-hoofdstuk 16-

482 26 12
                                    

'Pap, doe niet zo eigenwijs en ga ook gewoon slapen.'

'Luister Steph, de laatste keer dat ik rustig lag te slapen ging je er van door, ik raak mijn dochter niet nog een keer kwijt.'

Misschien is dit weer een van mijn veelvoorkomende, en niet altijd kloppende voorgevoelens maar het leek of mijn vader verdrietig klonk.

Ik ga liggen en staar naar het vuur. Op mijn wangen verschijnen langzaam blosjes van de warmte.

'Pap ?'

'Ja Stephanie ?'

'Ben je.. euhh.. nog steeds boos dat ik weg ben gelopen ?'

Met een zucht draait mijn vader zijn gezicht naar mij toe. 'Is dit zo'n raar typisch meisjes-ding om diepgaande gesprekken te hebben terwijl je gewoon zou moeten slapen ?'

'Jup'

'Nou Oke dan.

Nee ik ben niet boos. Nee ik was niet boos. Ik kom zelf ook uit een heel ander leven. In mijn toekomst was niets zeker. Mijn ouders waren extreem arm en ik ging niet naar school. Ik had geen kans op een zekere toekomst, en jij hebt die kans wel maar wil hem niet met je beide handen grijpen.'

Langzaam ga ik rechtop zitten en strijk een pluk haar achter mijn oor.

'Ik probeer al 16 jaar lang precies te doen wat jullie willen. Ik kom braaf opdraven met sjieke feestjes, ik zit keurig op mijn troon met toespraken, ik weet echt bijna alles wat een "toekomstige koningin" moet weten, maar ik ben nooit mezelf. Ik ben gewoon Stephanie en niet "prinses Stephanie".'

'Probeer het eens anders te zien.'

'O, en hoe zie jij het dan ?'

'Een kunstenaar maakte ooit eens een standbeeld. Hij nam een mooi blok steen en werkte dag en nacht aan zijn meesterwerk. Toen het eindelijk klaar was kreeg hij ontzettend veel complimenten. Maar volgens de kunstenaar waren die complimenten niet terecht, volgens de kunstenaar was het standbeeld er altijd al.'

'Dat begrijp ik niet.'

'De kunstenaar zei, het standbeeld was er altijd al. Ik moest er alleen nog de juiste stukjes van weghalen.

Jij bent net als dat beeld. Je bent geboren als Stephanie. Maar in jou stroomt het bloed van een prinses. En je kunt stukken weghalen, maar die prinses is er altijd al geweest. En het maakt niet uit wat voor soort beeld of prinses je wordt. Je bent gewoon jezelf, en dat houdt in, een slimme meid, die eigenwijs genoeg is om slimme ideeën te ontdekken.'

'Dus... het maakt niet uit of ik héél netjes, en keurig opgevoed ben. Want uiteindelijk ben ik toch gewoon mezelf ?'

'Precies, en als jij gewoon Stephanie blijft komt het goed.'

Koud ! Met het gevoel dat ik bijna stik en een nat gezicht schieten mijn ogen open.

'Haha geweldig !' Zegt Eugéne, die met een big smile boven mn gezicht hangt.

'Pap, gewoon niet oké.'

Lachend haalt mijn vader zijn schouders op en loopt dan naar zijn paard en begint met opzadelen.

Mijn nek voelt stijf aan doordat mijn hoofd de hele tijd op de boomstam heeft gelegen.

Op een groot blad dat links van me ligt ligt een paar bessen klaar. Het doet me bijna denken aan thuis. Waar.een serveerster een zilveren dienblad met mijn ontbijt op bed komt brengen. Nu weer terug naar de realiteit. Ik lig in een vieze jurk op de grond, zonder schoenen en een koekenpan als wapen.

'Pap gaan we zo ?'

Mijn vader knikt en loopt samen met Maximus mijn kant op.

'Ja het duurt nog wel een tijd voor we weer thuis zijn en we moeten opschieten.'

Ik heb geen zin om te vragen waarom we moeten opschieten dus klim ik snel bij mijn vader achterop.

Ik trek mijn haren omhoog van de grond.

'Komop Maximus, naar huis.' En met die woorden galoppeert het paard door de bossen. Het wordt langzaam steeds warmer en de lucht is helderblauw.

Langzaam begin ik de dingen te herkennen. De plek waar Ik en mijn vriendin altijd gaan rijden, de appelbomen waar ik altijd appels ging stelen. En de poort naar Corona.

Ik vraag me af wat voor roddels een weggelopen prinses met zich meebrengt, hopelijk staan er niet een stel hoge pieffen in mijn paleis die je een minachtende blik geven als je langsloopt.

'We zijn thuis.' Zegt Eugéne terwijl hij zijn paard langzaam naar de stallen laat lopen. Dit gaat niet helemaal zoals ik verwacht had. Ik dacht dat mijn moeder me een knuffel zou geven en zeggen dat ze blij was om mij te zien, maar Rapunzel is nergens te zien. Ik loop stil achter mijn vader aan het paleis in. Onze voetstappen klinken luid door de grote gangen.

Dan zie ik mijn moeder.

'Stephanie !!' Ze stormt op me af en geeft me een knuffel, toch wel dus.

'Mam waarom huil je ? Ik ben er weer.'

'Daan, hij heeft me alles verteld.'

'Wat verteld ?'

'Over hoe jullie elkaar leerden kennen. Dat je je eigen leven zo vervelend vond, en dat hij met je meeging om je te beschermen.'

Rapunzel doet haar ogen dicht en haalt diep adem. 'Mam wat is er ?'

'Daan is een uur geleden overleden aan zijn verwondingen.'

Tangled/Rapunzel 2 NLWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu