Het was al donker en toch werd Nora gevolgd door diezelfde jongen. Hij werkte op haar zenuwen, al vormde hij geen rechtstreekse bedreiging voor het voltooien van haar missie. Ze was niet van plan zijn aanwezigheid nog langer te tolereren en draaide zich bruusk om, opeens oog in oog met de vreemde jongen.
"Wie ben je? Waarom volg je me al zo lang?" Gooide Nora eruit.
"De vraag is: wie ben jíj?" Antwoordde de jongen.
"Dat was niet mijn vraag," sprak Nora geïrriteerd.
"Maar wel de mijne."
Nora trok een wenkbrauw op. "Laat me met rust."
"Waarom zou ik?"
Voor ze zichzelf kon tegenhouden, sloeg Nora haar vuist in zijn gezicht, waardoor de jongen naar achteren wankelde en haar vervolgens verbaasd aankeek, zonder enige aanwijzing dat hij haar terug zou slaan. "Laat me met rust!" Herhaalde Nora in paniek, ze schreeuwde bijna. Ze had nog een taak te volbrengen en kon geen moeilijkheden gebruiken, zeker niet van de jongen die haar al zo lang achtervolgde.
"Wat wil je van me?" Vroeg de jongen, die met zijn hand zijn pijnlijke kaak masseerde en achter Nora aanrende, die inmiddels weg was gelopen. Hij struikelde haast, toen hij op een losse veter van zijn Adidas schoenen ging staan.
Nora vertraagde haar pas en draaide zich weer om naar de jongen. "Ik wil helemaal niets van jou, behalve dat je me alleen laat en stopt me te volgen."
De jongen schudde zijn hoofd knielde om zijn veter te strikken.
"Waarom volg je me?" Vroeg Nora nogmaals.
"Ik wil weten wie je bent." Toen Nora nog een stap in zijn richting zette, sprong de jongen opeens op, greep haar armen vast en duwde haar naar achteren tegen de deur van garage. Het klonk een flinke dreun toen Nora met haar volle gewicht tegen de blauwe deur werd geworpen, ook al was ze de laatste tijd merkbaar afgevallen. "Wie ben jij?!" Schreeuwde de jongen tegen haar. "Zeg me je naam!"
"Nora," fluisterde ze. Ze twijfelde even of de jongen wel had gehoord wat ze zei, maar zijn ogen kregen en een vreemde uitdrukking en hij liet haar los. De jongen schudde zijn hoofd en zijn zwarte haar danste mee in de beweging, terwijl de maneschijn het een zachte glans gaf.
"Het kan niet," zei hij. "Het kan niet, het kan niet, het kan niet." Door het te blijven herhalen hoopte hij dat het inderdaad niet kon dat het meisje dat voor hem stond Nora heette. Hoe was het mogelijk? Het kon niet kloppen, dacht hij. Onmogelijk. Hij zag hoe Nora in een poging het niet op te laten vallen, een mes uit haar tas haalde en wachtte op een goed moment om aan te vallen.
Voor dat moment aanbrak, maakte de jongen zich uit de voeten. Hij rende en rende en rende tot hij zijn benen niet meer voelde en liet zich vervolgens totaal uitgeput tegen een boom op de grond zakken.
Nora bleef verward achter bij de garage, maar toen er een licht aanging in het aangrenzende huis, maakte ook zij dat ze wegkwam. Ze rende steeds dichter naar een van de vele achterbuurten van de stad, het ene na het andere bouwval passerend. Na een tijdje stuitte ze op een groep straathonden, terwijl de leider haar vanuit zijn ooghoeken in de gaten hield. Net toen Nora dacht dat de honden haar vergeten waren en ze op een veilige afstand was, sprintte een van de dieren onverwachts in haar richting.
In haar haast om weg te komen, liet Nora het mes dat ze in haar hand had vallen, maar pakte in plaats daarvan de revolver uit haar tas. Al rennend trok ze met een ruk de rits open, die scheurde. Er renden nu een stuk of tien tot twaalf honden achter aan en de voorste was op een afstand van minder dan tien meter.
Nora rende in volle vaart door de verlaten straten terwijl ze de revolver eindelijk te pakken kreeg. Ze slingerde de tas weer op haar rug en draaide zich om, zodat ze achteruit rende. Haar eerste twee kogels misten - ze had al lang niet meer geschoten - maar de derde trof zijn doel. De voorste hond hield abrupt op met rennen en belandde op het gespleten asfalt. De andere honden beseften pas wat er gebeurde toen een tweede en een derde hond sneuvelden. Ze vertraagden eerst hun tred, maar toen de vierde hond neerging, overwon hun wil om te overleven en renden ze in tegenovergestelde richting weg.
Opgelucht veegde Nora het zweet van haar voorhoofd, maar hield voor de zekerheid haar revolver in de aanslag. Ze stevig liep door want ze moest binnen een kwartier op de afgesproken plaats zijn. Het geld had ze al, nu moest ze nog op tijd bij de ontmoetingsplaats zien te komen.
Nora hield niet zo van tijdsdruk of van tevoren afgesproken plaatsen waar ze geld of spullen heen moest brengen, ze had liever de vrijheid om zelf tijd en plaats te kiezen. Maar echt vrij zou ze nooit worden, dat had ze altijd geweten. Maar dat was nu eenmaal haar lot, er was niets aan te doen en daarom maakte ze zich er ook niet druk om, dat had geen enkele zin.
In plaats van zich druk te maken over levenskwesties, concentreerde ze zich liever volledig op haar missie, zodat die kon worden toegevoegd aan haar eindeloze reeks geslaagde opdrachten. Voor zover ze wist had ze nog nooit gefaald. Nora had ook nog aan zichzelf getwijfeld: ze wist dat ze de opdrachten die ze kreeg aankon.
Maar de jongen die haar had achtervolgd had haar voor het eerst twijfels gebracht. Alleen al de gedachte aan hem maakte haar nerveus. Hij verstoorde haar routine van het eindeloze dagen zwerven door de stad waarbij ze zich vanalles bemachtigde, om dat vervolgens zonder beloning weer af te staan. Hoewel, zonder beloning? Niet helemaal. Ze had een leven gekregen, het belangrijkste wat er bestond.
Nora wist dat ze nooit als volwaardig mens zou worden beschouwd, maar het feit dat ze leefde - want ze leefde toch? - bracht een grote voldoening.
Ze was blij dat de ontmoetingsplaats die bij deze missie hoorde dicht bij haar huis was, maar helaas was de plek waar ze het geld had moeten stelen kilometers verder. Nora had nu geen fiets tot haar beschikking en al helemaal geen auto. Een fiets zou ook nog eens veel te veel opvallen op dit late uur, dus dat was sowieso geen optie. Er zat niets anders op dan de fikse afstand te voet af te leggen; gelukkig had ze een goede conditie.
Door de grote afstand die ze in een paar uur had overbrugd, waren haar schoenen niet meer in een goede staat. Ze waren afgetrapt, zo erg zelfs dat Nora het idee kreeg alsof ze op blote voeten liep. Ze voelde ieder steentje en elke ongelijkheid van het asfalt door de dunne zool heen en na verloop van tijd kreeg ze een akelige pijn in haar voeten. Het was nu niet ver meer naar de afgesproken plaats.
De huizen werden weer steeds mooier, de straten schoner naarmate ze de ontmoetingsplek naderde. Er stak een fris briesje op dat haar blonde haren liet wapperen, die Nora geërgerd achter haar oren duwde, maar daar niet lang bleven zitten. Ze stopte de revolver nu weer in de tas en haalde er een glimmende rode appel uit, die er bijna eng uit zag in het maanlicht.
In sommige huizen waar ze langsliep brandde nog licht en Nora vroeg zich af hoe laat het was, maar ze had geen horloge. Voor een van de huizen bleef ze even staan kijken hoe een jongen van rond haar leeftijd, vermoedelijk 17, ruzie had met zijn moeder en hevige armgebaren maakte. Na een tijdje gaf hij het op en liep verontwaardigd de kamer uit, waarbij hij de deur achter zit dichtsmeed. De klap was zo hard, dat Nora hem buiten kon horen.
Omdat ze zicht verveelde, begon Nora weer te rennen - ook een beetje bang dat ze te laat zou komen. Ze had geen besef van tijd terwijl de straten aan haar voorbij gleden. Toen haar doel in zicht kwam vertraagde ze haar pas weer en ging op de grond zitten achter een oude eikenboom, uit het zicht van eventuele voorbijgangers, al was er weinig kans dat die er zouden zijn. Ze was te vroeg, dus wachtte ze geduldig af en nam weer een appel uit de tas.
Nu ze toch niets beters te doen had, verwonderde Nora zich weer over de jongen die haar gevolgd had. Hij was weggerend toen ze haar mes tevoorschijn haalde; sindsdien had ze hem niet meer gezien. Maar wie was hij toch? vroeg ze zich af. En waarom, in godsnaam, volgde hij haar? Wat wist hij? En wat bedoelde hij toen hij telkens zei "het kan niet"? Moest ze het aan Carl vertellen? Beter van niet, zolang de jongen geen ware bedreiging vormde.
JE LEEST
Tweestrijd
AdventureSkylar Cunningham mist delen van haar geheugen; soms wordt ze wakker op een vreemde plek zonder enig idee hoe ze er gekomen is. Tot nu toe lijkt niemand te weten van Skylar's mysterie, terwijl ze blijft zoeken naar het antwoord op de vraag "Wie ben...