-hoofdstuk 7-

772 37 10
                                    

Zo stil als ik kan loop ik mijn bed uit. Het moet midden in de nacht zijn want de nacht is pikzwart. Ik leg het briefje op mijn kussen

Lieve vader en moeder,

Voordat ik me helemaal overgeef aan "Mijn lot" wil ik meer van de wereld zien. Ik wil kijken wat er nog meer te zien is de binnen de muren van dit kasteel. Ik kom terug maar ik weet niet wanneer. Ik beloof dat ik voorzichtig zal zijn.

Groetjes Stephanie.

Stilletjes loop ik door de donkere gangen. De zwarte muren laten een griezelige indruk achter. Het maanlicht schijnt door de geruite ramen op de vloer en laat een afdruk van het raam achter. Zachtjes open ik de buitendeur en sluip als een ninja over de binnenhof. Met een soort ninja-rol ga ik de stallen binnen, behoorlijk tevreden over mijn sluiptechnieken.

'Dus wat ben je nu weer van plan ?'

Verbaast draai ik me om, en daar is hij weer, Daan.

'Wat voor balletbewegingen maakte je net ?'

'Het waren ninja-moves' antwoord ik fluisterend.

'Normale mensen slapen nu'

'Dus ik ben niet normaal ?' flap ik eruit.

'Volgende vraag, waarom ben je nu buiten ?' Zegt hij peinzend.

'Ik ga een buitenrit maken' antwoorde ik. Ik probeerde het overtuigend te brengen maar het klonk niet zo.

'En nu het echte verhaal'

Het klonk niet als een vraag, eerder een bevel.

'Ik ga er een paar dagen tussenuit' antwoord ik uiteindelijk eerlijk.

'Je loopt dus weg' zegt hij nu op een vriendelijke toon. Zijn ogen doen me denken aan een lieve trouwe hond, die niet wil dat je weggaat.

'Ja, ik wil gewoon verder dan dit paleis, verder dan Corona !' Antwoord ik.

'Maar ga je helemaal alleen ?' Hij deed duidelijk zijn best dit nonchalant te vragen, maar zijn bezorgdheid was voelbaar.

Ik knikte alleen maar.

Toen begon ik zwijgend Breez op te zadelen. Hij liet me mijn gang gaan maar liep niet weg, uiteindelijk verbrak hij de stilte.

'Ik laat je echt niet alleen gaan, jij hebt weinig ervaring met voor jezelf zorgen'

'Dat kan wel kloppen, maar ik ga toch, en je mag me niet tegenhouden.'

'Ik ga je niet tegenhouden' Zei hij met nog steeds dezelde frons op zijn voorhoofd.

'Ik ga met je mee'

Ik was een beetje overrompeld door zijn mededeling en keek alleen maar toe terwijl hij zijn spullen in een oude bruine leren schoudertas stopte.

Hij zadelde een zwart paard met de naam witje (humor van mijn vader) op.

Samen stapten we op onze paarden.

'Weetje dit heel zeker ?' zei Daan nog een keer.

'Heel zeker' Ik glimlachde in zijn richting, en hij beantwoorde hem met een glimlach terug.

Toen gallopeerden we de poorten uit, over de brug het bos in. Het duurde voor mijn gevoel uren voordat we bij een kleine inham in de bergen waren. Er hingen een aantal bladeren voor waardoor je er beschut achter zat. Het duurde niet lang of Daan en ik vielen in slaap.

De volgende ochtend werd ik wakker door Daans ademhaling. Ik was in mijn slaap tegen hem aan gezakt en lag met mijn hoofd tegen zijn schouders geleund. Voorzichtig stap ik uit de grot. Als ik de bladeren opzij duw wordt ik enkele seconden verblind door het zonlicht.

Tangled/Rapunzel 2 NLWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu