Hoofdstuk 2

73 6 0
                                    

"Roxy. Je moet naar het ziekenhuis, je moeder heeft verwondingen opgelopen tijdens het zoeken in de puin.." Ik trok mijn wenkbrauwen vragend op. "Hoe weet jij dat nou weer?" "Kssst.. Stil! Anders komen die wezentjes jou ook nog halen.." Siste de jongen. Pas nu bedacht ik dat ik zijn naam nog niet eens wist. Natuurlijk, jij kunt gewoon mijn gedachten lezen hè.. De jongen knikte. "Ik heb geen idee hoe ik dat weet. Ik denk dat ik het gewoon voel.." Oké oké.. Ik liep samen met de jongen naar het ziekenhuis en stapte er naar binnen.

"Uhm.. Rox.. Je moet wel onthouden dat alleen jij me ziet." "J.." Ja is goed.. Ik drukte mijn lippen hard tegen elkaar aan, toen de geestenjongen me zo zag kon hij een grinnik niet onderdrukken de jongen lachte. We liepen naar de balie toe. "Mevrouw, ik ben Roxy Moore, weet u waar mijn moeder op de kamer ligt?" De vrouw lachte even en wenkte naar een dokter dat hij naar ons toe moest komen. "Dan bent u vast Roxy Moore?" Ik keek even naar de geestenjongen naast me, keek toen weer naar de man en knikte. "Is alles goed met mijn moeder?" De dokter wenkte dat ik mee kon lopen en ik glimlachte even naar de mevrouw achter de balie. We liepen met z'n drieën naar de kamer waar mijn moeder lag. "Ze heeft ernstige verwondingen opgelopen toen ze bij jullie thuis aan het zoeken was." Hij keek me even aan. "Jullie huis is ingestort." Ik schrok even, ja ik wist dat het er niet meer uit zag toen ik weg ging maar dat het in zou storten had ik dus niet verwacht.. "We hebben geen enkel idee hoe het kan dat een huis instort, het is dan ook een wonder dat ze nog leeft.. Deze verwondingen kunnen haar nog eens fataal worden.." Ik knikte, beseffend dat ik ook niet zou kunnen weten hoe ze aan de verwondingen kwam, het is niet alleen doordat het huis is ingestort, die wezentjes spelen hier wel degelijk een rol in mee. Ik had geen idee waarom de wezentjes dit bij ons deden, hadden wij ooit iets verkeerds gedaan? Of een familielid van ons? Een arm werd over mijn schouders gelegd en ik keek op. "Ik ben er voor je Roxy.." Serieus, ik word er gek van dat ik zijn naam niet.. God. Hoe heet jij eigenlijk? Ik keek de jongen nog steeds aan en zag door mijn ooghoeken dat de dokter me nu raar aankeek. Ik begreep die man wel. Hij kon de jongen niet zien dus voor hem zat ik naar de muur te staren, dat zou ik ook vreemd gevonden hebben. "Waarom is hier eigenlijk alles zo wit? Je ziet het bij elk ziekenhuis maar hier is het wel echt.. Extreem.." Het sloeg nergens op en hij keek me argwanend aan, toch besloot hij om mijn vraag te beantwoorden. "Sommige mensen krijgen last van hun ogen als het een te felle kleur is en het moet wel een beetje licht weerkaatsen, als het zwart zou zijn zou het ook meer een spookachtig gebouw zijn.." De man dacht even na en vervolgde toen zijn praatje. "Hier is het niet echt extreem wit hoor." Hij lachte even naar me, ik haalde mijn schouders op. Wat maakte het ook uit dat het wel of niet extreem wit was. Deed het er iets toe? Voor mij zou het trouwens toch niet aangenaam zijn, of het nu een wit ziekenhuis was of een andere kleur. Al was ik in het koninklijk paleis of in het witte huis, er waren overal van die zwarte wezentjes, alleen als ik op de vlucht was waren ze even weg. "Ooit komt het goed Roxy.. Ik heet trouwens Gale.." Hm.. Mooie naam, dat doet me een beetje denken aan een piraat of iets in.. God.. Je hoort dit hè.. "Oke.. Uhm.. Wil je de kamer ingaan? Als je eraan toe bent. Ze wilde je graag spreken maar ze heeft wel ernstige verwondingen.." Een diepe zucht verliet mijn mond. Alsof ik niet gewend was dat ze ernstige verwondingen had. Als die man eens naar mijn armen en benen zou hebben gekeken zou deze man weten dat er iets met ons gezin was en niet alleen iets met mijn moeder, maar hij zei er niets van, al verwachtte ik dat hij het allang zou hebben gezien. "Dat geeft niet, ik wil graag mijn moeder even spreken." De dokter knikte. "Ik moet weer gaan.. Succes meid." Zonder op een antwoord te wachten liep de man de gang weer terug de gang door. "Ja uhm.. Dankjewel.." Zei ik sarcastisch, waardoor Gale een lachte. "Psst.." Rustig Gale alsjeblieft.. Want mijn moeder kan je ook zien! "Ohja.. S.. Sorry.." Gale herstelde zich en veegde de traan die over zijn wang gleed weg, ik rolde met mijn ogen. Het was niet eens grappig man.. Toen Gale gestopt was met lachen opende ik de deur en liepen we naar binnen. Gale sloot de deur achter zich.

Mam.. Mam gaat het? God, nee.. Ik besefte niet dat ik het voor mijn moeder wel hardop moest zeggen. "Je moet het natuurlijk wel hardop zeggen Roxy.." Ik lachte en voelde me redelijk dom op dat moment, al deed dat er absoluut niet toe. "Wat hebben ze met je gedaan mam?" Ik keek haar aan en zag dat ze veel sneeën in zich had gekregen, het was inderdaad een wonder dat ze dit overleefd had. Ik vroeg me af of ze het zou gaan redden tot het einde. Al had ik geen idee wanneer het einde begon, snel wimpelde ik de gedachten weg. Niet alleen omdat ik er zelf niet over na wilde denken maar ook omdat ik Gale hier niet mee lastig wilde vallen. Tenslotte was mijn moeder een sterke vrouw, ze zou hier wel bovenop komen, ik had er alle vertrouwen in dat dat haar ging lukken. "Mam dit is Gale", ik wees naar Gale die mijn moeder begroette. "Aangenaam Gale." Mijn moeder maakte een lach van haar lippen, haar pijn was ondraaglijk, dat merkte je goed genoeg aan haar. "Gale is te vertrouwen ma.." Mijn moeder knikte en ik vroeg me af wat ze dacht toen ik haar aan Gale voorstelde.. Maar dat kunnen alleen zei en Gale weten.. "Ik weet het Roxy.." "Hij zei dat ik hier naartoe moest komen, hij wist waar je was en kan onze.. Uhm.." Mocht ik dit wel zeggen of was het een geheim dat hij me had toevertrouwt? "Gedachten lezen." Vulde Gale mijn zin aan. Nou dat had hij dus ook mooi gehoord.. En dit en dit.. Ach laat ook maar.. Gale schoot in de lach en ik schaamde me kapot.. "S.. Sorry mevrouw.." Gale kneep zijn lippen hard op elkaar om geen geluiden te maken. "Uw dochter dacht of ze het mocht vertellen aan u en toen bedacht ze dat ik dat ook geh.." "Dat hoef je me niet te vertellen Gale, sommige leuke dingen mag je voor jezelf houden." Ze lachte naar Gale, even was het stil, toen trok Gale wit weg. Even voor de duidelijkheid, want je stelt je vast voor dat geesten van zichzelf al wit zijn, maar nee, voor mij zijn het net mensen. Ik kan met ze praten, ik kan ze voelen én ik kan ze dus ook zien. Hetzelfde dus als hoe ik mensen ervaar en daardoor kan ik ze dus niet altijd uit elkaar houden. Maar goed, Gale trok dus wit weg. Gale. Gale wat is er? Vroeg ik in mijn hoofd af, maar hij gaf geen antwoord. "Gale, wat is er?!" Ik wist dat ik niet te hard moest praten maar dit was de enige optie. Ik liep naar Gale toe en legde een hand op zijn schouder. "J.. J.. Jullie moeten hier zo snel mogelijk weg. Er zijn mensen die jullie komen zoeken. Zes mannen en twee vrouw. Ze komen jullie nu halen. Ze komen zo de ingang in en gaan vragen in welke kamer u zit." Hij wees naar mijn moeder. "Ze krijgen zo het kamernummer en lopen hier naartoe. Ga nu samen de kamer uit en ga linksaf. Loop de trap af naar de begane grond en verlaat het gebouw via de nooduitgang, dan heb je ze voor nu ontweken. Nu! Ga!"  Ik schrok van zijn plotselinge reactie. Hoe wist Gale dit? Mijn moeder schudde haar hoofd. "Ik kan niet gaan.. Ik blijf.. Ik kan amper lopen en houd jullie op." Ze wees naar mij. "Maar jij.. Jij gaat zo snel mogelijk met Gale mee.." Ik knikte, want tegenstribbelen had bij haar nooit zin.. Ze heeft teveel pijn en ze zou doodgaan zonder hulp. Ik liep naar mijn moeder en gaf haar een zoen. "Mam, ik hou van je." "Ik ook van jou Roxy.." Gale trok me mee en samen liepen we de route die hij had beschreven. We renden het gebouw uit. Ja Gale ook, je denkt misschien dat geesten zweven maar nee, ze lijken precies op mensen maar dan worden ze niet gezien. Als dat zo was zou ik ze gemakkelijk kunnen onderscheiden van ons, mensen. Waar wil Gale heen man? Voor de eerste keer bedacht ik dat hij mijn gedachten kon horen. Wat zal hij het druk hebben zeg. Ik bedoel, ik word het soms al zat dat ik duizenden stemmen in mijn hoofd heb. Maar hoe irritant zou hij het wel niet vinden om met me om te gaan? "Niet.." Klinkt het langs me.. Ik kreeg spontaan een glimlach op mijn gezicht. "We gaan naar Toby.." Prima.. Want mijn gedachten kan hij toch lezen. Ik wist zeker dat Gale hier enorm veel irritaties aan over zou gaan houden. We renden zo hard als we konden naar mijn vriendje Toby toe, Gale kon harder rennen en nam mijn ritme en snelheid aan. Langzaamaan werd het rennen steeds vermoeider voor me en als dat nog niet ernstig genoeg was kwamen er ook nog zwarte wezentjes tevoorschijn tussen de gebouwen en steegjes..

Ze is de duivel..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu