Wat Als Harry Potter Een Zus Had Gehad

Weer terug

"Remus! We moeten vertrekken.'' roep ik. Ik donder de trappen op en af wanhopig op zoek naar mijn das. Waar heb ik dat ding nu weer achtergelaten? Terwijl ik de rustige stappen van Remus achter me hoor de trap afdalen zoek ik gehaast verder. Het is pas wanneer ik me omdraai en hem daar zie staan dat ik me realiseer dat hij mijn das vast heeft. Met een lichte grijns kijkt hij me aan en snel gris ik het kledingstuk van tussen zijn vingers. Ik doe de das rond mijn nek en grijp mijn hutkoffer. Ook Remus pakt zijn hutkoffer en kijkt me nerveus aan. 
Was ik dit vergeten te vertellen? Remus is de nieuwe professor 'verweer tegen de zwarte kunsten'.  Ik zal hem vanaf nu professor Lupos moeten noemen. Best wel raar als je het mij vraagt. 

Opeens gaat de telefoon. Wanneer ik opneem hoor ik de stem van Harry zacht zeggen: ''Kun je naar de Lekke Ketel komen? Ron en Hermelien zijn hier ook, ik heb een probleem." Zonder twijfel hang ik op en zeg tegen Remus: "We moeten naar de Lekke Ketel, Harry heeft blijkbaar een probleem." Haastig knikt hij en als snel zijn we vertrokken.

Ik sta voor de deur van de herberg en wanneer ik binnenga wordt ik al snel ontvangen door mevrouw Wemel die me snel naar Harry brengt. Als ik zijn kamer binnenkom zie ik er ook Ron en Hermelien zitten. 

"Wat is er aan de hand?" is het eerste wat ik zeg als ik de kamer binnenstap. Het is dan dat Harry alles uitlegt. Hoe hij was weggelopen van huis nadat hij een tante Marge had opgeblazen en een hond was tegengekomen. Geen gewone hond maar een enorme zwarte hond. Hoe hij vervolgens werd opgepikt door een bus waar men hem vertelde over de ontsnapping van Sirius Zwarts, een duistere tovenaar die ooit wel 12 mensen had vermoord. En hoe hij ten slotte in de lekke ketel was terecht gekomen en een gesprekje had met de minister van toverkunst, Droebel. Deze had Harry verzekerd dat hij niet in de problemen zat en gewoon moest oppassen, zeker met een moordenaar die vrij rondliep.

"Dat is veel informatie tegelijkertijd" zeg ik. Een lichte grinnik is mijn antwoord. Pas dan realiseer ik me dat we eindelijk elkaar terugzien en geef hen elk een korte knuffel wat een verbaasde reactie opwekt bij Harry en Ron. Vervolgens vertrekken we naar beneden waar een avondeten op ons staat te wachten. Ik vertel Ron, Hermelien en Harry over Remus die onze nieuwe leerkracht zal worden. Gelukkig zijn de reacties positief en al snel is de tijd er om naar bed te gaan. Morgen vertrekken we weer naar school, hopelijk is dit jaar iets minder problematisch dan andere jaren. En dan moet ik ook nog Draco onder ogen komen. Met die brief... Wat moet ik daar nu weer mee aanvangen? Ach ja, dat zijn zorgen voor morgen. 

De nacht strijkt al snel voorbij en voor ik het weet sta ik weer op perron 9 3/4. Ik stap rustig de trein op wat duidelijk geen goed idee is. Alle wagons zijn al gevuld. Dat wordt dus lang zoeken. Na een halfuur mensen per ongeluk te storen vinden we de wagon met erin Remus. Zoals verwacht ligt deze al in slaap. "Laten we hier zitten." zeg ik. 
"Is dat dan niet raar als hij wakker wordt?" vraag Hermelien.
"Vertrouw me, al ontploft er een bom, die wordt niet wakker."
Al lachend stappen we de wagon in en nemen we plaats. Het duurt niet lang voordat er ook bij ons op de deur wordt geklopt om te kijken of er al iemand zit. De gezichten die verschijnen zijn wel bekend. Fred en George steken hun hoofd binnen en verdwijnen al snel als ze ons zien. 

De trein valt vervolgens stil. Koud overheerst en als snel is er ook lichte paniek te horen en voelen. Kleine wolkjes worden gevormd door onze warme adem. Het volgende dat we zien is een hand. Een hand die de deur van onze wagon opent. Paniek neemt het van me over en ik tik op de schouder van Remus, in de hoop hem te wekken. Wanneer de deur open is zien we een figuur met een zwarte kap. Het volgende dat ik hoor is een schreeuw, ik voel het licht worden in mijn hoofd en zie de ogen van Harry sluiten. 
Wat volgt is een verblindend wit licht. Het komt uit de staf van Remus. Opgelucht hap ik naar adem wanneer warmte de wagon opnieuw vult. Het enige probleem is Harry, deze is flauw gevallen. Rustig kijk ik hem aan en tik hem op de schouder. Hij opent echter zijn ogen niet. Marcel komt de wagon binnen en kijkt geschrokken naar Harry. Hij helpt samen met Ron Harry terug op de bank en vraagt vervolgens: "Wat is er gebeurt?" Hij kijkt me aan maar ik kan niet antwoorden. Ik weet namelijk het antwoord niet. De woorden komen dan ook niet uit mijn mond, maar die van Remus: "Een dementor." 

Onbegrijpend kijk ik hem aan. "Wat is een dementor?" 

------------------------------------------------------------------------------------------------

Ja ik weet het, het is een hele tijd gelegen. Ik heb het heel erg druk gehad en probeer te schrijven wanneer ik kan.

groetjes
Skanul :)