Hoofdstuk 23

68 8 0
                                    

Toen ik net op de bank zat begonnen de vragen. Caiden was naast mij komen zitten en mijn vader aan de andere kant. Op een paar bijgeschoven stoelen zaten Hunter, Sam en Niels. "Begin." Gebood mij vader. Ik slikte. Ik kon aan de blik in zijn ogen zien dat hij het absoluut niet vond kunnen dat ik weggelopen was. Ik zuchtte. "Ik wilde niet trouwen." Mijn moeder schrok. "Ach meisje toch, dat is toch niet zo een groot probleem? Het is een gebruik!" "Dat weet ik ook wel, maar niemand zou mij accepteren." "Je hebt je Gave toch!" Riep Caiden uit. Hij wist natuurlijk dat ik een Gave had. Ik had het per slot van rekening nog tegen hem gezegd. Ik knikte. "Ik had mijn Gave dan misschien wel ontdekt, maar....." "Je wist al dat je een Gave had?!?!" Schreeuwde mijn vader. Verschrikt keek ik hem aan. De blik in zijn ogen deed mij rillen. Zo kil. Ik slikte en knikte toch maar. "Dat boek heb je dus ook mee genomen!" Constateerde hij mij meer dan dat hij vroeg. Weer knikte ik. Stelen was een van de dingen waar je zwaar gestraft voor kon worden. "Dus dat geld had je ook mee genomen." Fluisterde mijn moeder. Ik keek weg. Dat vatte mijn moeder op als een ja. Mijn vader keek zwijgend, boos voor zich uit. Mijn moeder leek meer verslagen. "Wat doe je dan hier?" Sprak mijn vader monotoon. Met een ongelukkig gezicht keek ik Hunter aan. Hij begreep de hint. "Mag ik mij misschien even voorstellen?" Vroeg Hunter. Mijn vader keek hem met veel gezag aan. "Hunter Easton is de naam." Zei hij. Hunter leek niet onder de indruk van mijn vaders blik. "De school waar je leert om te gaan met je Gave behoort tot mij." Sprak hij langzaam uit. Mijn vader leek niet onder de indruk. "Ik ben de zoon van Xander Rash." Mijn vader was direct alert. Je zou kunnen zeggen dat hij een aanval/verdedigings positie aannam. Ik had meneer Rash wel eens ontmoet in tijden van voorspoed. Meestal tijdens een vergadering. "Easton dus..." mijn vader vertrouwde het weer eens niet. "Een levensverhaal is misschien niet toepasselijk." Begon Hunter. "Maar op een gegeven moment besefte ik dat het in Esra er niet zo aan toe ging zoals zou moeten." Mijn vader kuchte. Hunter vervolgde zijn verhaal. "Ik ben geen troonopvolger, dus besloot ik weg te gaan en mijn naam naar North te veranderen." De blik in mijn vader zei een ding: zwak. "Ik heb een school opgericht, met onder andere als doel sterk terug te komen." "Een leger starten." Zei mijn vader. Hunter knikte. "Actie ondernemen." Zei Hunter. Verbaasd keek mijn vader hem aan. Ik glimlachte naar Hunter. Gedachtenlezen? Lichtjes knikte Hunter, zoadat ik het alleen kon zien. "Actie ondernemen om mijn vader te stoppen. Evenals mijn broer, de troonopvolger." "Ik snap niet wat je punt is." Zei mijn vader. "Een oorlog voorkomen en regels aanpassen." Antwoordde Hunter op een toon die liet merken dat hij er wel een beetje klaar mee was. "Waarom zoutje regels aanpassen?! Jullie hebben als." Hunter lachte. De reactie van mijn vader vond ik laag. "Nee. Ooit gehoord van het woord schijn?" Hij liet mijn vader niet antwoordde en sprak verder. "De meeste mensen in Esra zijn arm. Ze worden verborgen gehouden voor de buitenwereld." Mijn vader streek over zijn stoppelbaardje en knikte. "Het is dus waar." Mompelde hij in zichzelf. Hunter knikte. "Ik heb ook spionnen ingeschakeld." Verward keek mijn vader Hunter aan. "Je leest gedachten." Constateerde mijn vader. Hunter knikte lichtjes met zijn hoofd. "Je plan?" Veranderd hij van onderwerp. "Met een sterker team eerder aanvallen, een oorlog komt toch wel."  Weer knikte mijn vader. Hij zag er vermoeid uit. Hij had grote wallen onder zijn ogen en er meer rimpels bij gekregen. Hij zuchtte. "Bespreek dit maar met Caiden." Daarna stond hij op en liep de kamer uit. Caiden stond op. Volg mij maar. We liepen met zijn vijfen achter Caiden aan. Hij liep naar de vergaderruimte. "Kyra." Snikte mijn moeder. Ze trok mij mee en veegde met een vlugge handbeweging haar tranen weg. "Ga maar alvast." Sprak ze met een zachte stem tegen Caiden. Die knikte. Ze trok mij mee naar de woonkamer terug. "Lieverd." Ze trok mij tegen zich aan en knuffelde mij fijn. Een kus kreeg ik tegen mijn wang aan gedrukt. "We hebben je zo gemist." Ik knikte. "Je vader en Caiden ook. We waren ziek van de zenuwen. We dachten dat..... je dood was." Nu was het mijn beurt om mijn moeder te knuffelen. "Je hebt je Gave." Fluisterde ze in mijn oor. In haar blik stond geluk. "Vuur." Ze knikte. "Het zag er geweldig uit, hoe je binnen kwam. Jij ziet er geweldig uit." Ze veegde een opkomende traan weg. "Je ziet er zo sterk en zelfverzekerd uit." "Je moest eens weten." Grinnikte ik. Dat leverde een nieuwe traan bij mijn moeder op. "Lieverd er is iets dat ik aan je wil vragen...." "Wat?" Vroeg ik. "Weet je wat soule mate betekent?" Ik schudde weifelend mijn hoofd. "Er werd over gepraat...." zei ik. Mijn moeder knikte. "De meeste mensen vertellen dit als hun kinderen achttien zijn." Langzaam knikte ik, waar ging dit gesprek heen? "Maar bij ons verliep het anders." Weer knikte ik. "In de meeste koninklijke families, of waarin de man een leidend beroep heeft, worden voor de kinderen een geschikte partner uitgezocht. Meestal vóór hun achttiende." Mijn moeder nam een adempauze. "Want vanaf je achttiende heb je de mogelijkheid om je soule mate, ook wel je zielsverwant te vinden." Langzaam knikte ik. Zielsverwant dus. "Niet elke man is een goede kandidaat voor het leiderschap." Ik besefte mij dat mijn ouders een geschikte kandidaat voor mij en mijn broer hadden gezocht omdat ze bang waren dat we een ongeschikte soule mate zou vinden. "Vandaar de nood naar een geschikte kandidaat." Mijn moeder knikte schuldbewust. "Hoe weet je of je hem gevonden hebt?" Vroeg ik. Ik ging alle mannen af die ik ooit had gezien. Geen speciale gevoelens. Allen voor Kay een poosje. Ik wist eigenlijk niet of dat gevoelens waren of lust was. "Door de eerste keer dat je de man kust." Ik keek haar aan. "Heb je hem al gevonden?" Ze keek mij verbaasd aan. Voordat ik kon antwoordde riep mijn moeder: "Het is Hunter!" Nu was het mijn beurt om haar vreemd aan te kijken. "Ik zie wel hoe jullie naar elkaar kijken." Ik schudde mijn hoofd en stond op. Ik opende de deur. "Mam, ik heb nog nooit iemand gezoend." Daarna stapte ik de slaapkamer uit en liet mijn moeder alleen achter.

Ik wist niet zo goed wat ik zou doen. Ik besloot om maar eens een kijkje te nemen in de vergaderzaal. Voor de deur van de zaal stond de vrouw van Caiden. Luna. Nu Luna Easton. "Je kan niet naar binnen." Ik keek haar aan. En dat bepaalde zij? Ik liep gewoon langs haar heen. "Ik zei, je kan niet naar binnen!" Woest keek ik haar aan. "En waarom dan niet!" Riep ik. "Weet ik veel, dat hebben ze niet gezegd." Vermoeid wreef ze over haar gezicht. "Je wil niet weten in wat voor hel jouw ouders hebben geleefd. Ook je broer was er vreselijk aantoe." Ik keek schuldbewust weg. "Kom, dan gaan we even zitten." "Ik praat niet." Antwoordde ik vurig. "Hoeft ook niet."

Even later plofte ik op de bank. Naast mij kwam Luna moeilijk zitten. We hielden ons stil voor een lange tijd. Er werd geen woord gezegd. Alleen een beetje gestaard en nagedacht. Ze zuchtte een keer. Ik keek haar aan. Iets in haar ogen deed mij denken dat ze zich ergens zorgen om maakte en maar al te graag wilde dat haar man wat meer aandacht aan haar besteedde. Ik kon er maar een ding uit opmaken. "Je bent zwanger." Met open mond staarde ze mij aan. "Hoe....hoe weet je dat?" "Voorgevoel." Een schot in de roos. Ze barste ik snikken uit. Toch geen shot in de roos. Troostend sloeg ik ongemakkelijk een arm om haar heen. "Hoe lang al?" Snikkend antwoordde ze dat ze al een maand of twee zwanger was. "Weet Caiden het?" Ze schudde haar hoofd. "Waarom niet?" Als ik zwanger zou zijn, zou mijn mam het direct te horen krijgen. "Ik ben bang." Antwoordde ze. "Bang dat hij mij in de steek laat, gedood wordt of dat hij teleurgesteld gaat zijn." Ik schudde heftig mijn hoofd. "Hij is dolgelukkig met jou. Weet je niet hoe blij hij gaat zijn met een kind?" Ze staarde twijfelend voor zich uit. "Geloof mij nou maar." "Hij heeft het zo druk." Zei ze. "Maar ik weet zeker dat hij tijd voor jou vrij kan maken." Ze legde een hand op haar buik. "Wacht niet langer." Zei ik tegen haar. Ze knikte. "Ik vertel het deze week nog." "Je vertelt het vanavond." Riep ik resoluut.

Kyra - (Compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu