Chapter 11

536 41 1
                                    

Wild kijk ik om me heen. Ik snik nog na terwijl ik datgene vind dat me wakker heeft gemaakt; de zon door het gordijn. Naast me hoor ik Terra door de muren heen gillen. Verschillende voetstappen klinken over de gang. Ik blijf maar naar de deur staren, hopend dat het open zal gaan en ook maar iemand naar me toe komt. Want eerlijk gezegd heb ik niets anders nodig.

Het enige probleem is dat de voetstappen mijn deur voorbij rennen en pas stoppen bij Terra's deur. 

Ik stop met snikken, kijk naar mijn handen en blijf stil, zodat ik het gesprek in de kamer hiernaast kan volgen. Papa is naar Terra toe gerent en zo te horen heeft hij haar wakker gemaakt. Terra geeft snikkend toe dat ze een nachtmerrie heeft gehad en zo te horen probeert papa haar te troosten. 

Heel even verlang ik ook naar zijn armen. Heel even maar, want Terra zal ze meer nodig hebben dan ik. En toch doet het wat pijn om papa daar te horen. Want hij is niet bij mij, ook al weet ik zeker dat ik ook gegild heb. Is hij zo gewend aan mijn gegil dat hij me maar alleen laat om ermee te dealen? Zo zit hij toch niet in elkaar?

Ik hoor hoe papa over de gangen rent en iets langzamer weer terug keert naar Terra. Er moet wel iets heel ergs zijn. Ik hoor hoe papa haar verteld dat ze altijd welkom is, waar dan ook, als ze mijn vader nodig heeft. 

Waarom word ik hier zo jaloers van?

Ik besluit maar aan te kleden in een blouse en een zwarte spijkerbroek. De blouse is wit, met een perzikkleurige kraag. Ik laat mijn haar los, zodat ik mezelf er altijd nog achter kan verbergen. Voor wanneer ik even alleen moet zijn, ook al kan het op dat moment niet. Daarna loop ik naar de woonkamer.

Er is nog niemand. Stilletjes pak ik wat broodjes van de tafel die al voor ons klaar is gezet en neem plaats aan tafel. Ik speel wat met de broodjes voor mijn neus, verschuif ze in verschillende patronen op het bord. Ondertussen blijft mijn nachtmerrie in mijn hoofd spoken. En wat ik daarna hoorde. En wat ik niet hoorde. 

Een stille traan valt over mijn wang. Een dag geleden zei iedereen nog dat ze om me gaven, dat ik er wel toe deed. En nu horen ze me niet eens meer. Hoe hard ik ook gil. Heel even twijfel ik of ik weer terug naar mijn kamer moet lopen om me daar op te sluiten. Maar daar is het al te laat voor; papa en Delphi lopen naar me toe. 

''Heb je dat gegil ook gehoord?'' vraagt Delphi zodra ze tegenover me zit. Ik kijk haar vragend aan. ''Terra had een nachtmerrie. Ik heb het zo te doen met haar! Ze heeft het echt niet makkelijk met dit alles. Ik wou dat ik iets voor haar kon doen...'' zegt ze snel achter elkaar. Oh, natuurlijk. 

''Jij hebt natuurlijk wel lekker geslapen. Slaappillen nemen je zo mee in een droomloze nacht,'' gaat Delphi verder. Ik kijk naar mijn handen. Was dat maar zo. 

Delphi ratelt maar door over haar droom. Zij heeft goed geslapen, dat is duidelijk. Ik sluit mijn ogen en luister naar haar verhaal, probeer me een voorstelling te maken van wat ze heeft gezien. Af en toe is dat vrij moeilijk, want ik ben er eigenlijk veel te moe voor. En ergens wil ik geen duister zien, dat lijkt op de tunnel waar ik in viel. De leegte waar ik wel vaker in ben geslagen. En dat allemaal in een paar uur. 

Ergens in de verte hoor ik nieuwe voetstappen, maar ik heb mijn ogen veel te lang gesloten. Ik krijg ze amper open. Sterker nog, mijn focus verdwijnt er ook nog eens bij. 

''Wat zie je er leuk uit! Maar heb je het niet ontzettend warm?'' hoor ik Delphi vragen. Mijn hersenen geven geen betekenis aan de woorden. Het zijn willekeurige woorden, achter elkaar. God, ik ben echt moe. "Ik heb het juist de hele tijd koud, zal wel bij de zwangerschap horen," antwoord Terra. Weer geen betekenis.

Ik hoor hoe de twee discussiëren over eten. Dit keer neem ik niet eens de moeite om te luisteren naar wat er wordt verteld. Sterker nog, ik zak langzaam weg.

Ik schrik op wanneer de stoel naast me luide geluiden maakt. ''Sorry,'' fluistert Terra zachtjes. "Maakt niet uit," begin ik. Mijn god, wat klinkt mijn stem walgelijk. Ik probeer het overtollige slijm uit mijn keel te krijgen voordat ik verder ga. "Het komt wel goed." Want ik weet dat ze zich af vroeg of alles wel goed met me ging. Zoals ik al eerder zei, Terra heeft het harder nodig dan ik.

Ik zie hoe Delphi toast en dampende thee voor Terra's neus zet. Dankbaar begint ze met eten.

"Wat is dat?" vraagt Delphi uit het niets, wantrouwen druipend van haar woorden. "Wat is wat?" vraagt Terra, niet begrijpend waat Delphi het over heeft. Delphi wijst naar haar arm. Ik volg haar vinger en laat mijn mond open zakken. Niet weer.

Overal over haar onderarmen zitten krassen, duidelijk vers gezet.

"Maar Terra, je had beloofd dat je het niet meer zou doen," roept Delphi wanhopig. "Je wordt binnenkort moeder, als die krassen blijven staan, als je jezelf pijn blijft doen, en je kindje is iets ouder, hoe ga je dan uitleggen waarom mama krassen op haar armen heeft staan?" vraag ik zachtjes. Terra had er zelf duidelijk geen rekening mee gehouden.

"Ik... Ik weet het niet," mompelt ze. "Luister lieverd, we doen dit alleen omdat we ontzettend veel om je geven. Als we niks om je zouden geven, hadden we je gewoon je gang laten gaan. Maar dat doen we niet," zegt Delphi bezorgd. "Maar... En nu?" vraagt Terra.

"Ik kan wel een zalfje vragen bij de ziekenboeg. We lichten papa in, en we hopen dat het weer weg gaat. Maar alsjeblieft, beloof me dat je het nooit meer doet," smeek ik, bijna vermoeid. Want stiekem weet ik dat het geen zin heeft. Dat zie ik in Terra's ogen.

Zoals ik al zei; Terra heeft alle hulp harder nodig dan ik.

Speak The Truth, Even If Your Voice Shakes (Sequel)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu