Hoofdstuk 11

7 0 0
                                    

"Uhm.. Op de wc's.." Ik wist niet wat ik moest zeggen, maar ik had niets gelogen, ik was op de wc's, al stond ik voor de spiegels en niet in een van de hokjes, ik had niet helemaal gelogen.. "Ik.. Uhm.. Ik.. Je weet hoelang vrouwen erover doen toch?" Hij keek me vragend aan, maar toen verscheen er een lach. Geloofde hij me? Vroeg hij niet door? "Ohja, natuurlijk.. Vrouwen." Hij rolde met zijn ogen. Iets wat hem ontzettend schattig maakte. Kon ik hem wel vertrouwen? Was hij wel degene wie ik dacht dat hij was? Zei dat ene kleine, bijna onhoorbare, stemmetje in mijn hoofd. Ik glimlachte maar, in de hoop dat hij snel een ander onderwerp zou aanstarten. "Wat uhm.. Wat.. Heb je gevochten?" Ik keek hem vragend aan, waar had hij het over? Waar zou ik gevochten moeten hebben? Maar ik zag dat hij naar mijn wang keek, de plek die nog steeds ontzettend veel pijn deed. Voor de duidelijkheid, ja ik was net hier aan tafel aangevallen door die rare wezentjes, nee ik heb nog steeds geen idee wat het zijn en nee.. Ik ben een van de weinige die ze ziet. Fijn he? Nee absoluut niet, want als je ze ziet betekend dat ook dat je ze kunt voelen.. Nou laat ik eerst maar eens zeggen wie ze nog meer kan zien, of kon, want mijn vader is dus al overleden. Beter gezegt vermoord, vermoord door deze wezens, die hem ontzettend vaak opengekrast hebben dat er nog maar weinig van hem overbleef.. Ja, ik was bang toen ik als drie jarige mijn kamer binnen kroop, ik hield van kruipen op die leeftijd. Ik kwam binnen in mijn kamer en ging mijn vader zoeken. Ik kroop binnen en.. En.. Hij lag daar, opgehangen als bij galgje, bloed dat langs hem droop en het laminaat rood liet kleuren. Ik wist niet wat het was, inmiddels ben ik vijftien jaar, oud genoeg om te beseffen dat ik veel heb meegemaakt, dingen die mensen me niet toe zouden wensen, dingen die mensen niet achter me zouden zoeken. Maar ik kwam er op mijn twaalfde dus achter dat hij vermoord was, door die mannen waar ik vanochtend nog bij was. Ze stonden op het punt me aan te vallen, op het punt me door een levensgrote blender te halen en me als water in de zon over de vloer zien sijpelen, ik moest daar weg, en dat heb ik gedaan. Gelukkig. Oh en mijn moeder heeft ook de kracht, de kracht om deze wezens te zien, alleen wij kunnen dat, alleen wij hebben deze kracht. Ik kwam erachter toen we aan het eten waren in het restaurant in het dorp. We zaten aan het tafeltje en inneens kwam er zo'n wezen op haar af, die wezens weten dat je hun ziet, ze komen namelijk alleen naar mensen die hun kunnen zien, ze willen mensen pijn laten leiden maar als je ze niet ziet kun je ze ook niet voelen. Maar dat geld dus ook andersom.. Maar even een vraag. Kun jij deze wezens zien? Vast niet.. Heb jij ooit schimmen gezien in de hoeken van je ogen? Of mensen die langs een boom lopen en nooit meer aan de andere kant vandaan komen? Nou dat heb ik dus, laten we het er op laten dat mijn wereld nogal druk is. Overal zijn mensen en als er iemand je begroet weet je niet of het een mens of een geest is. Kortom, overal zijn zielen, die van mensen of van geesten maar dat doet er niet toe. 

Maar nu weer verder met Jake en mijn gesprek.. "Ga je nog iets zeggen Roxy?" Hij lachte, wat hem ontzettend schattig maakte, wat hij dan ook wel was maar oke. "Hm.. Wat..?" Ik keek op. "Heb je gevochten? Ik bedoel, ik neem aan dat die kras niet uit het niets op je gezicht verschijnt.." Ik schudde mijn hoofd, niet in staat om een leugen te bedenken. En de waarheid, die liet ik liever achterwege, want mensen gaan je raar aankijken als je over geesten begint.. Geloof me.. Echt.. "Nee.. Uhm.. Nee, dat uhm.. Dat.. Dat komt doordat uhm.. Geen idee eigenlijk.. Naja ik viel daar in die wc's en toen kwam ik tegen een punt aan. Geen idee waar die voor was, maar goed, ik kwam daar dus tegenaan en toen had ik een kras op mijn gezicht.." Zal hij me geloven? Vast niet.. Naja, laten we zeggen dat dit altijd geloofwaardiger klonk als de waarheid.. "Ah, gaat het wel met je? Mij lijkt het nogal pijnlijk om tegen een puntig iets aan te komen.." Ik knikte, ja het deed pijn, maar het prikte vooral, waardoor je er weer aan wilde krabben, maar ik wist dat die wezentjes dat alleen maar wilde, ik kende ze nu lang genoeg, goed genoeg en beter dan wie dan ook.. Want ik ben Roxy, het meisje dat veel heeft meegemaakt, te veel.. Dat meisje die nog heel haar leven dit soort vreselijk rare dingen mee zal gaan maken. Maar ik vroeg me af of ik nog lang zou leven, ik vroeg me af of deze kracht me eigenlijk wel ging redden. Ik vroeg me af of ik ouder zou worden als dat mijn vader werd. Ik vroeg me af of ik zou eindigen als het slachtoffer bij galgje of dat ik zou overlijden door ouderdom, of was er nog een andere manier waarop mijn leven eindigde? Maar het belangrijkste waren toch deze vragen. Zal ik het wel gaan redden met deze kracht of zal ik net als mijn vader niet ouder worden als drieëndertig jaar? Zal op die leeftijd ook mijn rampzalige leven al eindigen? 

Ze is de duivel..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu