De school is uit. Het regent en de wind voelt koud op mijn huid. Ik zet mijn capuchon op en loop naar mijn fiets. Vandaag zal ik nog een slachtoffer maken. Een jonge die ook bij mij in het dorp woonde.
Die ene keer dat hij mij belachelijk maakte. Die ene keer waarbij mijn leven nog kapotter raakte.
Ik stap op mijn fiets en focus me op de weg. Ik ga terug naar mijn oude school. De school met vreselijke herinneringen.
De school met de oh zo goede naam. Geloven ze het zelf. Onze school is pest vrij, beweren ze. Ik wordt er kots misselijk van. Hoe kunnen ze? Zijn ze zo naïef of overschatten ze zich gewoon zo erg?
Voor mijn plan heb ik 5 dingen nodig. Een computer, een microfoon, een mes, een fiets en een afstandsbediening. Mijn plan is doordacht. Ik ga hem terug pakken met koek van eigen deeg.
Wat haat ik mensen die niet voor zichzelf kunnen denken. Het is gewoon zo moeilijk om deze mensen uit te staan. Ik bedoel. Als je altijd als een hond achter iemand aanloopt heb je toch ook niets bereikt in je leven of wel?
Wat haat ik hem. Wat haat ik ze. Zonder hun was mijn leven gewoon geweest. Niemand die me aankeek en niemand die iets over me wist. Niemand die het kwam vragen. Maar nee hoor, ze moesten allemaal achter iemand aanlopen. De persoon die niet mij nou net niet mocht. Travon.
Wat een sukkel was dat. Elke keer als ik aan hem denk wordt ik opnieuw boos. Als hij gewoon nooit in mijn leven was gekomen was alles goed. Maar nee. Het lot heeft bepaald dat ik en die sukkel elkaar ontmoette.
Ik fiets de hoek om en spring van mijn fiets. Ik knoop mijn capuchon zo dicht dat je alleen mijn ogen nog kan zien. En dan activeer ik mijn plan (op mijn laptop). Ik verbind hem met mijn afstandbediening. Zodra deze verbonden is begin ik mijn oortjes in mijn oren te doen.
Milo fietst altijd alleen naar huis. En hij heeft vroeg training vandaag. Dus moet gelijk naar huis. Hij is bang voor stilte of zijn eigen ademhaling. Maar in ieder geval fietst hij altijd met oortjes. En toevallig maak ik daar misbruik van.
Dan zie ik een gedaante voorbij fietsen. Zijn jas is zwart en zijn capuchon is over zijn hoofd geslagen. Een witte draad loopt van zijn oren zijn shirt in. En het gezicht herken ik gelijk.
Milo.
Op mijn laptop maak ik verbinding met zijn telefoon en kraak zijn wachtwoord. Toevallig had ik die al gekraakt maar nu pas wil ik echt in. Ik sluit mijn laptop en pak mijn afstandbediening.
I'm going after him.
Mijn spieren zijn warm terwijl het zo koud is. Mijn huid krimpt door de natte regen. Maar de adrenaline laat me doorgaan alsof er niets aan de hand is. Mijn hart zit in mijn keel.
Ik fiets hem achterna met 100 meter afstand. Hij fietst niet snel, dus ik hou hem makkelijk bij. We arriveren het bos. Er is namelijk geen andere wegen naar het kleine dorpje naast Tilburg wat niemand kent.
En dan, is het tijd voor actie.
"Pas op, ik bijt." spreek ik in de microfoon van mijn oortjes. Ik zie in de verte Milo om zich heen kijken. Maar hij focust zich niet op mij.
"Pas op ik stink" Ik zet elke keer als ik iets zeg het geluid een standje hoger.
Door mijn oortjes hoor ik hem vloeken tegen zijn telefoon... Maar die is in mijn macht.
"En iedereen heeft de foto gezien" Ik probeer kalm en dreigend over te komen. Ik ben nu degene die domineert.
Milo blijft doorfietsen. Maar ik weet zeker dat hij het hoort.
"Wees maar niet bang... Ik ben hier om je te redden." Het geluid wordt steeds harder.
Hij stelt zichzelf vragen en scheld tegen zijn telefoon.
"Blijf fietsen, er is niets aan de hand en blijf luisteren."
"Alles wat een begin heeft, heeft ook een einde."
"Kan iemand die zichzelf haat, wel van een ander houden?"
"Wat is dit voor shit!" roept hij.
Het geluid staat nu erg hard.
Ik zet het volume knopje op mijn afstandbediening op zijn allerhardste. Mijn vinger glijdt naar de knop van de piep. En druk hem in. De hoogte en het volume van de piep is zo hard dat je oren erg worden aangetast of je flauwvalt.
Ik zie iemand 100 meter van mij vandaan op de grond vallen. Ik glimlach. Mooi zo. Precies waar ik hem wou hebben. Ik versnel mijn fietstempo. Ik doe mijn handschoenen aan en sleep Milo het bos in.
Zijn blonde haren vegen over de grond. Zijn model is geheel uit model gebracht.
Alex Klok, ik wil dat je je meld bij de rector. En pas op allemaal hij bijt en stinkt. Heeft trouwens iedereen de prachtige foto van Alex gezien?
Herhaalt het zinnetje in mijn hoofd.
Ik sleep hem mee een schuurtje die ik ooit had gevonden. Ik doe de deur open met mijn voet en sleep Milo erin. Ik sluit de schuur. Ik leg mijn hand op mijn nek. Zijn ademhaling is langzaam en zijn hartslag is langzaam.
Ik haal het mes uit mijn rugzak.
Daar gaan we weer.
Ik kijk naar de arrogante kop van Milo. Ik kan het niet ontkennen. Ik was altijd al jaloers op zijn uiterlijk.
Jammer genoeg haat ik zijn innerlijk.
Alle meisjes vielen als een blok voor hem. En daar maakte hij gigantisch misbruik van.
Hij brak hart voor hart. Zonder maar enkele medelijden. 1 van de laagste dingen ooit.
Ik breng het mes naar zijn keel. Ik maak een diepe snee. Zijn lichaam schokte. Ik sta op en loop het bos in. Alsof er niets was gebeurd ga ik naar mijn fiets en fiets naar mijn huis.
JE LEEST
GEBROKEN
Teen Fiction"Help!" was het enige wat ik kon roepen. Maar niemand kijkt om. Net als altijd... Wanneer heel je leven is verscheurd. Al je verdriet in haat is omgezet. En een nieuwe start maakt op een nieuwe school. Eindelijk. Maar het zal je nooit laten gaan...