Na wat een paar uur leek te duren werd ik eindelijk ontslagen uit het ziekenhuis, de zuster maakte zich zorgen om mijn eetgewoontes en vroeg Caleb om me in de gaten te houden. Ik had nog zo gezegd dat het niet nodig was, maar de zuster had me verteld dat ik ondergewicht had. Dus dat betekende dat mijn eetgewoonte moest gaan veranderen, ik begreep dat allemaal had ik haar gezegd. Maar ik wou het op mijn manier doen, Caleb en de zuster moesten daar echter niks van horen. Ze vertelde me dat als ik zo door ging ik opgenomen zou moeten worden, en dat was geen pretje. Dat zou betekenen dat ik aan een zonde zou komen te liggen, en dat is iets wat ik al helemaal niet wil. Dus veel opties had ik niet meer, en dat was de reden dat ik akkoord ging met het feit dat Caleb op mijn eten ging letten.
We zitten inmiddels in Caleb zijn woonkamer een film te kijken, ik voel zijn ogen op mijn lichaam branden. Dat doet hij al de hele film, het maakt me onzeker en zorgt ervoor dat ik me langzaam naar hem toe draai. "Kun je daarmee stoppen?" Vraag ik hem zo normaal mogelijk, wat met moeite gaat omdat ik mij vreselijk irriteer aan zijn gedrag. "Het uitzicht bevalt me prima, kijk gewoon naar die verdomde film." Geïrriteerd doe ik wat hij me opdraagt, ik heb geen zin in een discussie. Ik draai mij langzaam terug naar het scherm en concentreer mij volledig op de film. "We gaan zo eten." Ik knik enkel naar Caleb, ik heb geen zin om daar op te antwoorden. Daarnaast is deze film super goed dus weg kijken doe ik liever niet. "Ik heb pizza's besteld." Meteen is mijn aandacht terug op Caleb gericht, hoe kan hij me dit aandoen? "Kan ik geen salade eten?" Ik kijk hem smekend aan, maar Caleb laat zich niet om praten. Wat had ik dan verwacht? Dat hij me in zijn armen zou trekken, en me zou vertellen dat ik een salade mocht eten? Natuurlijk niet, het is en blijft Caleb. Pizza, bij de gedachte alleen al raak ik in paniek.
Ik sta langzaam op van de bank en neem de benen richting een random kamer, ik ga geen pizza eten is het enige waar ik aan denk op dit moment. "May kom onmiddelijk terug." Ik draai de deur op slot waarna ik me langzaam tegen de muur laat zakken, geen denken aan dat ik terug ga naar Caleb. Ik bevind mij in een soort voorraadkast, er ligt van alles in. Van eten tot mesjes tot shampoo en ga zo maar door. Mijn ogen blijven echter haken bij de mesjes, die zouden nog van pas kunnen komen. Als ik er daar een van pak kan ik mijzelf verdedigen, ik twijfel geen seconde en pak er een. Ik twijfel voor even of dit wel zo'n slim plan is, als Caleb het mes vind ben ik zwaar de lul. Maar die gedachten schuif ik al snel opzij, ik stop het mesje voorzichtig in mijn broekzak waarna ik mij opnieuw tegen de muur laat zakken. Ik hoor meerdere voetstappen in de gang wat ervoor zorgt dat ik het benauwd krijg. "May, ik weet dat je hier zit." Ik hou vol angst mijn adem in. "Ik kan je ruiken." Ik hoor Caleb zijn stem aan de andere kant van de deur, voor even blijf ik doodstil zitten in de hoop dat hij weg gaat. Maar wie hou ik voor de gek? Tuurlijk gaat hij niet weg. "Ik geef je 3 tellen om die deur te openen en met mij een pizza te eten, of ik haal je er zelf uit." Ik voel paniek door mijn aders stromen, ik heb geen keus ik moet mij overgeven aan Caleb.
JE LEEST
It Hurts
WerewolfHij was sterk. Zij was gebroken. Hij was vol haat. Zij was vol liefde. Hij was een Alpha. Zij was verbannen. Hij vond haar. Zij vond hem. Zielsverwant. ~ ŋɛ۷ɛཞ Ɩɛą۷ɛ ą ℘ɛཞʂơŋ ῳɧơ ɬơųƈɧ ყơųཞ ʂơųƖ ɱơཞɛ ɬɧąŋ ყơųཞ ცơɖყ ~ Stukje uit het boek...