Hoofstuk 20

51 5 0
                                    

"Ik wens jullie allemaal veel succes en ik zie jullie over ene tijdje!" Klonk de stem van Hunter. Ik reed naast Nova en achter Hunter. We werden uitgezwaaid door de hele school. We kletsten een beetje over alles en nog wat. Ik had zo een gevoel dat het een lekkere reis zou worden. Beetje relaxt kletsen. Nova veegde een traan weg. "Je ziet hem binnenkort." Zei ik troostend. Althans, ik probeerde te troosten, maar op een paard ging dat niet echt soepel. De groep was groot. We reden met zo een vijftig man. "NOVA!" Klonk een mannenstem. Ik draaide mij om naar het geluid. Fuck. "Schatje!!" Riep Nova blij naast mij. Leo. Hij kwam aan gegaloppeerd. "Hey." Glimlachte ik nep. "Lieverd, ik mag mee." Riep Leo, mij totaal negerend. Oh wat voelde ik mij jaloers. "Kyra." Het was Hunter die mij naam riep. Ik ging naast hem rijden. "Jaloers op Nova?" Vroeg hij. Verbaasd keek ik hem aan. "Nee." Zei ik bars. Hij lachte. "Waarom heb je hem mee laten gaan." "Heb je een hekel aan hem?" Vroeg Hunter verbaast. "Nee, maar ze doen alleen maar vervelend en negeren mij." Zei ik terwijl ik voor mij uit keek. De weg werd smaller. Een bomenrij kwam al in zicht. Je moest dicht naast elkaar rijden, om nog enigszins op het pad te blijven rijden. Ik keek achterom. Het was een lange stoet. De meeste mensen kende ik wel. Of in ieder geval ooit gezien of gesproken. "Je hebt mij." Zei hij knipogend.

Het werd donker. "Misschien moeten we ergens gaan slapen." Zei Hunter. Ik knikte. Ik was moe. We besloten om in een veldje te gaan slapen, dat werd omringd door een paar bomen. "Hier blijven we!" Riep Hunter. Je hoorde een beekje stromen. Water voor de paarden. Mooi zo. "Stap maar af." Grinnikte Hunter. Ik zat als een van de weinige nog op mijn paard. Ik slingerde mijn voeten naar een kant. "Eh ja...." "Kom ik help wel." Opperde Hunter. Hij hield mij vast en ik liet mij naar beneden zakken. "Je kan veel, maar paardrijden kan je niet." "En bedankt he." Zei ik terwijl ik hem plagend een duw gaf. "Tenten opzetten!" Riep Hunter boven het geluid van de menigte uit. Iedereen begon als een geoliede machine de tenten op te zetten. Ik had net mijn tent uitgepakt toen Nova naar mij toe kwam om te helpen. "Eindelijk." Zei ik en duwde een tentstok in haar handen. "Ehm, Kyra." Nova keek mij twijfelend aan. "Ja, ik weet ook niks van tenten af." Beantwoordde ik haar blik. "Eigenlijk, kunnen we niet samen in een tent. Vragend keek ik haar aan. "Het zit dus zo, ik ga met Leo slapen." "Oh." Antwoordde ik. "Geef die stok dan maar hier." Ze gaf hem aan mij. "Leo en ik slapen in deze tent." Meteen liet ik de tent los. "Hoezo?!" Vroeg ik aanvallend. "Leo en ik hebben geen tent." "Ik anders ook niet." "Maar, jij kan wel ergens anders slapen." Gefrustreerd liep ik weg. "Je snapt het wel als je je soule mate hebt gevonden." Verbaasd draaide ik mij om. "Soule mate?" "Eh, niks, gewoon je vriendje." Ik draaide mij om en beende kwaad weg. Ik griste het boek van mijn vader uit mij zadeltas en rende naar een boomstronk die ver weg van de tenten lag. Ik had ooit iets gelezen in het boek over soule mates, dacht ik. Ik bladerde er doorheen. Ik kon niks vinden. Vreemd. Moe en geïrriteerd liep ik terug. Waar moest ik slapen? Wat mij betreft was er maar een optie. Nou eigenlijk twee: nummer 1 in het gras liggen en nummer twee Hunter smeken. Ik wilde niet in het gras liggen. Dus was nummer twee de enige optie. Ik ritste de tent van Hunter open. Het was de grootste tent. Hunter zat op zijn knieën in zijn bed, maar er was genoeg ruimte om te staan. "Ahm." Kuchte ik. Hunter keek verbaasd op. "Oh Hey Kyr, wat kom je doen?" "Slapen." Antwoordde ik. Hij knikte. "Niet met Nova?" "Leo." Gromde ik. Hij schoof een stuk opzij. "Leg je matje hier maar neer."

Even later lag ik op het matje in de tent van Hunter. "Hey, ik heb ene vraagje." Begon ik. Ik kon het niet uitstaan dat ik niet wist wat het betekende. "Vraag maar raak." "Wat betekend soule mate?" Vroeg ik aan Hunter. Hunter zat rechtop ik bed. "Soule mate?" Vroeg hij verdacht. "Ja." "Geen idee. Wie zei dat?" "Nova, maar wat betekend het?" "Geen idee." Daarna draaide hij zich om en hield zijn mond. Ik legde mijn hoofd ook neer. Iedereen liet mij in de steek. Vandaag in ieder geval. Ik voelde mij zwak. Misschien deed een avondje slapen mij goed.

Ik werd wakker van het geroezemoes buiten. Etensgeuren dreven mijn kant op. Ik opende mij ogen en keek om mij heen. Hunter was weg. Ik voelde mij nog steeds niet echt mijzelf. Moeizaam stond ik op en liep naar buiten. "Ha, Kyra." Riep een man. Het was Youri. "Hey." Riep ik terug. "Wil je wat voedsel pakken voor mij?" "Doe ik, zie je zo." Ik had een plan in gedachten. Ik zou mijn frustraties even gaan uiten.

Op een veilige afstand van het kamp, maakte ik een vuurbal. Toen ik hem groot had, besefte ik dat het niet echt verstandig was om hem af te vuren. Ik besloot om hem weer kleiner te maken. Toen de bal verdwenen was, liet ik alle energie door mijn lichaam stromen. Dit voelde goed. Binnen een aantal seconden lichtte mijn huid rood gloeiend op. Heerlijk. Kleine vuurballetjes liet ik dansen op mijn hand. Ik werd er op slag vrolijker van. Na een paar kleine oefeningetjes besloot ik om Youri weer op te zoeken.

"Dus, toen rende dat beest weg." Vertelde Youri zijn verhaal tegen een of ander meisje. "Hey Kyra, hier wat brood." Zei hij terwijl hij wat in mijn handen stopte. Ik nam een hapje. "Dankje. Dat beest was trouwens een konijn." Glimlachte ik terwijl ik mij omdraaide en weg liep. Op naar de tent. Ik zou nu alvast wat spullen inpakken.

Ik wilde net de tent open ritsen toen ik de stemmen van Hunter en Nova duidelijk hoorde. Hunter klonk niet heel vrolijk. "Je waagt het er nog eens over te hebben." Gebood hij haar. "Het ging perongeluk." Hoorde ik Nova wanhopig zeggen. "Waarom weet ze het niet?" Vroeg Nova twijfelend. "Waarschijnlijk vanwege haar ouders." Ging dit over mij? "Beloof het." "Ik, Nova, beloof het nooit meer over een soule mate te hebben." Verbijsterd bleef ik staan. De rits nog ik mijn hand. Hij wist dus wel wat het betekende! Ik ritste de tent woest open en sprong naar binnen. "Hoezo zei je gisteravond niks!" Riep ik. Verschrikt keken Nova en Hunter mij aan. Hunter keek betrapt. Nova wierp een vluchtige blik op Hunter. Hij knikte. "Ik moet gaan." Zei ze en liep snel langs mij heen. "Ik wacht op antwoord." Riep ik tegen hunter. Hij keek twijfeldend voor zich uit. "Ik ben niet degene die dat hoort te vertellen." Zuchtte hij uiteindelijk. "Wie dan wel?" "Je ouders." "Waarom weet ik er niks van." "Hoe moet ik dat weten?" reageerde hij heftig. Ik keek hem woest aan. Daarna beende ik naar mijn matje toe, rolde hem op en liep weg.

Weggaan
Paard Kyra weg - Hunter
Leo toch mee

Kyra - (Compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu