Deel 19 || Kwijt

100 3 0
                                    

Rutger p.o.v.
Thomas ligt te slapen, ik heb zijn hand vast. Ik had net even een mental break down ofzo... Ik kon het echt niet meer aan, en toen was Thomas ook nog eens zo lief voor me, wat nou als hij straks echt niet meer beter wordt... Ik moet echt stoppen met deze gedachtes, voordat ik straks weer begin te huilen. Ik kijk naar Thomas. Hij ligt zo vredig te slapen nu... Even geen pijn en zorgen. Ik wou dat hij dat ook had als hij niet slaapt. Dan ineens beweegt Thomas een beetje. Hij knijpt zachtjes in mijn hand en daarna opent hij zijn ogen. Ik glimlach naar hem. "Heb je lekker geslapen?" Hij knikt en gaat op zijn rug liggen. Hij trekt een pijnlijk gezicht. Dan merk ik dat hij heel zwaar ademt. "Heb je het benauwd?" Hij kijkt me aan en knikt dan. "Ik ga een dokter halen." zeg ik en ik wil opstaan, maar Thomas houdt me tegen. "Nee niet weggaan..." zegt hij zwakjes. "Alsjeblieft..." Ik kijk hem aan en ga weer zitten. "Adem dan rustig in en rustig uit, met je handen voor je mond, misschien wordt het dan minder." Thomas doet wat ik zeg. "Het helpt wel inderdaad." zegt hij als hij klaar is. Ik glimlach. Hij kreunt even en trekt een pijnlijk gezicht. "Wat is er?" vraag ik bezorgd. "Mijn been..." zegt Thomas schoor. "Hij doet zoveel pijn, volgens mij gaat ie eraf vallen." "Nou, dat gebeurt niet zo snel hoor." zeg ik met een glimlach. Thomas kijkt me aan. "Ik kan het niet meer..." zegt hij zacht. Ik bijt op mijn lip. Hij mag echt niet opgeven. "Jawel, je kan het wel. Doorvechten tot het eind, weet je nog?" zeg ik. Hij kijkt me met betraande ogen aan. "Volgens mij is dit het eind..." Ik krijg een brok in mijn keel. Meent hij dit? Vast niet. Toch? Ik voel een traan over mijn wang rollen. "Nee... Dit is niet het eind. Dat is pas als jij beter bent. Je gaat dit overleven Thomas, hoor je me?" Hij zegt niks. Ik zucht en wrijf zachtjes met mijn duim over zijn hand. Ik staar naar de kaart met de tekst 'I love you to the moon and back' erop die op het nachtkastje naast zijn bed staat. Die heeft hij van mij gehad. Er staat in hoe trots ik op hem ben en dat we hier samen doorheen komen. Hij mag niet opgeven nu, echt niet. "Rut..." hoor ik ineens. Ik kijk op en zie Thomas die me aankijkt. Ik schrik een beetje, ik zie echt aan hem hoeveel pijn hij heeft. "Ja?" zeg ik zachtjes. "Ik hou van je..." brengt hij moeizaam uit, en dan vallen zijn ogen dicht. Het apparaat naast hem begint ineens te piepen. Ik raak helemaal in paniek. Waar is die rode knop? Ik kijk om me heen. Daar, boven het bed! Ik druk erop en wacht op de dokter. Ik kijk naar Thomas en krijg meteen tranen in mijn ogen. Wat nou als hij gelijk had? Wat nou als dit echt het eind is..? "Lief, ik weet niet of je me kunt horen of niet, maar zo ja, alsjeblieft hou vol. Voor mij. Alsjeblieft, ik kan echt niet zonder je... Ik hou van je." zeg ik huilend. Hij hoorde me vorige keer ook, misschien nu weer. Ik hoop het zo... Als hij nu dood gaat, dan weet ik echt niet meer wat ik moet doen. Eindelijk komt er een dokter binnen. "Wat is er gebeurd?" vraagt hij. "Hij had heel veel pijn en had het benauwd, en toen vielen ineens zijn ogen dicht en begon dat apparaat te piepen." zeg ik snel. Ze moeten opschieten, straks is het te laat. De man roept op de gang nog een andere dokter erbij en dan rijden ze samen Thomas de kamer uit. Ik kijk ze na. Misschien was dit wel mijn laatste moment met hem... Niet aan denken, hij overleeft dit, hij is sterk genoeg. Toch begin ik keihard te huilen. Nog erger dan eerder vandaag. Hier zit ik dan, in de kamer waar ik de afgelopen 2 maanden elke dag ben geweest om Thomas te steunen, er voor hem te zijn en hem te helpen met vechten voor zijn leven. Je gaat me niet vertellen dat dit allemaal voor niks is geweest. Hij mag niet dood gaan. Dat mag gewoon niet! Ik sta op en sla boos op de tafel die in het kamertje staat. Ik weet ook wel dat deze agressiviteit geen zin heeft, maar ik word gek, ik word echt gek. Ik kan echt niet zonder hem. Ik sla keihard tegen de muur aan, wat nog verdomd veel pijn doet ook. Ik zak huilend tegen de muur aan en sla mijn armen voor mijn gezicht. Zo zit ik een tijdje, tot ik ineens een hand op mijn schouder voel. Ik kijk op, recht in de ogen van een verpleegster. "Hoe is het met hem?" vraag ik. "Niet zo best... Als we hem nu niet opereren om de tumors te verwijderen zal hij het niet redden, dan zal hij vandaag nog overlijden. Daarom gaan we hem opereren, maar we lopen wel het risico dat we de tumors niet kunnen verwijderen. En ook dan zal hij het niet meer redden..." Ik kijk haar met grote ogen aan. "Hoe groot is de kans dat het wel lukt om ze te verwijderen?" vraag ik. "20..." Mijn wereld staat stil. Ik ga hem kwijtraken, 20% is niks. Ik voel de tranen over mijn wangen stromen en mijn hele lichaam trilt. Dit kan niet waar zijn. Ik word helemaal gek, ik kan hem niet verliezen. Ik ga nog liever zelf dood. Ik hoor de verpleegster mijn naam roepen en ze knielt naast me neer. Ik kijk haar aan. "20% is 1 op de 5 patiënten, dat is nog best veel..." zegt ze zacht. Ik schud mijn hoofd, het gaat haar niet lukken om mij gerust te stellen. Ik ga Thomas kwijtraken. Ik kan dit niet aan. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht en begin heel hard te huilen. Ik vestig al mijn hoop op die 20%, maar ik weet nu al dat het hopeloos is... Mijn vriendje, mijn beste vriend, mijn grote liefde, mijn wereld, mijn leven, mijn hart, mijn ziel, mijn steun en toeverlaat, mijn alles... Ik ben niks zonder hem.

Sick Of LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu