Hoofdstuk 21 ; Moerasclan

11 0 0
                                    

Eenmaal ik hem wat had rondgeleid in het kamp riep ik Hazelhart ook tot ons. 'Hazelhart en Ijswind, ik ja jullie tonen waar we allemaal slapen. Het ons groot genoeg voor 4 volwassen draken, dus genoeg voor ons.' Ik keek naar hun allebei, het was waar de grot die niemand echt wist liggen kon je alleen in wolvenvorm bereiken, maar omdat het zo groot was voelde ik me alleen in die grote grot. Ik zwaaide met mijn staart dat ze moesten volgen, ik vooraan dan Ijswind en dan Hazelhart. Ik dringde de grot binnen en zag ze verwondert kijken, dat dit binnenin de grote rots kon zitten. 'Dit wordt onze nieuwe slaapplaats, voor de alpha haar partner. En de commandant en haar partner.' Vervolgde ik. Ik zag hun fonkelende ogen schitteren ze waren zeer blij. Eenmaal Hazelhart haar hoek had gevonden begon ze een drakennest te bouwen, wat ik nu ook aan het doen was samen met Ijswind. Ik ging naar buiten om nog wat te halen voor de nesten toen ik plots een gegil hoorde, het was Klaverstaart. Ik liep richting het geluid, ze gilde nog eens. Er was iets ergs aan de hand, ik versnelde nog meer.Ik zag haar verder boeiend liggen met een krijger bovenop haar, ik stormde op de krijger af en sprong bovenop hem. Hij slaakte een kreet. 'Wat moet je hier' vroeg ik boos. 'Ze kwam in ons gedeelte van het bos' aarzelde hij. 'Dit is ons territorium', snauwde ik terug,' van welke clan kom je.' 'Van de moerasclan' zei hij verlegen. 'Breng mij naar het kamp'. Zei ik boos. Ik riep Ijswind op via een soort ding waardoor we op verre afstand van elkaar konden communiceren. Het werkte want niet veel later kwam hij naar me toe gerend. 'Ik heb je bericht wat is er' hij keek me vragend aan. 'Kom je even mee naar het Moerasclanterritorium' ging ik verder. We liepen samen mee met de Moerasclankrijger, het was een hele tijd wandelen voor we er waren. Het was avond tegen dat we er waren. 'Wacht hier even' zei hij. Allemaal wolven keken ons vreemd en boos aan, ik trok er me niks van aan. 'Waarom kijken ze allemaal zo boos' vroeg Ijswind. 'Ze kennen ons niet hè slimbo' ik keek hem plagend aan en gaf hem een por. De Moerasclan alpha kwal op ons aflopen. 'Wat is er aan de hand' vroeg hij. 'Ik zal me eerst even voorstellen, ik ben Drakenmaan en dit hier is mijn partner Ijswind' zei ik terug. 'Welkom, ik ben Moerasmaan' hij buigde voor me neer en ik buigde terug. 'Uw krijger is op ons territorium gekomen en heeft Varenstaart, een krijger van ons aangevallen' zei ik toen ik van de alpha naar de krijger keek. 'Mijn excuses, het moet nog wat duidelijk worden waar de nieuwe grenzen liggen' Moerasmaan keek boos naar de krijger en keek terug naar mij. 'Ik begrijp het' antwoordde ik terug. Nu nog de terugreis naar ons kamp.

Pov Hazelhart
'Gaat het al wat beter Varenstaart, ik denk dat Drakenmaan en Ijswind niet lang meer weg blijven.' Zei ik. 'Ik hoop het maar' zei ze terug. Ik wist dat ze de kracht van geluk had laar wat ze nu deed was iets heel anders. Ze legde haar poot op haar wond en de wond was plots weg. Er was geen pijn meer in haar ogen te bekennen.

WolfgangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu