Elves deel 17

1.4K 92 6
                                    

Edana

Ook al ben ik nu bij vreemden, Aine is echt super vriendelijk en het is alsof ik haar al jaren ken. Ik mis wel mijn familie maar ik wil eerlijk gezien mee met hen op avontuur. Ik droom echt al jaren van verandering in mijn leven. Ik ben het beu om steeds opnieuw kleedjes te maken voor mijn mama’s kleerwinkel. ‘Edana, zou je met Edmund en mij mee op zoektocht willen gaan?’ vraagt Aine opeens uit het niets terwijl we het ontbijt aan het afruimen zijn. Ik had al eerder gezien dat ze iets samen besproken, maar wat dat wist ik niet. Ik ben super blij dat zij het vragen, het zou nogal raar zijn als ik het zou vragen. Stel dat ze dan “Nee” zeggen. Ik  lach en zeg op een opgewonden toon, ‘Ja!’ Ik sla mijn armen om Aine en we gaan op het gigantische bed zitten. Edmund komt ook bij ons zitten en direct begint Aine  met een hele uitleg over de zoektocht maar voordat ze begint wil ze dat ik iets doe. ‘Edana wil je beloven op het hoofd van je familie dat je aan niemand door verteld naar wie of wat we opzoek zijn? Edmund hebben dat zelf ook aan elkaar belooft en het is echt levens belangrijk.’ Ik denk even na, zo erg moet het toch niet zijn? ‘Ik Edana zweer op het hoofd van mijn familie dat ik nooit aan iemand zal vertellen naar wat of wie we opzoek zijn.’ Zeg ik dan redelijk plechtig. ‘Ok,’ zegt aine met een lach op haar gezicht. ‘dan zal ik je nu vertellen naar wie we opzoek zijn. We zijn niet alleen opzoek naar mijn familie maar ook naar de koning en zijn dochter, de prinses.’ Het is even stil, wow dit had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Aine doet een van haar kettingen af waar een klein boekje aanhangt. Edmund houd zijn handen er boven en het boek vergroot wel tien keer. Hij doet het open en ik zie hoe hij doelbewust naar een paar pagina’s zoekt. Als hij er is legt hij het boek zodat ik meekan lezen. ‘Edana, dit is de legende over hoe vier elven de koning gaan vinden.’ Wow, denk ik in mezelf, dit moet een droom zijn. ‘op de eerste pagina staat dat een vreemdeling en een elve op zoektocht gaan naar de koning, maar op de volgende pagina staat een iets ander een vers die ons duidelijk maakt dat we met vier moeten zijn en wanneer we de koning gaan vinden.’ Dit begint echt eng te worden, hoe kan een boek nu in vredes naam weten wanneer dat gaat gebeuren? ‘En wanner gaan ze hem vinden?’ ‘Het is niet ze, het is we en volgens het boek wanneer er een sterrenregen en een vollemaan is op het zelfde moment. Maar wanneer dat is weten we niet. En volgens het vers vinden we de rest van de vier elven in de winter, dat denken we toch.’ Ze stopt met vertellen en toont me het vers die niet helemaal volledig is. ‘Ok en waar vinden jullie die andere elven?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Hier en in Aquarinthe.’ Ik denk na… ‘Dus wij denken dat jij een ervan bent samen met wij.’ Mijn ogen worden groot, echt? Wow. ‘Ik denk niet dat…’ ‘Maar jawel, je bent een super goeie vuurelve en een lieve.’ Ze lacht en ik geef haar een knuffel. ‘Dus waar gaan we dan naar toe?’ vraag ik helemaal enthousiast. ‘Aquarinthe.’ Zegt Edmund. ‘Maar waarom hadden die jongens jou?’ vraagt Aine helemaal van onderwerp veranderend. ‘ik…’ wat moet ik zeggen? Ik weet het zelf nog maar half. ‘Vertel gewoon het hele verhaal die je je nog kan herinneren.’ Zegt Aine dan. Het hele verhaal?.  ‘Ik liep gewoon over straat en ik passeerde aan het steegje toen ik hard handig werd vast gepakt. Ik probeerde tegen te werken maar ze waren te sterk. Ik werd naar helemaal achter in het steegje gesleept en daar… daar werd ik bedreigd met een mes. Ze deden steeds rare bewegingen met hun handen als ik gilde en ze murmelden ook rare woorden. Ik heb zo’n drie keer gegild en dan werd er een natte zakdoek tegen mijn mond gehouden en ik hoorde een van de jongens zeggen, ‘Perfect op tijd.’ En juist voordat ik mijn ogen sloot zag ik een jongen en een meisje de steeg in lopen. Dat waren waarschijnlijk jullie. Ik denk dat ze duystere vleugelstof op de zakdoek hebben gedaan, want dat is het enigste dat iemand het bewust zijn kan nemen. Ik voelde me helemaal opgesloten. Het was alsof er een donkere mist me wou opslokken, echt niet leuk.’ Het is stil en ik kan de geschrokken blikken van Aine en Edmund zien, die hulp zoeken bij elkaar. ‘En zeiden ze nog andere dingen, bijvoorbeeld wie W.K. was of wat ze met ons wouden doen?’ vraag Aine met een gedempte stem. ‘Nee, ze gebruikten steeds het woord W.K. en ik denk dat ze ons naar een duystere plek wouden brengen. Ik vrees dat we achterna worden gezeten door duystere elven en dat, ik zeg het gewoon, is het ergste dat iemand kan overkomen. Volgens verschillende elven werken deze elven voor de Wrede Koning.’ ‘Natuurlijk!’ roept Edmund uit.  ‘W.K. is de Wrede Koning.’ Ik en Aine kijken bang naar elkaar. ‘Maar dat is … vreselijk!’ zegt ze dan met de wanhoop in haar stem. Het is stil en de angst is overal in de kamer. Edmund staat recht en gaat naar een klein bureautje die in de kamer staat. Hij pakt een enveloppe en hij komt terug op het bed zitten. ‘Lees dit.’ Zegt hij en hij geeft de enveloppe aan Aine. ‘Ik zal het luidop doen dan hoort Edana het ook.’ Zegt ze en begint dan met lezen.

‘Wij wensen u een prettig verblijf hier in verblijf ‘Fire’. Wij garanderen uw veiligheid niet en wij staan niet in voor mogelijke breuken etc.' 

‘Dat is verontrustend maar niet erg.’ Zeg ik  maar dan haalt Aine nog een ander rood briefje uit waar er met zwarte letters is opgeschreven.

‘Wie mijn dochter iets aandoet doe ik iets aan dus wees gewaarschuwd, we houden jullie in de gaten een misstap en jullie zijn eraan. En denk maar niet dat jullie de koning en zijn prinsesje zullen vinden, de Wrede Koning weet jullie wel te vinden.’

‘Oké, DIT is héél verontrustend.’ Zeg ik met een bibberende stem. We zijn eraan, denk ik, en het zal geen vredige dood worden. ‘We moeten samen werken en dan gaan we die uilskuikens eens een lesje leren, je daagt geen verkoren elven uit.’ Zegt Edmund strijd belust. ‘Ja’, zeggen Aine en ik in koor. ‘We gaan die duystere elven eens iets laten zien, dan zullen ze niet meer zo stoer zijn.’ Zegt Aine helemaal klaar voor een strijd. ‘Maar eerst die andere elve vinden en de koning en zijn dochter. ‘zeg ik stilletjes erbij. ‘Ja juist, dat eerst.’ Zegt Aine instemmend en Edmund knikt. 

Elves, de verloren dochterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu