De zomer van 2 jaar geleden.
Met een zwart shirt loop ik de klas binnen. Ik loop naar de hoek van de klas. De hoek zonder ramen en licht. Waar een schaduw over licht, een zwarte schaduw. Vanuit de hoek houd ik in de gaten wie er binnen komt. Ik zie al wat kinderen binnen lopen.
Onder andere een meisje. Met een rode jurk en bijna zwart haar met krullen. Ik ga meteen rechtop zitten. Haar heb ik nog nooit gezien. Ik weet niet wat het is, maar ze heeft iets, iets speciaals.
Als ik even niet oplet met wie door de deur loop zie ik Travon en z'n gang voor me staan. Travon leunt over mijn tafel, zodat hij zo dicht mogelijk bij mijn gezicht is. Spottend en uitdagend.
"En hoe is het met onze Alex?" zegt hij spottend. "Nog niet gedoucht? of gefatsoeneerd?"
Angst bezit mijn lichaam. Angst dat bang is voor wat er gaat komen. Voor hun. Meerdere. Tegen mij. Alleen. Oneerlijk. Maar eerlijkheid bestaat niet. Alleen het hopen dat het zal bestaan en zal komen. Maar het zal er nooit zijn. Hoop is het enige. Niks anders. Hoop.
De docent komt binnen gelopen.
"Antwoordt sukkel." schreeuwt hij haast.
"Ne-ee." zeg ik bang.
"Ik zie het." en ze gaan voor me aan een tafel zitten. Net als anders.
Ik kan mijn ogen niet van het onbekende meisje afhouden. Ze is prachtig. En slim. Ook al ken ik haar niet.
Maar dan word ik door een duw wakker, Travon natuurlijk.
"Gast beheers je even ofzo." zegt hij spottend net als altijd. "Maar 1 ding moet je weten, zij is van mij.
In de pauze check in mijn telefoon op de wc. De plek waar ik altijd in de pauze ben.
Ik loop naar het volgende klaslokaal als ik de bel hoor. Dit uur heb ik niet met Travon en zijn gang. Maar je moet alert blijven. Altijd. Nooit mag je rusten. Gevaar zal er altijd blijven. En zonder aandacht, is er geen verdediging of voorbereiding tot.
In de gang zie ik alles. Alles wat er om me heen gebeurt. Gebeurt in een onschuldige vorm. Een vorm die niemand als gevaar zal zien. Zien zoals ik dat doe.
Ik duik weer op mijn plaats. In de hoek. Weer houd ik de deur alert in de gaten. Er is nog niemand in het lokaal.
De eerste die binnen loopt is... Het prachtige meisje met de rode jurk. Ze kijkt het lokaal rond en ziet mij dan. Met een zelfverzekerde glimlach die zo straalt, waar ik haast bang van wordt loopt ze op me af.
"Hey, mag ik naast je zetten?" vraagt ze.
Ik ben haast versteend en probeer rustig te blijven.
"Tuurlijk." zeg ik.
Ze komt naast me zitten.
"Ik ben nieuw hier en ken nog niet veel mensen. Hoe heet je eigenlijk?" zegt ze spontaan.
"Eee-hh Alex, en jij?"
"Cleo."
Zelfs haar naam past perfect bij haar.
"Moo-ooie naam." stotter ik.
"Dankje." zegt ze en ze kijkt naar beneden. Ik doe haar na. Ongemakkelijke momenten zijn zo ongemakkelijk.
"Bevalt de school je?" vraag ik.
"Mwah, maar nu is het ineens een stuk leuker." ze geeft me een knipoog.
Ik ben haast in shock, als ik nu pas zie dat iedereen al in het lokaal is.
De les begint helaas. Alsof het moment te perfect was.
De volgende dag zit ik weer naast Cleo. Ze is echt geweldig. Deze dag draagt ze een korte broek met een wijd shirtje.
Ik weet niet. Maar ik voel iets. Ik voel iets heel raars. Een raar onderbuik gevoel. Een soort wolk. Die steeds opnieuw ontstaat. Vreemd. Ik wil zo graag bij haar blijven... Ze biedt me, bescherming? Travon blijft nu wel uit mijn beurt vreemd genoeg.
Een paar dagen zien we elkaar niet. Aangezien we de les dat we naast elkaar zitten maar 2 keer hebben in een week.
Maar het gaat zo 2 weken door. Ik voel me opnieuw zo blij. Niks kan mijn dag meer stuk maken als ik weer naast haar mag zitten.
Ik kom de school binnen. En zie dan iets dat. Voelt alsof iets vanuit je borst naar je luchtpijp schiet. Net het zelfde als je schrikt maar dan langer.
Ik zie Cleo tegen de kluisjes aan staan. Met Travon er overheen gebogen. Hun lippen raken elkaar vanaf alle kanten. Ik heb het gevoel dat ik moet kotsen.
Dan wordt ik opgemerkt. Travon kijkt me met spottende ogen aan. Cleo staat daarin geshockt tegen de kluisjes. Maar Travon merkt het niet en zoent haar opnieuw. Ik loop naar buiten en neem een andere ingang.
Het is alsof ik slap word. Langzaam voel ik de pijn. Hij had het inderdaad gezegd. Maar we hadden het altijd zo leuk samen. Het was zo bijzonder. Dat was waarschijnlijk niet wederzijds. Ik baal. Ik baal vreselijk.
Wanneer ik naar huis wil vluchten na school wordt ik opgewacht. Net achter het gebouw naar de fietsenstalling staan ze. Ik voel het. Maar ik ga. Het maakt niet meer uit. Wat is er dan nog?
En uiteraard ik had gelijk. Meteen voel ik een vuist in mijn gezicht. De pijn op mijn wang gloeit.
Als ik opkijk naar wie me heeft geslagen verbaast het me niks. Travon natuurlijk.
"Die was voor het niet luisteren naar mijn waarschuwing loser." lacht hij. "En wat blijkt? Ik heb gelijk. Ik heb ALTIJD gelijk."
Opnieuw voel in een flinke klap. Niet in mijn gezicht maar in mijn maag. Alsof het daar nog niet genoeg pijn deed...
JE LEEST
GEBROKEN
Teen Fiction"Help!" was het enige wat ik kon roepen. Maar niemand kijkt om. Net als altijd... Wanneer heel je leven is verscheurd. Al je verdriet in haat is omgezet. En een nieuwe start maakt op een nieuwe school. Eindelijk. Maar het zal je nooit laten gaan...