Chapter 2

5K 142 13
                                        

Raven

Rustig loop ik rond in het bos in mijn wolvenvorm. Ik sluit mijn ogen voor een paar seconde en geniet van de rust. Maar genieten doe ik al niet meer nadat ik wat hoor achter de bosjes. Langzaam loop ik naar achter. 'Je bent op het terreim van de Blue Moon Pack. Omdat je zo in je eigen wereld zat, zat je weer eens niet opteletten.' Hoor ik mijn wolf Lucy zeggen.

Shit, ik moet zo snel mogelijk hier wegkomen, de Blue Moon Pack is erg gevaarlijk voor Rogues. De Alpha van deze Pack heeft geen medelijden met niemand. Zeker niet met Rogues zoals ik. Ik ren zo snel als ik kan weg.

Maar dan springt er een wolf uit de bosjes en ook een wolf achter mij. Ik wordt omringd door twee wolven. Grommend laat ik mijn tanden zien en ga in aanvals positie staan. Al gauw voel ik klauwen in mijn zij. Maar opgeven, daar doe ik niet aan.

Ik begin dodelijk te grommen en terug te vechten. Ik zie dat ik aan de winnende kant sta, maar niet voor lang. Uit het niets springen nog twee wolven op me. Ik zak door me poten door alle verwondingen. Vier tegen één is niet erg makkelijk en eerlijk.

Een van de wolven transformeert terug.
'Transformeer terug!' Roept de man.

Ik begin te grommen als een teken dat ik niet terug ga transformeren. Maar als gevolg voel ik tanden in mijn poot. Ik begin zacht te piepen. Maar daarna geef ik de man een dodelijke blik. Als zij merken dat ik nogsteeds niet terug transformeer wordt ik op de grond geduwd en beginnen ze te trappen en te bijten.

Uiteindelijk transformeer ik terug, niet omdat ik me overgeef. Dat nooit. Maar ik wordt te zwak door alle verwondingen.

'Braaf meisje, als we terug zijn zullen we veel plezier aan jou hebben.' Grijnst de man. Een van de mannen slaat een doek over mijn naakte lichaam heen. En ze beginnen me ruw mee te trekken.

'Ach hou toch je bek, ik hoop dat je levend verbrand en in de hel terecht komt.' Nadat ik dit zei geef ik hem een valse glimlach.

'Misschien was het beter als je in je wolvenvorm bleef, toen had je tenminste niet zo'n grote mond!' Zegt de man en spuugt in mijn gezicht.

'Gadver! Ik hoef jouw speeksel niet op mijn gezicht anders had ik er wel om gevraagd!' Schreeuw ik en probeer het spuug van mijn gezicht te halen wat echter niet lukt als een paar idioten je armen vast hebben.

De vier mannen beginnen te lachen en trekken me verder richting de kerkers. Als ze merken dat ik niet verder loop uit mezelf en tegen stribbel duwen ze me op de grond en slepen ze me verder over de koude, vieze vloer.
Bij de kerker aangekomen gooien ze me erin. Maar nee hoor, ze laten het niet bij al dat getrap. Drie mannen lopen weg maar eentje blijft staan en begint ze grijnzen.

'W-wat moet je? Heb je niet al genoeg gedaan klootzak?' Ik probeer zelfverzekerd over te komen maar mijn stem breekt bij de eerste zin al. Waarom altijd ik?
Bij elke stap die de man dichterbij zet, zet ik er één naar achter. Na een paar stappen voel ik de koude muur tegen mijn rug aan.

Als de man vlak voor me staat gaat er een rilling door mijn lichaam. Hij begint me ruw te kussen in mijn nek. Ik probeer hem hardhandig weg te duwen wat niet lukt door al mijn verwondingen. Ik spuug in zijn gezicht als ik merk dat niks anders helpt.

Hij kijkt me aan met een dodelijke blik, maar met toch wat lust in zijn ogen. Hij gooit me op de grond en begint me hard te trappen. Bij elke trap voel ik me zwakker worden. 'Ga lekker iemand anders in elkaar slaan vieze lul!' Schreeuw ik in zijn gezicht. Ik zie een kans om weg te glippen en dat doe ik dan ook. Maar ik kom niet verder dan een meter uit de cel.

Ik word weer ruw meegetrokken. 'Laat me los klootzak!'
Hierdoor krijg ik nog een trap in mijn maag en ik krimp in elkaar.
'Godverdomme waar was dat voor nodig?!' Schreeuw ik woedend.
'Als jij niet gauw je bek dicht houdt krijg je nog meer klappen slet!'
Ik begin te grommen wat me nog een trap oplevert.
Na deze trapen hoor ik een harde, moordlustige grom.
'Laat haar nu meteen los!'
'J-ja Alpha...'
Alpha? Verward en verbaasd keek ik op. En toen snapte ik waarom de Alpha het voor me op nam.
'Mate!' Gromde hij, en dat was het laatste wat ik hoorde voor dat alles zwart werd.

My Murderous MateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu