Hoofdstuk 19 ; Het drakendomein

16 0 0
                                    

Het was terug ochtend geworden en werd dus wakker. Ik voelde de hitte van de komende dag al aankomen, het was plezierig. Omdat ik het te warm had in mijn wolvengedaante, transformeerde ik naar mijn volledige drakenvorm. Het werd al direct wat minder warm, ik hoopte dat Hazelhart het goed stelde. Ik wist niet echt perfect wanneer ik zou terug gaan, maar dat ging ik nog wel zien. Ik had nog geen zin om te vliegen, dus liep ik maar over de grond. Ik had wel al een paar draken horen brullen dus ik was op mijn hoede. Er vloog juist een *ijzige-windvlaag boven mij, gelukkig had hij me niet gezien. Maar toen hoorde ik een gebrul, en voelde dat er iets aan mijn poten bast zat. Ik keek naar beneden en zag het al, vier grote ijsblokken aan mijn poten. Zodat ik niet meer kon verder lopen, ik hoorde het gebrul opnieuw. Maar nu dichterbij. 'Wat doe jij hier' vroeg een mannelijke stem. Hij landde net voor mij, ik zag zijn mooie gestalte en zijn diepblauwe ogen. 'Ik ben op zoek naar iets' treuzelend keek ik recht in zijn ogen. Hij keek op dat moment ook in mijn ogen, hij was plots een stuk vriendelijker geworden. 'Kom maar mee' zei hij uiteindelijk. Hij schoot in de lucht en ik volgde hem, ik zag direct allemaal verschillende draken naar een bepaalde plaats vliegen. Maar wij gingen juist de andere kant op. 'Waar gaan we naar toe' vroeg ik toen we al een tijdje aan het vliegen waren. 'Naar de alpha' antwoordde hij terug. Verder bleef ik zwijgen, toen het zonshoog was waren we er eindelijk. Het was een grote open plek net zoals bij ons maar dan van een zwarte koude steen. 'Wie vind het zo nodig om mij te storen' brulde een draak naar ons. Doordat zijn stem zo laag was schatte ik dat hij heel oud en groot was. En blijkbaar was het ook zo, er kwam een grote gestalte uit de grot vandaan. 'Ik heb iemand mee, alpha' hij buigde toen hij dat zei. Als teken voor respect, hij keek me aan om te zeggen dat ik dat ook moest doen. Ik boog en ging weer recht zitten. 'Ijswind, wie heb je mee gebracht' brulde de draak terug. 'Ik heb haar gevonden op de terugweg, alpha', zei Ijswind tegen zijn alpha en fluisterde toen tegen me,' je ruikt naar wolf.' 'Ik ben dan ook een wolfdraak slimbo' fluisterde ik terug. De alpha draaide zich om en liep weer weg, ik toonde aan dat hij me moest volgen. Ik transformeerde naar een wolf, ik zag de verbazing in zijn ogen. en transformeerde terug naar een draak omdat ik het te warm kreeg. 'Maar hoe dan' hij keek me aan toen hij dat zei. Ik legde hem uit dat mijn vader een wolf was en mijn moeder een draak. Hij toonde waar hij woonde, hij woonde in een groot nest genoeg voor twee draken. Hij had gezegd dat ik hier nog een paar dagen moest blijven en dat ik bij hem mocht overnachten. 

WolfgangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu