Hoofdstuk 16

8 0 0
                                    

Pov. Romée

Mijn haar hing slap naast mijn gezicht. Ik had geen idee waar ik was, bomen naast de weg die eindeloos te zien waren. Ik keek maar achterom, in de hoop dat daar een ander uitzicht was, maar helaas, verdorde bomen hadden met hun wortels heuvels in de weg gemaakt. Ik zuchtte en draaide me nog eens om, snel liep ik verder, al klopte mijn hart harder en harder. Het leek uren te duren toen ik daar liep. Toen ik bijna wilde opgeven zag ik een dorpje, dat dorpje gaf me genoeg moed om verder te lopen. Op dat moment had ik nog geen idee wat voor dorpje het was en wat ik er ging beleven. Toch stapte ik stug door. "Uhm.. Weet u m.." Ik stopte met praten midden in de zin toen ik zijn oren en rug zag. "Jij bent geen mens hè.." Ik zei het alsof het een vraag was, al wist ik het antwoord allang, pas toen merkte ik dat ik in de Elfenwereld was beland, eerder waren me de hutten hoog in de bomen niet opgevallen. Ondertussen had de jongen zich omgedraaid. "Dan ben jij vast Romée, is het niet?" Voorzichtig knikte ik mijn hoofd. "Dan moet ik je vragen om mee te komen naar het Paleis verderop." Ik geloofde mijn oren niet, wat deed ik überhaupt op deze plek?!

De jongen naast me maakte een buiging voor het echtpaar dat in de tronen voor me zat. Ook ik maakte een buiging, waardoor de man voor me een brede lach toonde. Ondertussen lachte ook ik mee, ik had geen idee wat ik moest doen hier.. "Romée, je vraagt je vast af wat je hier doet?" Ik knikte, had mijn mond nog steeds in de vorm van een lach. "Kom maar een met ons mee.." Het echtpaar stond op en de lange blauwe jurk van de koningin sleepte over de grond van het paleis. Ik vroeg me af wat ze wel niet van me dachten, vanochtend had ik geen idee wat ik aan moest trekken, ik zocht in mijn kast en had een zwart zwierig rokje kunnen vinden waarboven ik een wit hemdje en zwart vest had gedaan, ik was niet meer de vrolijke meid die ik eerder was geweest, ik hield me liever op de achtergrond sinds ik erachter kwam dat mijn ouders me dertien jaar voorgelogen hadden. Ik had hun alleen nooit verteld dat ik de brief gevonden had waarin stond dat mensen benieuwd waren over hoe hun dochter was opgegroeid. Toen ik in het paleis was was het al twee jaar later en had ik mijn ouders nog steeds niet ontmoet. We liepen naar een kamer die zich aan de andere kant van het paleis bevond. De koning reikte zijn hand uit naar een boek, hij wees dat ik moest gaan zitten, hij en de koningin deden dit ook. Hij sloeg het boek open op de eerste bladzijde, een tekening van een meisje stond op de pagina, zwart met witte kleren en lang bruin haar. "Lees het maar Romée.." Ik keek de vrouw even aan, die hiervoor nog geen woord had gesproken. Ik lachte en keerde me in het boek.

'Haar haar zal zo bruin zijn als dat van het donkerste zand. Haar groene ogen kunnen je verblinden als ze dat wil. Maar boven dit alles komt ze van de mensenwereld, de dochter van de koning en koningin die haar verloren hebben tijdens de strijd tegen de mensen. Gestolen, dat is ze, toen ter vondeling gelegd, alleen aan deze kenmerken kun je haar herkennen, wees gerust, ooit zal ze terugkomen naar de plek van geboorte, ooit zal ze terugkeren naar deze stad. Romée, dat is haar naam die altijd bij haar is gebleven.' Onderaan de bladzijde stond een tekening, het leek sprekend op mij, ik had geen idee waar dit heen ging.

"Romée.. Je bent onze dochter, dit boek is het bewijs.." Ik slikte en voelde tranen in mijn ogen branden. "Sorry Majesteit maar ik vrees dat dit een vergissing is.." De koning lachte maar schudde zijn hoofd. "Romée.. Er zijn maar enkele meisjes met de kenmerken van jou en in dit boek staan jouw woorden precies beschreven.. Ik lachte, al zag het koninklijk echtpaar dat dit geen lach van vreugde was. Ik schroof mijn stoel naar achteren en veegde snel een traan af. "Romée, denk erover na." Ik schudde mijn hoofd. "Sorry meneer maar Romée is mijn naam niet en ik wil niets met u en uw vrouw te maken hebben.." Ik zag dat ze schrokken van deze woorden, het was me al duidelijk dat het boek er niets vanaf wist dat de brief me pijn gedaan had, enorme pijn. Ik draaide mijn gezicht weg van mijn mogelijke ouders. "Volg je hart meid.." Dat waren de laatste woorden van de koningin die ik had gehoord. Ik liep de kamer uit, het verbaasde me dat ik ineens in mijn eigen huis stond, op de gang, alsof ik uit mijn eigen kamer gelopen was. Al was dit alles nog maar een paar weken geleden, het leek alsof het me meer moeite kostte met de dag..

Ze is de duivel..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu