CrimeZone

548 13 8
                                    

                                      1

-19 juli 2001 -

Hope is 14 jaar. Ze woont in LA samen met haar moeder. Haar vader is overleden aan kanker toen ze nog klein was. ze mist hem nog steeds, maar weet dat hij niet terug komt. Dus probeert ze er niet meer aan te denken. Samen met haar moeder heeft ze een fijn leven in de normale, rustige buurt waar bijna iedereen elkaar kent. Hope is een rustig, lief meisje. Ze heeft blond haar en felblauwe ogen. Haar moeder doet haar best om zo goed mogelijk voor Hope te zorgen.

Het was 19 juli en mooi weer, dus besloot Hope samen met haar beste vriendin naar het strand te gaan. Na een lange discussie met haar moeder, heeft haar moeder met tegenzin ingestemd. Als ze op de fiets naar het strand fietsen is het lekker weer. Ze gaan zitten op een kleedje in het zand. ‘ga je mee het water in? Ik heb het bloedheet hier.’ Zei haar vriendin Jenni. ‘Nee ga jij maar, ik kom zo. Nog even bijbruinen voor de zon weg is.’ Zei ze terug en ze ging languit liggen, sloot haar ogen en genoot van de zon.  Haar vriendin en zij waren beste vriendinnen. Ze konden haast niet zonder elkaar. Ze praatten altijd over jongens, Make-up en liefde. Als Hope wat te drinken uit de tas haalt, komt er een leuke jongen langslopen. Hij zegt haar gedag, en Hope is helemaal in de wolken. Hij was zo knap… ze verzameld al haar moed en vraagt of hij wat wil drinken. ‘ja lekker, heb je cola?’ vraagt hij en hij glimlacht. Hij heeft hele rechte tanden en ze zijn spierwit. Hope word er verlegen van en knikt stug. Ze geeft hem een glas cola en ziet dat hij een klein flesje uit zijn zak haalt. ‘wat is dat?’ vraagt ze. ‘wodka, wil je ook? Is lekker door de cola, smaakt goed hoor.’ Zegt hij terug en steekt het flesje naar haar uit. Voorzichtig pakt Hope het kleine flesje en doet er een klein beetje in. ‘dan moet je er wel een hele scheut in doen, anders proef en merk je er niks van natuurlijk.’ Zei hij en deed bijna het halve flesje erin. Hope is nog niet zo vaak dronken geweest, en de keren dat ze het wel was, dan was het van bier of wijn, maar nog nooit van wodka. Ze was wel nieuwsgierig en begon te drinken. Het smaakte lekker. ‘lekker spul.’ Zei ze en dronk het ineenkeer op. ‘klopt, doe ik bijna overal doorheen. Smaakt bij bijna alles goed.’ Zei hij terug. Zijn glas was nog helemaal vol en hij glimlachte breed. ze bleven een tijdje besluitloos voor zich uitstaren. Ze werd een beetje duizelig en kreeg hoofdpijn. ‘ik voel me niet zo lekker, de wodka valt denk ik niet zo goed.’ Zei ze en ging rechtop zitten. ‘haal een paar keer diep adem door je neus, dan word het minder, had ik de eerste keer ook.’ Zei hij en keek haar aan. Ze voelde zich steeds beroerder en zag dubbel. ‘ik voel me echt niet goed. Ik denk dat ik zo moet kotsen.’ Zei ze en voelde een pijnlijke, zeurende pijn in haar hoofd. Voor ze het weet valt ze neer op de grond en werd alles zwart….                                

SurviveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu