Terugkomst

548 27 1
                                    

We gaan op de grond zitten en we krijgen een blik eten aangeboden. Meer uit beleefdheid dan dat ik echt trek heb, eet ik wat van de roereieren. Dan beginnen we te vertellen wat er gebeurd is.

Gelukkig doet Kai het meeste praatwerk, want ik weet echt niet of het me gelukt zou zijn. Toen we erachter kwamen wat Jeanine's plannen waren, wilden we zo snel mogelijk weg, maar het was niet simpel om dat te doen. We hebben wekenlang gepland om weg te gaan en nu is het er eindelijk van gekomen. Op hun beurt vertellen zij wat er gebeurd is: dat ze ontwaakten uit de simulatie en dat er van ze verwacht werd dat ze mee zouden werken met Eruditie.

Maar dat wilden ze niet en toen zijn ze naar Oprechtheid gegaan, waar ze Tris en Four weer zagen. Hun namen zeggen me niks, maar al snel wordt het me duidelijk dat dat het tweetal is dat de simulatie stopgezet heeft en veel levens gered hebben. Ik heb meteen veel respect voor ze. Dan vertelt Christina dat ze aangevallen waren in Oprechtheid en dat ze daarna naar Onverschrokkenheid zijn gegaan, waar Jeanine door een soort serum ervoor gezorgd heeft dat er steeds meer levens zouden worden verwoest als er geen Afwijkende naar Eruditie kwam.

Lauren, Kai en ik kijken elkaar aan. Het is dus wel zo. Ik kan zien dat Christina, Lynn en Uriah echt zijn geraakt om het feit dat Tris daar nu zit. En dat Four daar nu zit. Niemand weet wat er gaat gebeuren en dat maakt het allemaal zo erg. 'Kom, we brengen jullie spullen naar boven.' Samen met onze tassen lopen we achter Christina aan, die naar boven loopt. Ze laat zien waar we onze spullen kunnen zetten en dat doen we. Daarna gaan we weer naar beneden.

'Zullen we een spelletje doen?' vraagt Uriah. Ik heb wel zin in een spelletje en daarom zeg ik ja. Uriah haalt een pak kaarten tevoorschijn en we doen het spel "pesten". De hele avond vermaak ik me en vergeet ik bijna wat voor ellende er allemaal om ons heen gebeurt. Ook als ik na een tijdje eindelijk in slaap val, voel ik me redelijk rustig.

De volgende morgen zitten we allemaal aan het ontbijt, totdat Christina ineens opspringt. 'Tris!' Uriah en Lynn staan ook direct op en met z'n alle lopen ze naar de deuropening, waar zij en Four staan met een andere jongen. Christina vraagt wat er gebeurd is en ik hoor Tris zwakjes zeggen dat Caleb haar verraden heeft. Caleb, die naam ken ik. Dat is de jongen die in mijn inwijding zat. Hij slikte alles wat Jeanine zei voor zoete koek. Slimme jongen, maar ook best gevaarlijk, bedenk ik me nu.

Christina gaat samen met Tris en Four naar boven en Uriah en Lynn komen weer terug naar ons. Terwijl ze gaan zitten, zegt Lynn: 'Ik kan het niet geloven! Dat uitgerekend Péter hen gered heeft!' Uriah is het met hem eens en ik vraag me af wie Peter is. Als ik het vraag, zegt Lynn: 'Die jongen met zwart haar.' Ze kijkt in zijn richting en ik volg haar ogen. De jongen die net bij Tris en Four in de deuropening stond, loopt naar de lege hoek van de kamer en gaat daar zitten.

'Waarom is het zo raar dat hij hen gered heeft?' vraag ik. Lynn begint te lachen, maar niet met plezier. 'Die jongen is gestoord. Gestóórd zeg ik je! Tijdens de inwijding heeft hij Tris proberen te vermoorden! En hij heeft een aspirant in zijn oog gestoken met een mes, omdat diegene hoger op de ranglijst stond dan hem!' Ik voel een rilling door mijn lichaam heengaan. Wat erg! 'En hij heeft vast nog wel meer dingen gedaan. Die jongen spóórt niet! Hij is echt zíek!'

Heeft hij al die dingen echt gedaan? Maar als hij slecht zou zijn, waarom zou hij ze dan redden? Omdat het in mijn aard zit om open te staan voor iedereen en om niemand te veroordelen voor ik diegene heb leren kennen, zeg ik: 'Hij ziet er wel een beetje eenzaam uit. Heeft hij geen trek?' Lynn begint nu echt te lachen. 'Welja! Heb nog medelijden met hem ook!' Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Dan zegt Lynn: 'Ja, hij is heel eenzaam. Misschien moet je maar eens naar hem toegaan om hem gezelschap te houden.' Aan alles kan ik merken dat ze sarcastisch is. 'Lynn,' zegt Uriah.

'Wat nou?!' zegt Lynn. Dan kijkt ze naar mij. 'Hup, ga dan?' Ik weet niet wat ik moet doen. Naar hem toegaan of niet? Maar ik ken hem helemaal niet. Ik zucht, sta op en loop met een nieuw blik eten naar hem toe. 'Hoi.' Ik ga bij de jongen zitten, die me aankijkt alsof ik gek geworden ben. 'Ik ben Avery. Jij bent Peter?' Hij reageert niet. 'Heb je trek? Hier.' Ik reik hem het blik aan, die hij aanpakt zonder iets te zeggen. Als hij het blik openmaakt en begint te eten, zegt hij nog steeds niks. Ik voel me een beetje ongemakkelijk. Zit ik echt bij een jongen die iemand heeft proberen te vermoorden en die iemand in zijn oog gestoken heeft?

Ik besluit om een gesprek te beginnen. 'Jij hebt Tris en Four dus gered?' Hij haalt zijn schouders op. 'Dat is nogal wat,' zeg ik dan, omdat hij doet alsof het hem niks kan schelen. Ik vind het niet leuk dat hij zo onaardig doet. 'Als het je toch niet kan schelen, waarom heb je het dan gedaan?' Hij kijkt me aan en zegt: 'Omdat Tris mijn leven per ongeluk heeft gered en ervoor heeft gezorgd dat ik niet neergeschoten werd. Ik stond bij haar in de schuld.'

Ik schrik van zijn stem; hij klinkt zo ruw. Toch kan ik mezelf er toe zetten om antwoord te geven. 'Maar zo werkt het toch niet? De meeste mensen doen zulke dingen omdat ze aardig zijn.' Als Peter begint te lachen, huiver ik. Zijn lach klinkt duister en gemeen. 'Ik bén niet aardig. Wist je dat ik haar bijna heb vermoord? En dat ik iemand in zijn oog gestoken heb?' Er gaat weer een rilling door me heen. Dat ik het voor de eerste keer hoorde, vond ik al erg. Maar om het hém te horen zeggen, met die stem..

'En dat ik mensen in elkaar geslagen heb, beroofd heb en ze misschien wel blijvende schade heb toegebracht?' Hij grijnst. 'Dus als ik jou was zou ik maar ver uit mijn buurt blijven.' Plotseling voel ik me gekwetst; hoe kan iemand nou zo gemeen zijn?! Ik word boos op hem. Waarom deed ik deze poging überhaupt nog?! Wat dacht ik nou, dat hij echt aardig tegen me zou doen? Ik voel me gekwetst. Zonder iets te zeggen sta ik op en loop ik weer terug naar de rest.

Lynn begint te lachen. 'Zo hé, jij hebt lef!' Ze klopt me op mijn schouder. 'Ik had niet verwacht dat je het echt zou doen!' Ik voel me al iets beter. Komt dat door wat Lynn zei, of omdat ik uit de buurt ben van Peter, die me een akelig gevoel gaf? 'Ik zat al te wachten totdat hij je weg zou jagen!' zegt Lynn. 'Normaal gesproken was dat al lang gebeurd als iemand naar hem toe zou gaan. Niet dat er ooit iemand naar hem toe gaat, maar ja. Je hebt een recordtijd neergezet!'

Ik zie dat Lynn en Uriah grijnzen en ik probeer er ook om te lachen, maar het lukt niet echt. Waarom doet hij zo? Waarom is hij zo gemeen en doet hij zulke vreselijke dingen waardoor iedereen hem haat? Zo kun je toch geen leven leiden?

Divergent: Peter HayesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu