Hoofdstuk 6

54 4 0
                                    

Ik schrik wakker, het is ochtend. Allang. De bank waar ik op lig, voelt hard aan. Ik sta op, fatsoeneer mijn haar(er zitten heel veel losse plukken in mijn opgestoken haar), strijk de kreukels glad van mijn zwarte jurk en ik loop terug naar de plek, de plek waar ik zo bang voor ben wat er op me te wachten staat, Jane is er zeker, maar ik twijfel of Charlie er ook is. 'Waarschijnlijk niet, ze was toch zo ruw en bijna wreed tegen hem, waarom zou ze hem dan weer meenemen? Ze heeft hem vast gewoon aan de politie gegeven. Misschien heeft hij ook wel iets misdadigs gedaan? Maar waarom zouden volwassenen het hem kwalijk nemen, ja natuurlijk. Het is slecht om te stelen. Maar dit kind had geen keus, dat weet ik zeker!' De moed en vastbeslotenheid die ik in me voel, is snel weg. Ik voel me heel ellendig. 'Ik kan er toch niks aan doen! Hoe hard ik protesteer of schreeuw, niemand zal naar mij luisteren, zelfs God heeft me in de steek gelaten, hij voelt geen medelijden met mij.' Nadat ik dit in mezelf heb gefluisterd, zak ik ineen, ik kan het niet meer aan. Ik word wakker in een bed, ik schrik wakker van een gedaante, die vrolijk naar me lacht. 'Waar ben ik? wie bent u? Wat is er gebeurd?!' De zuster, die ik nu goed kan zien, drukt haar vinger op mijn mond. 'Sssss, je moet proberen niet te praten, dat vermoeit je alleen maar. Als je je wat beter voelt zal ik het allemaal uitleggen.' Maar ik wil helemaal niet wachten, ik wil het nu horen. Ik probeer mezelf uit het bed te bevrijden, waar de zuster nog op zit, maar het lukt niet, het voelt alsof ik de hele wereld op mijn schouders draag. Ik zit nu doodstil op mijn bed, maar de zuster ziet dat ik nu veel rust nodig heb, dus ze helpt me om weer te gaan liggen. Ik blijf nog uren naar de duisternis staren. Ik wil nog niet slapen, niet nog voordat ik alles weet. Maar ik heb geen idee hoe lang dat moment gaat duren, het ziet ernaar uit dat dat nog heel, heel lang duurt. In mijn toestand nog wel een maand ofzo. De uren gaan langzaam voorbij. Totdat ik weer in een doodse slaap val, waarvan ik geen idee heb wanneer ik wakker word.

Beslissingen Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu