Hoofdstuk 1

117 7 0
                                    

Een grote winkelstraat...... dat was wat ik zag, maar helemaal niet druk. Zoals je een straat rond spitsuur zou zien, overal koetsen met paarden langs je voorbij rijdend, of de mensen die achter en voor je lopen, zodat je geen enkele hint van je omgeving krijgt. Ik loop verder, zonder dat ik enig idee heb waarheen. Ik zoek iets, maar ik weet niet wat. Ik hou mijn pas in en sla een zijstraatje in, ik deins terug van al de rook die in mijn gezicht geblazen wordt. 'Wat is Londen toch smerig!' Denk ik. De zijstraat waar ik in beland ben, loop ik weer uit. Ik ga terug naar waar ik vandaan kwam, maar ik ga eerst nog heel even in een park zitten en mijn lunch opeten, die ik bij de bakker heb gekocht. Ik loop nog 350 meter door en ga dan zitten in het Sint James park. Mijn tas die nu op de grond staat, pak ik op en ik haal het stuk brood eruit. 'Het is een stuk armzalig brood, maar ik kan echt niks beters kopen.' Fluister ik tegen mezelf. Na de drie kwartier genieten van de natuur om me heen, sta ik op en loop weer verder langs Buckingham palace. Een half uurtje later zit ik weer in mijn herberg. Ik deel een kamer met Jane, mijn vriendin die samen met mij naar Londen is gereisd. 'Edith, kijk! Hier ben je vast geïnteresseerd in.' Ze overhandigt me de krant. Ik zie een kopje staan: gezocht, een kamermeisje in een fatsoenlijk huishouden. Cartwright Gardens 37. 'Bedankt, Jane. Ik zal erover nadenken.' Omdat Jane en ik al 11 jaar bevriend zijn gaan we uit eten in een heel mooi restaurant. Natuurlijk niet een te duur restaurant, maar ze hebben er wel lekker eten en aardig personeel. Ik wacht de uren af in stilte, we hebben een reservering staan om half 6. Ik heb de jurk die ik dan ga dragen al uitgekozen. Om kwart over 4 gaan we ons voorbereiden, ons haar wordt opgestoken en we trekken onze mooiste jurken aan. Als ik in de spiegel kijk zie ik een vrouw met donkerrood(bijna hazelbruin) haar, die me stralend toelacht met haar bruine ogen. Ik vind mezelf best mooi, maar als ik naar Jane kijk, veranderd dat beeld. Jane is alles wat ze moet zijn, ze is elegant, mooi en ze glimlacht altijd. Ik spreek deze gedachten niet uit, hoeveel moeite het me ook kost. Mijn gedachten moeten nu bij het etentje zijn. We blijven nog even wachten, totdat we hoefgetrappel horen. Blijkbaar wachtte Jane op dat signaal. Ik stond perplex. 'Maar Jane heb jij dit helemaal geregeld?!' Ze loopt de trap af, dat is haar antwoord en ze sleurt me mee. Als we beneden zijn, lopen we langzaam naar buiten. Ik zie een zwarte, glanzende koets staan.

Beslissingen Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu