Hoofdstuk 15

24 2 2
                                    

Catherine Hughes kwam me halen. Ze kwam me halen uit deze ellendige wereld waar Jane in bed lag, stervende. Toen zij mij aansprak en overtuigde met haar mee te gaan, was ik eerst heel standvastig; ik kon haar niet verlaten, nu ze op haar sterfbed lag. Maar verdriet maakt je ook zwak en die zwakte overkwam mij. Ik sloot mijn ogen, ik wilde niks meer met de wereld te maken hebben en wachtte op de beslissing van mijn lot. De beslissing lag klaar: ik was nu in de handen van Janes vriendin Catherine en over een tijdje ook de mijne. Ze heeft me nog steeds vast, als we over de rustige Londense straten dwalen. De rust is helemaal geen wonder; het is nog maar net ochtend. Ik wend me naar Catherines gestalte en kijk haar diep in de ogen: ik zie angst, bezorgdheid, rusteloosheid, maar ook wraak. Heeft Jane haar iets onvergeeflijks gedaan? Of is ze boos op de wereld? Ik heb geen idee. Ik moet gehoorzaam blijven anders komen er misschien problemen. Geen vragen stellen. De dieren ontwaken, mijn gedachten zijn even bij de pracht van het dierenrijk. Er fladdert een vlinder vlak langs mijn neus, wat is de lente toch mooi als zij uit haar winterslaap ontwaakt is. We wijken van de hoofdweg af en slaan en vieze, armoedige zijstraat in. Ik voel de adem van bedelaars. Ik kan het niet laten om een van hen een stuiver te geven. Het is een blinde man, die helemaal verrukt is van mijn goedheid en het aan iedereen in zijn omgeving laat zien, maar zijn medemensen kijken hem met jaloezie aan en feliciteren hem niet. Als we al een paar honderd meter verder lopen, hoor ik opeens de onbekende stem van Catherine: 'Waarom deed je dat?' Ze kijkt me aan alsof ik iets stouts heb gedaan. 'Ik kon het gewoon niet laten. Ik voelde me schuldig.' Catherine kijkt me een ogenblik aan en knikt. We lopen verder. Het weiland ligt voor ons, het lijkt wel een rivier, zo felgroen is het. 'Weet je, ik heb even nagedacht over wat je zei. Ik snap je bedoelingen en ik sta aan jouw kant, maar je kan nooit weten wie die mensen zijn. Misschien wel misdadigers, criminelen. Ze kunnen er misbruik van maken.'
'Van een stuiver kun je geen misbruik maken!' Mijn woede vaagt langzaam weg en ik probeer na te denken over de waarheid die Catherine me net vertelde. Het klopt, ik kan helemaal niet weten wie die bedelaars zijn. 'O, Catherine. Het spijt me dat ik me net wat boos gedroeg, maar ik wil het goede doen, toch lijkt het dan altijd dat ik het tegenovergestelde doe, het kwade. En jouw bedoelingen en principes lijken net op die van Jane....' Ik stop even bij een boom en leun er tegen aan. 'Iedereen heeft wel iets wat diegene beter kan aanpakken. Het draait er uiteindelijk om dat je van je fouten leert. Ik kan je helpen de juiste beslissingen te maken.'

Deze gebeurtenissen overdenk ik als we in Catherine's huis zijn, maar dan komt Catherine binnen. De deur gaat opeens open en een bediende komt binnen. 'Dokter Harris, juffrouw.' De bediende doet de deur weer open en de dokter komt binnen. 'Excuseert u mij, juffrouw, als ik ongelegen kom. Maar ik moet u naar mijn spijt vertellen, dat uw vriendin Jane Wilson overleden is.'

Beslissingen Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu