🌿ℋ14

8 4 0
                                    

Verward liep ik terug naar de stallen. De man had voor geen moment mijn gedachte verlaten. Hij durfde wel. Die anguis moest manieren leren.

Vanaf een afstandje hoorde ik Luna al grinniken. Ik liep door en trof haar aan met een prachtige pezige, zwarte ros aan haar zijde. Ik liep op Luna af en streelde door haar zijdezachte manen. Ik draaide me om naar de trotse ros achter me en stak mijn hand uit om zo voorzichtig zijn snuit aan te raken.

Zijn ogen gloeide goudkleurig op toen hij in aanraking kwam met mijn hand voor zijn diep zwarte oogkleur weer terug keerde. De eerst trotse ros boog zijn nek uit respect toen hij mijn aanwezige gaves voelde.

'Meinm Erez Deam,' zei het paard met een diepe stem.

'Davina dit is Tilan een oude vriend van me en een oudheid,' zei Davina achter me. Ik keek met grote ogen naar de ros voor me. Ik boog mijn hoofd en keek pas weer naar het paard wanneer hij zijn snuit lichtjes tegen mijn voorhoofd drukte.

De teugels van het paard waren niet aan een paal gebonden. Toch bleef hij staan waar zijn eigenaar hem had geplaatst. Het was een slim paard. Je kon ook niet anders verwachten van een oudheid. Hij loopt net als Luna al duizenden jaren rond op Phantox.

Als je naar een oudheid zocht was het haast onmogelijk om er één te vinden. Jij vond de oudheden niet. Zij vonden jou. Ze kwamen alleen naar de gene die hen het meest nodig hadden. Zo stapte Luna ooit trots op me af in de westerse bossen.

Ik was vijftien toen ik naar misleidende de bossen van Eldor vluchtte. Ik had het gevoel dat als ik een seconde langer in het kasteel had gebleven ik mijn controle zou verliezen dus was ik door de geheimen gangen naar buiten gevlucht naar de bossen. Ik wist niet wat ik daar te zoeken had, maar iets vertelden me om naar de bossen te vluchten ook al wíst ik dat ik er toen nog niet heen mocht alleen. Ik was verdwaald toen Luna me vond.

Ik steigerde op Luna en keek neer op Tilan toen hij me stopte. 'Voor jou staat er iets groots te wachten in de toekomst. Wat ik je kán vertellen is dat niet alles even pracht en praal zal zijn, maar in de moeilijkste tijden denk dan terug aan wat ik je nu zeg. Jij zal de enige zijn die dit kan stoppen. Meinm Erez Deam, wanneer de tijd komt zal Sarénia jou haar volledige gaves geven en zal jij de nieuwe Deam van 't Heelal worden.'

Ik keek knipperend naar Tilan en voelde hoe Luna langzaam weg stapte. Ik trok lichtjes aan haar teugels en draaide me weer om naar Tilan.

'Wat bedoel je met-' Maar de oudheid had zich al omgedraaid en was de stallen in gelopen. Zuchtend keek ik omlaag naar Luna. 'Is hij altijd al zo onduidelijk geweest?' Mompelde ik toen ik haar een zacht tikje tegen haar flank gaf.

'Je wilt niet weten,' verzuchte ze. Ik trok mijn gewaad weer uit de tas aan de zadel en sloeg hem om me heen. Al snel waren we terug binnen de kasteelmuren.

Naast de stallen lag er een groot grasveld waar één keer per jaar een markt binnen de kasteelmuren werd gehouden. Maar nu er niemand was behalve een paar andere paarden liet ik Luna daar los en liep naar het kasteel.

Elias Novas. Ik zou toch zweren dat ik zijn naam ergens heb gezien of gehoord. Hoe hard ik ook probeerde hard terug te denken, maar het enige wat ik er voor terug kreeg was een gapend zwart gat in mijn gedachtes.

Gefrustreerd liep ik naar de vergaderzaal en plofte neer in een lege zetel wachtend op mijn twee raadgevers. Zuchtend zakte ik wat verder in de zetel en dacht na over wat Tilan had gezegd.

Jij zal de enige zijn die dit kan stoppen. Wat stoppen? Had hij het over de rebellen? Want het was zeker dat ik naar Lomanaz zou vertrekken.

Wat me zorgen baarde was de lange afstand ik zou meer dan een standaard leger mee moeten nemen aangezien er misschien een aantal de lange afstand niet zullen aankunnen en ik nog niet in staat was om vijfhonderd man te teleporteren.

Al snel komen Dannyl en heer Holister gezamenlijk binnen gewandeld. Ze neigde hun hoofden voor ze plaats namen in de stoelen aan beide kanten van mijn zetel. Dannyl rolde een kaart van het gebied tussen Eldor en Lomanaz.

De enige landen met een muur tussen het land en de buitenwereld. Ook zag je het enorme Vikingen eiland, Raéme dat lag in de westerse zee, dat omringt was met water.

Ik wist dat de Vikings twee clans hadden. Je had Landvikings die op het eiland leefden en je had Zeevikings, ook wel piraten genoemd, die op zee leefden met hun schepen.

Dannyl keek me vragend aan. Ik knikte en leunde naar achter in de zachte kussens van mijn zetel.

'U heeft mijn toestemming om deze vergadering te starten heer Solin,' zei ik terwijl ik de kaart aandachtig bekijk. Hij knikte en tikte met zijn vinger op de kaart.

'Zoals u weet heb ik onderzoek gedaan en heb ik wat suggesties voor u vrouwe El Dor,' begon hij.  Ik knikte en zag hoe hij met zijn hand over de kaart begon te zweven.

Een donker rode lijn strekte zich uit over de kaart van Eldor naar Lomanaz dwars door het Ignis woestijn.

'Nee,' zei ik meteen. Dannyl keek op en zuchtte.

'Er is geen andere weg die ons snel naar Lomanaz zou kunnen leiden, vrouwe.'

Ik schudde mijn hoofd en keek fronsend naar het Ignis woestijn.

'Je kan kan er geen schutting zoeken. Er zijn Vikings daar Solin,' protesteerde ik.

Dannyl keek heer Hollister hopeloos aan die zich er niets van aantrok en aandachtig naar de kaart bleef staren. Het was even stil voordat Dannyl weer sprak.

'Door de bergen kunnen we niet gaan. De soldaten en ik zullen die kou niet aan kunnen. In het Ignis woestijn zullen we een vuurtje kunnen maken. In de bergen zouden we niet eens vonk kunnen maken,' zei hij.

'En om door de verloren bossen van Eskadaer te gaan lijkt mij niet handig. Het is te gevaarlijk daar.'

Hij trok zijn schouders op en ging zitten. Heer Hollister richtte zich naar mij met een frons. Ik wist dat hij het eens was met Dannyl.

Ik beet in mijn wang en keek met een boze frons naar de rode lijn op de kaart. Als we naar Lomanaz gingen had ik geen tijd om te dealen met een stelletje losgeslagen Vikings.

Maar Dannyl had gelijk. De verloren bossen van Eskadaer waren te gevaarlijk. In elke schaduw hielt zich wel iets schuil in de bossen langs de kust.

En in de bergen was het te koud. Het zou minstens twee maanden duren voor dat de winter aanbrak en dan zou het nog kouder worden daar. Zelf ik zou er moeite mee hebben om door de bergen te reizen rond die tijd.

In die tijd lukte het nooit om voor zoveel man stevige en warme, bonten jassen te naaien. Zelf met magie zou het een tijdje duren.

Met enig tegen zin gaf ik uiteindelijk toe aan Dannyl's idee om door het Ignis woestijn te trekken aangezien we geen andere keus hadden.

Heer Holister knikte en klapte een keer in zijn tengere handen. 'Dan zal ik drie verkenners op pad sturen en zodra ze terug zijn kunnen we vertrekken geloof ik?' Zei hij. Ik knikte en wreef over mijn voorhoofd.

'Vrouwe, gaat u alstublieft wat rusten. U ziet er... moe uit,' zei heer Holister. Dat maakte me aan het lachen.

'U kan gerust zeggen dat ik er niet uit zie heer,' lachte ik.

Heer Holister drukte zijn dunne lippen op elkaar en trok zijn wenkbrauwen en ik zag nog net hoe zijn mondhoeken lichtjes trilden.

'U ziet er vreselijk uit, vrouwe.'

Blood Promise - Empire of chaos and knowledge: boek 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu