Hoofdstuk 19

23 3 0
                                    

Lucas

Grauwe fietsenrekken sieren het schoolplein niet. Om mij heen staan volwassen met elkaar te praten over onderwerpen waar ik nog geen weet van heb. De zon schijnt te vel in mijn ogen waardoor ik graai in mijn jaszakken voor een of andere kan op verlichting door een zonnebril die de druk op mijn ogen enigszins weg kan nemen. Ik zoek de twee kastanje bruine ogen van Marlijn.
Ik zie haar op de tafeltennis tafel zitten met twee vriendinnen , ieder aan elk van haar zijde. Ze kijken met een schuin blik naar mij , waarna ze giegelen en wegkijken wanneer ik hun blikken kruis. Ondanks dat ik mijzelf niet kan zien , loopt er gegarandeerd een diepe grond midden door mijn voorhoofd heen. Ik loop naar het voetbalveld waar ik met mijn ogen Erik zijn gestalte zoek. Wanneer hij mij aankijkt vormt een grote grijns zich op zijn gezicht.

'Gast , heb je het niet door?'

Hij speelt de bal door die ik behendig met een van mijn voeten tegenhoud.

'Wat zou ik door moeten hebben , Erik?'

Een raar , onaangenaam gevoel , raast door mijn lichaam heen. Uit het niets begin ik mij zeer ongemakkelijk te voelen in mijn eigen huid.

'Je bedoelt hiermee hopelijk niet te zeggen dat je Marlijn verteld hebt over mijn gevoelens?!'

De onschuldige kastanje bruine ogen van een twaalf-jarig jongetje lijken te twinkelen in het felle licht van de vroege morgenzon.

'Ik heb alleen maar gezegd dat je haar héél leuk vindt en dat je graag verkering met haar zou willen.'

Mijn mond valt open en weer dicht. Mijn reactievermogen is ernstig verlaagd door dit bericht waardoor pas na een hele minuut, waarin ik met open mond naar Erik heb gestaard , wiens glimlachje , gevormd door zijn lippen , een gemene uitdrukking op zijn gezicht weergeeft.

Ik heb mijzelf niet meer in de hand. Wanhopig kijk ik naar de tafeltennis tafel waarop Marlijn en haar twee vriendinnen opzitten en bijna van diezelfde tafel afvallen van het lachen.

Helaas is die lach erg bespottelijk bedoeld , wat ik gelijk door heb.

Ik kom pas weer in de werkelijkheid terecht wanneer ik een scherpend geschreeuw vanuit Erik zijn mond hoor dreunen. Blijkbaar heb ik in een opwelling van haat , ontzetting en verraad mijzelf niet in de hand kunnen houden en de voetbal , die ik net zo goed onder mijn voet geklemd had , vol in zijn gezicht geslagen.

Direct komt er een juf aangesneld die ik in zeven jaar op de basisschool geen enkele keer als onderwijzeres heb gehad.

'Lucas! Wat heb je gedaan?! Erik zit helemaal onder het bloed!'

Mijn ogen staan vol ontzetting en schuld ondanks dat ik ze niet kan zien. Zelf kan ik ook een vleugje haat bespeuren die gelukkig in de paar seconden vrijwel geheel weggeëbd is.

'Ik....hij...hij....'

Alle woorden die ik tot nu toe geleerd heb lijken uit mijn mond te zijn verdwenen.

'We gaan je ouders bellen , Lucas. Dit is ongehoord!'

Ik word ruw weggesleept bij Erik vandaan wiens wangen nogsteeds besmeurd zijn door bloed en tranen.

Wanneer ik langs Marlijn en haar twee vriendinnen loop , zie ik een blik in hun ogen vol spot en een felle afgunst.

Tranen vormen zich in mijn ogen en ik slik een opkomende huilbui door.

'Lucas , Lucas! Word wakker , lieverd , word wakker!' Twee warme armen schudden mij hevig door elkaar.

Twee grijze ogen zorgen ervoor dat ik mij weer in de werkelijkheid bevind.

Happend naar adem schiet ik recht overeind in mijn bed en kijk verwilderd om mij heen.

Ik ben in mijn kamer.

Hope ligt naast mij.

Ik ben negentien jaar oud , geen twaalf.

Het besef dat er zich tranen op mijn wangen bevinden dringt pas tot mij door wanneer Hope mijn tranen met haar rechterduim wegveegt.

Ze trekt bij dichter tegen zich aan tot ik haar hartslag op de mijne kan voelen. Ik adem de heerlijke geur van haren in die naar kaneel ruiken. Mijn hartslag begint langzamerhand zich weer tot een normale hartslag te vormen.

'Waar droomde je over?'

'Hoe viel ik in slaap, wanneer , ik bedoel onder welke omstandigheden?'

Ik heb pas door dat ik haar vraag aan het ontwijken ben wanneer er een lach rondom haar lippen speelt die duidelijk onnatuurlijk is.

'We waren wat wijn aan het drinken gisteravond terwijl aan het praten waren over onze kindertijd. Toen we wat aangeschoten waren waren we eigenlijk alleen nog maar aan het knufellen....en zoenen...ja...dat...'

De blos die zich over haar  wangen trekt is het meest schattige en lieve wat ik in een lange tijd gezien heb. Zo lief hoe ze zich ongemakkelijk begint te voelen wanneer we het over intimiteit hebben.

Ik verdring een vraag die zich in mijn gedachten begint te vormen.

'Toen we aan het knuffelen waren, viel je in slaap op mijn arm hier op bed en ik kort daarna ook , nadat ik naar je heb gestaard omdat je heel schattig bent wanneer je slaapt.'

Ik moet lachen en schud mijn hoofd.

'Ik werd pas wakker toen ik je hoorde huilen in je slaap.'

Ik doe mijn mond open om iets te zeggen , waarna ik hem sluit aangezien ik totaal niet weet hoe of wat ik zou moeten antwoorden.

'Ik...ik droomde over mijn basisschooltijd.'

Een tijd lang was het stil. Het was zo stil dat het voelde alsof tijd , ruimte en plaats allemaal opgevreten werden door een chaos die zich verspreidde nadat mijn woorden de fysieke wereld in waren gekomen.

'Was je basisschooltijd dan zó vreselijk?'

Een vonkje medelijden en een bepaald soort teleurstelling was overduidelijk in haar stem te horen.

'In groep acht werd ik voor het eerst verliefd en ook voor het eerst afgewezen.'

'Ik dacht dat je hiervoor nooit verliefd bent geweest?' De emotie die in haar stem zit is niet goed te vatten. 

'Dat dacht ik ook. Ik heb altijd gedacht dat de gevoelens die ik voor dat meisje voelde nooit echt zijn geweest , aangezien ik toen erg jong was.'

'De meest pure liefdes ontstaan wanneer je jong bent, en ook wanneer je al bejaard bent.'

In haar ogen is een gevoel van bittere pijn af te lezen.

'Het..het voelde....het voelde in mijn hetzelfde als wanneer ik jou kwijt zou raken....'

Haar adem stokt in haar keel en ze begint hevig je trillen. Haar adem begint onregelmatig te worden waardoor ik uit pure bezorgdheid haar vastpak en dicht tegen mij aandruk. Gelijk begint er een zee van emotie over haar wangen te stromen die zich als gewoonlijk tot tranen hebben gevormd.

'Gelukkig ga ik dat nooit weten , Hope.' Fluister ik op het aller zachtst wat mijn stem aankan.

'Aangezien ik je echt nooit zal verlaten Hope , echt nooit.'

Een tijd lang kun je alleen de opgekropte emoties van Hope horen die ze eindelijk na een hele lange tijd vrij laat.

'Ik hou van je' fluister ik zacht.

Voordat ik kan beseffen dat ik die woorden hardop door deze kamer heb laten weerklinken , voel ik twee zout smakende lippen op de mijne die mijn hele hart , mijn hele lichaam , in vuur en vlam zetten.

The Girl With The Brown SunglassesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu