar de kassa, maar er kwam een winkelwagen ons de hoek. "Pas..." te laat. De wagen was al tegen mij opgebotst wat ervoor zorgde dat alle maaltijden op de grond vielen. "Kijk dan ook...." "Hey Kyra." Riep Hunter. Ik keek de dader aan. "Hey." "Sorry, maar ik heb haast." Zei hij. "Ik ook." Antwoordde ik. Ik keek naar zijn wagen. Hij was halfvol met nog maar alleen huishoudelijke dingen. "Zozo." Zei Hunter. Ik keek hem vragend aan. "Lekker maaltijdje?" Grinnikend keek hij naar de bakjes op de grond en bukte zich. Samen raapten we ze op en gooiden ze in zijn wagen. "Ik betaal wel." Zei hij. Ik knikte. "Wat moet je hebben?" Vroeg ik. "Nou, dit." Antwoordde hij terwijl hij een briefje tevoorschijn haalde. Een lang briefje. "Zo veel?" "Ja dat wilde de kokkin." Antwoordde hij. "Kom ik help wel." Ik rukte het briefje uit zijn handen. "Ze heeft veel voedsel nodig." Ik scande het briefje. "Ja klopt, maar bij sommige producten heb ik geen idee wat ze bedoelt." Ik keek naar de benodigdheden. "Laten we maar beginnen met fruit." Riep ik en liep naar de fruitafdeling.

Kyra - (Compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu