'Ad movere ut huize Green, Ad movere ut huize Green, Ad movere ut huize Green, Ad movere ut huize Green, Ad movere ut huize Green.'
Met een pijnlijke steek in mijn benen schoten mijn ogen moeizaam open. Ik zou nooit wennen aan het teleporteren. Mijn mijn kiezen op elkaar gedrukt kneep ik mijn ogen tot spleetjes op zo in de verte het huis van heer Green te zien staan.
Ik had wel dichterbij mogen landen. Dacht ik terwijl ik rollend met mijn ogen en stapte over een ruw, hobbelig paatje dan naar het huis in de verte.
Wanneer ik de trap op liep dat leidde naar de voordeur merkte ik dat het erg stil was. Het probleem was dat het nooit stil was rond huize Green. Heer Green kon je altijd wel vinden in zijn tuinen maar als hij dat niet was zat hij wel achter zijn enorme zwarte vleugel. En als hij dan eens een keer niet kon spelen liet hij de piano uit zichzelf spelen.
Er waren normaal ook veel vogels die op de hekken van de veranda zaten, maar wanneer ik rond keek waren ook hun nergens meer te bekennen.
Na een tijdje klopte ik op de deur. Ik wachtte maar zag niemand die de deur open kwam doen door het glazen raampje in de deur een ook hoorde ik geen voetstappen.
'Heer Green, het is Davina! Zou u alstublieft de deur willen openen?' Riep ik. Maar ik kreeg geen gehoor.
'Vallan!'
Ik liep naar het raam links van de deur, maar zag niemand in de woonkamer zitten. Wanneer ik weg liep van de veranda zag ik een kleine vogel op de trap huppelen. Het kleine vogeltje was geheel blauw gekleurd met een paar gouden veren aan het eind van zijn staart. Ook zijn snavel was goud gekleurd.
Hij keek me scheef aan met zijn parelwitte ogen toen ik mijn hand uitstak maar vloog meteen naar mijn vinger. Meteen voelde ik een bewustzijn tegen mijn muren drukken.
'Deam, u moet weg hier,' zei het vogeltje. Fronsend wilde ik vragen waarom, maar hoorde plots een luide klap vanachter het huis. Meteen vloog de vogel geschrokken weg. Zo snel als ik kon rende ik langs het huis en sprong over de witgeverfde schutting.
Ik hielt mijn pas toen ik zag waar Dannyl al die tijd over had aangedrongen. Het was verschrikkelijk.
Geen prachtige rozen meer, geen struiken vol met fruit en groente meer. Geen appelbomen en wortelplanten. Het was allemaal weg. Er was niks meer van over. Op een paar zwart geblakerde takken en as na.
Wat was hier gebeurd? Ik draaide me om wanneer ik iemand zag bewegen in mijn ooghoeken naar voren gebogen om een paar omgevallen boxen op te rapen. Ik liep naar de man toe en pakte één van de laatste houten boxen op en strekte mijn arm uit om het aan de heer tegenover me te geven.
Hij verstijfde en keek op. Zijn ogen waren rood van de slapeloze nachten en over zijn gezicht zag je schaamte en schuldgevoel. Toen hij zag wie voor hem stond keek hij snel weg naar de box die ik voor me uithield.
'Opperhoofd,' zei hij met gebogen hoofd terwijl hij de box van me over nam en hem boven op een stapel andere zetten. Ik had de man nog nooit zo gezien. Er was geen dag dat ik hem had gezien zonder zijn glimlach.
'Vergeeft u mij alstublieft voor deze verschrikkelijke-' Ik legde een hand op heer Green's zijn schouder en gaf hem een waterige glimlach.
'Dit is niet jou schuld.' Ik keek naar de plantage. Of wat er nog van over was. Toen ik dichtbij genoeg was dat de neuzen mijn schoenen het as konden aan tikken voelde ik een misselijkmakend gevoel in mijn onderbuik. Zwarte magie hing hier overal. Een rilling schoot vanaf mijn nek over mijn ruggengraat.
'Wat u voelt is hoe de energie langzaam uit de planten word gezogen tot er niets meer van over blijft, vrouwe.' Voorzichtig probeerde ik een rest van een struikje aan te raken. Niet dat ik iets voelde. Zodra mijn vingertop in aanraking kwam met het verschrompelde takje veranderde het in een hoopje as.
'Ze zijn dood aan het gaan.' Fluisterde ik verbaast. Green knikte.
'Ik heb een klein deel van het voedsel nog kunnen redden, maar het zal niet genoeg zijn voor een heel volk.' Hij wees maar de stapels dozen die in het begin van zijn persoonlijke achtertuin stonden.
'Hoe is dit mogelijk?' Mompelde ik. Dit was erger dan ik gehoopt had.
'De plantage verliest haar energie. Zonder haar energie zal het niet lang duren voordat het zal verspreiden.' Ongelovig schudde hij zijn hoofd. 'Oh, als ik het eerder had gemerkt zou dit niet gebeurt zijn!'
Ik wist dat hij loog tegen zichzelf. Als de natuur haar energie verliest kan er niets aan gedaan worden als je geen andere energie bronnen ervoor hebt. We kunnen niet anders dan meer land in nemen. Het zou genoeg energie geven aan de plantage. Maar wat bedoelde hij met uitspreiden?
'Uitspreiden?' Ik kneep mijn ogen dicht en wreef over mijn slapen. Kon deze Hell nog groter worden dan het al was? Het was even stil voordat heer Green weer begon met praten.
'Als de plantage geen energie bron in de buurt kan vinden van waar ze gelegen ligt zal ze zich uitspreiden.'
Hij keek snel weg van de waarschuwende blik die ik hem gaf. Hij had me nog steeds geen duidelijke uitleg gegeven.
'Ze zal zich verspreiden over heel Eldor.'
JE LEEST
Blood Promise - Empire of chaos and knowledge: boek 1
FantasíaDavina's verhaal (Magiër Opperhoofd) Jaren na een hartverscheurende oorlog tussen Magiërs, Vikings en Mensen leven de drie stammen apart van elkaar. Davina, Opperhoofd van de Magiërs, ontdekt dat nog lang niet alles is opgelost tijdens de oorlog. ...