Hoofdstuk 18

474 12 4
                                    

Tineke

Ik lig al drie uur in bed. Mijn kussen is nat van de tranen. Mama heeft me om negen uur naar boven gestuurd, ik was op van het huilen, maar het is ondertussen al na twaalf uur. "Leeft hij nog?" "Ik weet het niet, echt niet." De woorden van Eric weergalmen nog in mijn hoofd. Hoe later op de avond, hoe meer ik begin te geloven dat Koen niet meer leeft. Floor is ontmaskerd, Eric werd bekend als politieagent. Het kan toch niet anders dat ze dan ook weten wie Koen echt is? Of was... Ik zie de uren voorbij tikken. Een uur. Twee uur. Ik besluit maar op te staan, want ik word gek van mijn gewoel. Ik moet langzaam rechtstaan, door het huilen voel ik mijn hart in mijn hoofd kloppen. Ik loop mijn kamer uit en loop naar de badkamer waar ik even mijn gezicht nat maak. Dan loop ik naar de logeerkamer waar mama slaapt. Ik had een donkere kamer verwacht, maar er brandt een lichtje. Mama is een boek aan het lezen. Ze zet haar leesbril af en slaagt het deken weg van de plek naast haar. "Meisje toch", zegt ze als ik haar huilend in de armen kruip. "Hij moet terugkomen", snik ik. "Hij had het beloofd!" Ik zet mijn trots even aan de kant en huil weer uit in de veilige armen van mijn mama. "Zou hij echt... dood zijn?", vraag ik. "Dat weet ik niet, schatje. Maar voor hetzelfde geld leeft hij nog he, Eric wist het niet", antwoordt ze rustig. "Ik zou het verschrikkelijk vinden als... als Emma en Lucas hun papa nooit meer zouden zien." Ik herinner me opeens het moment dat ik Koen vertelde dat ik zwanger was. Ik had hem toen beloofd dat we dit samen zouden doen. En nu zit ik hier, alleen en niet wetend of hij nog leeft.

De volgende dag is het moeilijk voor mij om uit bed te komen. Ik heb geen zin om op te staan en om iets te doen vandaag. Mijn oogleden voelen zwaar en dik aan en ze zien rood merk ik als ik in de badkamer in de spiegel kijk. Ik kleed me om en loop naar beneden. Emma en Lucas komen naar me toe. Na hen een goeiemorgen gewenst te hebben en geknuffeld te hebben, ga ik bij mama aan tafel zitten. "Heb je toch een beetje kunnen slapen?", vraagt ze. Ik schud zachtjes mijn hoofd. Ze legt haar hand op de mijne en knijpt er zachtjes in. "Wat wil je doen vandaag?", vraagt ze zacht. "Niks", reageer ik met een schorre stem. "Meisje, je hebt zelf al gezegd dat in de zetel liggen huilen niks uithaalt", herinnert ze me eraan. Ik zucht. Ze heeft gelijk, maar vandaag maak ik graag een uitzondering. "Eet eerst en beetje en dan zien we wel", zegt mama en loopt naar de keuken. Ik wrijf met mijn handen door mijn gezicht waarbij ik de geur die de trui die ik draag mijn neus binnenkomt. Het is al een tijdje geleden dat ik een trui van Koen aangedaan heb, omdat het verdriet dan alleen nog maar erger werd. Maar nu heeft zijn geur iets geruststellends. Dat is de enige manier om me nog verbonden te voelen met hem, samen met mijn trouwring. Zou hij die van hem nog steeds dragen? Ik bekijk mijn ring en laat mijn vinger over de diamantjes glijden. Het beeld van Koen en ik voor het altaar schiet me weer te binnen maar ik verdring het beeld snel, voor ik weer in tranen uitbarst. Dan komen plots de kindjes naar me toe. Ik pak Lucas op mijn schoot en Emma kruipt op de stoel naast me. "Wat willen jullie doen vandaag?", vraag ik. "Naar oma!", antwoordt Emma. "Naar oma? Gaan we naar oma?", vraag ik aan Lucas. Hij knikt blij. Mama brengt me een ontbijtje. In de voormiddag hangen we thuis nog wat rond en na de middag besluiten we naar de stad te gaan om daar iets te eten en om daarna naar de andere oma van Emma en Lucas te gaan. Koens moeder. We gaan elke week langs bij haar in haar assistentiewoning. Ze heeft het daar goed, sinds ze daar woont, maar het vertrek van Koen weegt ook enorm zwaar op haar. Ze is dus blij om ons te zien, maar ik verzwijg het incident met Eric gisteren en de onzekerheid of Koen nog in leven is. We blijven een tijdje bij haar en dan gaan we nog eventjes naar de speeltuin.

Na het avondeten besluit ik bij Floor op bezoek te gaan. Ze ligt nog steeds in het ziekenhuis, ze heeft zelfs een dag in coma gelegen omdat ze zo verzwakt was, maar nu gaat het beter met haar. Als ik haar kamer binnenwandel, komt ze net de badkamer uit. "Hey", zegt ze verrast. "Hey, hoe gaat het hier?", vraag ik. "Goed. Zo goed zelfs dat ik morgen naar huis mag", antwoordt ze. "Echt? Dat is super", reageer ik. "Ja, ik loop hier de muren op", zucht ze en gaat op haar bed zitten. "Tom is daarnet langs geweest. Hij zei dat Eric terug is", zegt ze. Ik kijk even naar de grond en knik. "Hij weet niet of Koen nog leeft", zeg ik. "Het kan niet anders dan dat Koen nog leeft", zegt ze meteen. Ik haal mijn schouders op. "Je weet wat ze met jou gedaan hebben en Eric zei dat ze hem zelfs vermoord hadden als hij niet weggekomen was", werp ik tegen. "Ik heb het overleefd, Eric heeft het overleefd dus Koen zal het zeker overleven", reageert ze. Ik haal mijn schouders op. "Je moet blijven geloven", zegt ze. Ik zucht. Kon ik dat maar.

Ik zit in de zetel. Mama is Emma naar boven gaan brengen en Lucas ligt al in zijn bedje. Ik staar naar het scherm van mijn gsm. Ik heb het nummer van Koens gsm ingegeven en twijfel eraan om hem te bellen. Ik moet zijn stem horen. Ik moet weten of alles goed gaat met hem. Ik moet hem vertellen dat ik hem mis en zo ongelooflijk graag zie. Mijn duim zweeft boven het groene telefoontje. De kans bestaat dat ik hem hiermee verraad, maar ik zet dat even aan de kant en druk. Ik zet mijn gsm aan mijn oor, maar hoor meteen getuut, maar niet dat getuut dat de telefoon overgaat. Het getuut dat het nummer niet meet bereikbaar is. Het laatste sprankeltje hoop verdwijnt als sneeuw voor de zon. Dit kan niet veel goeds betekenen. De tranen rollen weer over mijn wangen. "Liefje, ik zie je graag! Koen, alsjeblieft!", smeek ik, geen idee tegen wie. Het enige wat ik hoor is het getuut in mijn oor. Ik merk niet dat mama weer naar beneden komt en blijf maar hopeloos smeken in mijn gsm dat hij moet opnemen. Ik weet niet meer wat ik doe. Het verdriet neemt mijn lichaam over. Ik begin te trillen en mijn schouders schokken. Mama komt naar me toe gelopen en komt naast me zitten. Ze neemt mijn gsm uit mijn handen en trekt me in haar armen. Ik laat toe wat ze doet en laat me weer gewoon in haar armen vallen. "Hij is dood, mama", snik ik. "Nee, meisje. Dat weet je niet", reageert ze. Het duurt een hele tijd voor ik weer rustig ben en ik me goed in de zetel kan leggen. "Ik wil hem gewoon nog een keer horen", zeg ik. "Zijn gsm zal kapot zijn waarschijnlijk", probeert mama me te sussen. "Waarom blijft iedereen zeggen dat hij nog leeft?", vraag ik, niet echt een antwoord verwachtend. "Omdat dat waarschijnlijk zo is. Niemand heeft gezegd dat hij dood is", zegt mama. "Floor is terug. Eric is terug. Het kan niet dat ze nog niet weten wie hij is. Als hij nog had geleefd zou hij al terug gekomen zijn. Hij zei dat hij me zou bellen en ik heb nog altijd niks gehoord", zeg ik en schud mijn hoofd. Er valt een stilte. "Hij is dood, mama", zeg ik zacht. Ik ben alleen.
—————
Dit was zo moeilijk om te schrijven, ik heb zelf bijna gehuild😅

All I Want Is You ~ De Buurtpolitie (VOLTOOID✔️)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu