Sprokjes met one direction.

Hooftstuk 10

Het was bijna ochtend ik liep naar huis. Ik hoorde een geratel in de bosjes, ik liep snel door toen hoorde ik een stem. Het was Harry "wat doe je nog zo laat buiten?" "Uhm wandelen." "Oké maar pas op er lopen wilden besten buiten rond." "Wat voorn wilde besten?" "Soort wolven of zo." "Oké maar wat doe jij voorn mijn huis?" "UHM.....ik liep hier gwn langs." "Oké ik ga weer naar bed." Ik liep naar mij kamer en zag Anna staan met mij nieuwe t-shirtje "wat doe jij met mij t-shirtje?" "Gwn ik heb het voor mij zelf uit joun kast gepakt." "Hoooow dat gaat niet gebeuren ik heb er zelf voor betaalt!" "Ja dus trut nu is het van mij." "Nee geef terug." We kwamen in een gevecht normaal zal zij winnen maar ik was veel meer in het voor deel dus won ik en zij "blijf voortaan uit mijn kamer, anders krijg jij nog meer klappen." Ik ga liggen in mijn bed. Ik hoorde de wekker maar dan knetter harde. Ik probeerde het zachtjes uit te zetten maar ik sloeg het kapot. Ik sta op en doe het gewoon. Ik ging naar school en zag dat er een auto kapot was, en een leraar dood was. Mr haverman. Ik had alteid een hekel aan die man, hij stonk alteid uit zijn mond en hij was gemeen. Maar het is wel erg. Ik zag Harry. Ik liep naar hem toren zeg "waarom liep je langs mijn huis gister avond?" "Waar heb jij het over ik lach in mij bed." "Wat dat kan niet." Dat is raar. "Je kan het gedroomd hebben!" "Ja dat zal het wel geweest zijn, ik moet gaan doei." Ik ging naar de auto en kijk wet er gebeurt is. Er zaten groten krassen en bloed en toen zag ik iets dat gevecht was niet met Anna maar met haveman. Ik probeerde hem te helpen. Ik schrik op eens wand Harry pakt mij bij de schouder. Hij zegt "Wat heb jij van dag. Jij bent er hele maal niet bij." "Uhm..... ik heb wat problemen. Ik moet naar de les. Doei." Hij kijkt me raar aan maar na de hoek loop ik die rekt naar het bos. Ik hoorde wat achter mij het was Scott die die jonge waar het huis met zijn familie zij op gebrand. Hij zegt "wat doe jij op mijn terein." "Uhm ik ben nog all bang." "Waar voor ben jij bang?" "Uhm dat ik iemand pijn doe." "Waarom ben jij bang dat jij iemand pijn doet?" "Gwn ik ben nog all verandert." "Hoe bedoel je veranderd? Lichamelijk of geestelijk." "Lichamelijk. Als ik te boos word dan gebeurd er iets." "Oke?" "Ik moet weer gaan. Doei ." Ik liep snel weg.