Hoofdstuk 24

29 0 0
                                    

{Lucia}

'Als je een kans ziet om op te staan, doe je het. Er moeten nog wachten zijn die ons loyaal zijn, ook al doen ze alsof. Pak het eerste zwaard dat je ziet, ook al pak je het van een wacht. Vind de hoofdwacht.' Instructeer ik Cole. Hij knikt, en samen lopen we met pen en papier in de hand naar de poort.
'Ah, altijd leuk. Tieners die interesse hebben in het koningshuis. Dat zie je zelden.' De wachten laten ons binnen.
'Respect!' Roept een van hen ons na. Ik draai me naar hem om en glimlach vriendelijk.
We gaan ergens een beetje vooraan in de zaal zitten waar Gale zometeen zal zijn. Even later komt hij de zaal binnen en gaat zitten op de troon. Mijn troon.
'Beste mensen, u mag één voor één naar voren komen om een vraag te stellen. De wachten zullen u uitkiezen. Harmon?' Gale kijkt naar een wacht. Ik draai mijn hoofd om naar de wacht, die ik gelukkig herken als de grappige man die vijf jaar lang mijn persoonlijke wacht is geweest. Toen ik bang was gaf hij me een klein, roze beertje dat nu nog steeds op mijn kamer ligt. We noemden het beertje altijd polly. Ik naam haar overal mee naartoe. Harmon zal me helpen, ik weet het zeker.
Harmon kijkt de zaal rond. Snel steek ik mijn hand op om een vraag te stellen, maar word helaas niet uitgekozen. Een vrouw met donker haar staat op en loopt naar voren, met Harmon recht achter haar.
'Waarom gelooft u dat u de macht kan krijgen in Illina?' Vraagt ze.
Gale zucht diep en kijkt geïrriteerd.
'Zie je die snotapen van een prinsessen hier ergens? Zie je een koninklijk familielid? Nee! Verwijder haar.' Twee andere wachten lopen naar de vrouw toe en begeleiden haar naar buiten.
Na een paar vragen word ik eindelijk uitgekozen. Harmon glimlacht naar me.
'Ken ik je ergens van?' Vraagt hij zachtjes, zodat niemand het hoort.
'Polly.' Fluister ik. Zijn ogen worden groot.
Snel neemt hij me mee naar voren, naar prins Gale.
'Een studente. Welke klas zit je?' Vraagt hij.
'Het laatste jaar.' Antwoordt ik.

{Maxon}

Hannah loopt naar voren. Wat doet zij hier?!
Ik zie de wacht achter haar naar een van de wachten die bij Gale staat kijken. Het is alsof ze een soort geheime code hebben met hun ogen.
Maar niemand blijkt het echt door te hebben.
'Geweldig. Waar schrijf je voor?' Vraagt de prins geïnterresseerd aan Hannah.
'De schoolkrant.' Antwoordt ze vol trots.
We hebben helemaal geen schoolkrant.
'Wat is je vraag?' Gale kijkt met een grote glimlach naar Hannah, alsof hij haar zo mee zou nemen naar zijn kamer.
'Verus amor.' Zegt Hannah. Meteen trekken een aantal wachten hun zwaard en gaan bij Hannah staan.
'Wat is hier aan de hand?!' Gale staat boos op. Ook hij blijkt geen idee te hebben wat er aan de hand is.
'Arresteer hem en laat de gevangen in de kerker vrij!' Roept Hannah.
De rest van de wachten trekt ook hun zwaarden en verdedigt de prins.
'Lucia.' Zegt Gale met een grijns op zijn gezicht.
Meteen staat Neveah op en rent naar een van de wachten toe om zijn zwaard te pakken.
Verbaasd draait Hannah zich om om naar Neveah te kijken.
'Arresteer hen!' Roept Gale tegen de wachten.
De wachten stellen zich tegen elkaar op en begin te vechten met hun zwaarden.
Ik ren naar Neveah toe, die me een zwaard geeft. Ik vecht mee en doe alles wat ik kan, terwijl de rest van de mensen wegrent, het paleis uit.

{Lucia}

Harmon gooit een zwaard naar me, dat ik vang en richt op Gale. Hij trekt zijn zwaard en knalt ermee tegen het mijne aan.
Bijna valt hij uit mijn handen, maar ik weet mijn grip te behouden en knal terug. Net voor ik zijn arm kan raken blokt Gale mijn aanval met zijn zwaard.
Vele wachten achter ons worden gedood of rennen weg, net als de mensen.
Achter me zie ik Maxon, Cole en Neveah mee vechten tegen de wachters die niet hebben geluisterd naar mijn bevel.
Verus amor is waar ze naar zouden moeten luisteren.
Gale neemt een zwaai met zijn zwaard langs mijn gezicht. Ik leun achterover, waardoor alleen mijn bril van mijn hoofd op de grond knalt.
'Mooi haar.' Zegt Gale grijnsend, terwijl hij nog een keer met zijn zwaard uithaalt.
'Dankje.'
Wanneer ik wil uithalen met mijn zwaard val ik achterover op de vloer. Mijn zwaard glijd over de vloer van me weg. Gale gaat boven me staan en kijkt me met een gemene glimlach aan.
Hij houdt zijn zwaard gereed om me recht in mijn buik te steken. Net voor hij uithaalt steekt er een zwaard door zijn lichaam, waardoor hij neervalt op de grond, bijna bovenop mij.
Net voor hij bovenop me kan vallen rol ik naar de zijkant.
Wanneer ik opkijk zie ik Maxon geshokeerd met een zwaard vol bloed staan.
Ik sta snel op en geef hem een knuffel. Hij slaat zijn armen om me heen.
'Buk.' Zegt hij vervolgens. Ik doe wat hij zegt en beide bukken we. In mijn ooghoek zie ik een zwaard over ons heen gaan.
Ik draai me om en hak met mijn zwaard in de been van degene die ons aanval.
De wacht valt neer op de grond en schreeuwt het uit van de pijn.
Wanneer ik de zaal rondkijk zie ik enorm veel dode wachten staan.
De wachten die nog leven gaan allemaal voor me staan en buigen.
'Lang leve de prinsessen.' Zegt Harmon. Ik glimlach en sla mijn armen om hem heen.
'Sluit de paleispoorten en bevrijd de gevangen.' De wachten knikken en lopen snel weg. Vervolgens draai ik me om naar Maxon.
'Ga naar de dichtsbijzijnde badkamer om tot rust te komen. De gang door en dan links. Vijfde deur rechts. Ik kom er zo aan.' Hij knikt en slaat zijn armen om me heen.
Neveah rent naar me toe en knuffelt me.
'Wat zie je er anders uit.' Zeg ik vol verbazing.
'Jij ook.' Tranen stromen langs mijn wangen.
'Ik ga wel even kijken of Maxon oke is.' Zegt Neveah. Ik knik en glimlach naar haar, waarna ze snel achter Maxon aangaat.
Ik draai me om naar Cole. We zijn de enige die nog in de zaal zijn.
Met een bloederig zwaard in zijn handen staart hij naar de grond.
'Is alles oké?' Vraag ik aan hem. Langzaam tilt hij zijn hoofd op om naar me te kijken.
'Wat gaat er nu gebeuren met mij?' Vraagt hij.
'Hoe bedoel je?'
'Ik wil niet meer met je samen zijn.' De grip om zijn zwaard versterkt.
'Ik ook niet.' Antwoordt ik.
'Wat betekent dat, verus amor?' Hij richt zijn ogen op zijn zwaard.
'Ware liefde.' Antwoordt ik, bang voor zijn vreemde gedrag. Hij draait zijn hoofd om, waardoor ik een bloedvlek op zijn wang zie zitten.
'Weet je, ik dacht echt dat wij dat hadden. Ware liefde.' Vertelt hij. 'Maar, dat bleek toch niet zo te zijn.' Langzaam begint hij om me heen te lopen, zijn ogen nog steeds op het zwaard dat hij rechtop voor zijn gezicht houd.
'Na al die maanden in het paleis gewoond te hebben, wil je niet terug. Man, wat een hel daar in dat kleine rothuis. Zeker met jou erbij. Zo blij dat je naar school mocht.'
Vol minachting kijkt hij me aan. Hij draait zich om en loopt naar de voorkant van de zaal, waar hij gaat zitten op de troon.
'Ik wil hier niet weg. En zo lang jij er bent, kan ik hier niet blijven.' Hij kijkt even naar het zwaard, staat dan op en loopt met een snelle pas naar me toe.
Ik deins achteruit en knal tegen de muur.
Het puntje van Cole's zwaard staat tegen mijn buik aan gedrukt, die ik zo ver mogelijk probeer in te houden.
'Dus, jij en je zus moeten... weg. Samen met je tante, natuurlijk. Ik vraag me af of ze al is weggerot in die cel.'
'Dus alles wat je wil is wonen in het paleis?' Vraag ik, zijn haat voor mij niet begrijpend.
'Wonen in het paleis is zo ondergewaardeerd! Ik wil een titel, een naam, waarde,' Hij pauzeert zijn zin. 'De kroon.' Ernstig kijkt hij me aan.
Vervolgens draait hij zich om en loopt langzaam de andere kant op terwijl hij doorraast over de grote feesten, de vrouwen, de landen en iedereen die van hem zal houden.
Langzaam, zonder een enkel geluid te maken, probeer ik een zwaard op te pakken.
Ik struikel over de voet van een dode wachter en knal neer op de grond.
In een ruk draait Cole zich om en richt zijn zwaard op mij.
'Dat dacht ik niet. Prinses.' Dat laatste zegt hij vol afschuw, waardoor een druppel van zijn slijm op mijn arm beland.
In een schijnbeweging sta ik op en pak een zwaard van de grond om het vervolgens op hem te richten.
Meteen breken we uit in gevecht en slaan we keer op keer onze zwaarden tegen elkaar, proberend elkaar te doden.
Ik kan niet geloven hoe hij zo tegen me gekeerd is. Wil hij zo graag macht?
'Weet je, de eerste gedachte toen ik je voor het eerst zoende was of ik koning zou worden als we zouden trouwen. Wat heb daar die nacht toch heerlijk van gedroomd.'
Met een keiharde knal sla ik mijn zwaard tegen het zijne.
'Ik wist dat je daar boos van zou worden.' Grijnst hij.
Met een krachtige klap knalt mijn zwaard uit mijn handen. Ik dacht echt dat ik beter was in zwaardvechten. Misschien moet ik toch maar wat meer gaan oefenen.
'Vast niet hoe je de herinnering aan je eerste kus had voorgesteld, of wel?' Vraagt hij met een grijns.
Opeens zie ik Maxon in de deuropening staan. Hij pakt een zwaard van de grond en
Cole steekt zijn zwaard in mijn arm. Ik schreeuw het uit van de pijn.
Meteen draait hij zich om naar Maxon, die hem aanvalt.
Bloed stroomt uit mijn arm. Ik houd mijn hand op de wond om het bloeden een beetje tegen te houden.
'Jammer hè, dat ze een prinsesje is?' Grijnst Cole.
'Haar eerste kus met mij was tenminste oprecht.' Merkt Maxon op. Stond hij al langer te luisteren?
Cole's gezicht betrekt. Hij haalt uit naar Maxon, die zijn aanval ontwijkt en zelf meteen terugslaat.
Ik scheur de mauw van een van de dode wachten af en bind mijn wond dicht.
Neveah rent de kamer in en pakt een zwaard van de grond terwijl ze naar Cole en Maxon toe rent.
'Buk!' Roept ze naar Maxon, die meteen bukt. Neveah's zwaard gaat recht door Cole's schouder. Hij valt op de grond en begint te bloeden.
'Haal een wacht.' Commandeert Maxon Neveah. Ze knikt en rent de zaal uit.
Maxon rent vervolgens naar mij en helpt me op te staan. Meteen sla ik mijn armen om hem heen.
Even later komen de wachten terug en nemen Cole mee. Hij kan in de cellen wel verzorgd worden.
Ik verlos me uit Maxon's omhelzing en richt me op de overgebleven wachters die wachten op een bevel van mij.
'Breng de doden naar het crematorium.' De wachters buigen en beginnen met het opruimen van de dode wachters die levenloos op de grond liggen.
'Alles oké?' Ik draai me terug naar Maxon en pak zijn beide handen vast.
'Ja. Ik ben gewoon...'
'Snap ik. Ik ook wel een beetje, om eerlijk te zijn.'
Ik glimlach en geef Maxon een kus op zijn lippen, waarna ik vervolgens de kamer uitloop...

BlueWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu