"Je weet waar je moet zijn; vergeet niet dat je nog maar een kwartier hebt nadat je het alarm hebt ingeschakeld. Verpest het niet, maar ik heb er vertrouwen in dat het je gaat lukken. Als je twijfelt, zul je volgende keer in een team worden geplaatst."
Ik wil niet in een team werken, dacht Nora. Carl was zeer duidelijk geweest: een foutje kon gebeuren, maar daar moest ze van leren. Een zelfde slordige fout zou consequenties hebben die Nora liever wilde vermijden. En zou vermijden. Ze wist niet wat haar de vorige keer gemankeerd had, maar ze wist wel dat ze het niet nog een keer zou laten gebeuren.
Nora wist niet waar Carl woonde, meestal ontmoetten ze elkaar steeds ergens anders. Een enkele keer kwam Carl zelfs naar Nora toe of werd ze uitgenodigd in zijn kantoor in het stadscentrum. Carl's kantoor was ruim en licht, met ramen aan drie kanten en een witte muur aan de achterkant. Wat Nora wel opviel, was dat Carl nooit alleen was, zodat ze nooit onder vier ogen met hem kon spreken - wat tot nu toe ook niet nodig was geweest. Ze vroeg zich af waarom hij nooit alleen was, want misschien wantrouwde Carl haar of was hij bang dat ze hem wat aan zou doen. Hoe dan ook, hij liet niets merken en bleef een van de vele mysteries in Nora's leven.
Ze zag de juwelierszaak op de hoek van de straat die ze inliep. Er bevond zich een zeldzame steen die, naar wat Carl verteld had, aan de staat toebehoorde. Doordat de steen in verkeerde handen terecht was gekomen wegens de verkoop van het museum waar hij eerst tentoongesteld werd, eindigde het waardevolle item door handelaren uiteindelijk in een simpele juwelierswinkel.
De steen werd te koop aangeboden voor slechts 250 dollar terwijl het eigenlijk minstens 100 keer zo veel waard was. Het had Carl's team jaren geduurd voor de steen gevonden was en nu was het Nora's taak hem te bemachtigen voordat hij doorverkocht werd. 250 dollar was niet erg veel, dus dacht Nora dat Carl hem net zo goed kon kopen. Maar dat durfde ze niet te zeggen, niet na de mislukking van haar vorige opdracht.
Er zat een luik voor de deur van de juwelierswinkel, maar Nora wist dat er een achteringang moest zijn. Omdat ze niet precies wist hoe ze bij die achterdeur kon komen, besloot Nora via het dak naar binnen te gaan. Ze volgde simpelweg haar intuïtie, wat altijd goed had uitgepakt.
Nora was maar wat blij toen ze zag dat er een regenpijp aan de straatkant was, zodat ze makkelijk op het dak van het lage pand kon komen. Er zat geen bovenverdieping op de winkel, dus hoefde ze niet zo hoog te klimmen. Op het platte dat was een nooduitgang, een stalen luik dat met meerdere sloten vanaf de binnenkant was dichtgemaakt. Maar Nora gaf niet snel op, ze pakte een klein pistool met demper uit haar jaszak en schoot nonchalant de sloten open.
Voor een kleine juwelierszaak met niet veel van waarde - behalve de steen die zwaar onderschat werd - was het pand uitzonderlijk goed beveiligd. Er hingen minstens tien camera's in de winkel die niet groter was dan een gemiddelde slaapkamer. Achter de toonbank was een kleine opslagruimte (hier hingen al 4 van de camera's) waar het vluchtluik in uitkwam.
Aan de achterste muur, vanaf het luik gezien, was een trap bevestigd, zodat iemand die van buitenaf naar binnen wilde, moest springen. Daar had Nora geen problemen mee, maar eerst schoot ze de twee camera's kapot die aan ze vanaf de opening kon zien. Doordat Carl's team het beveiligingssysteem gesaboteerd had, duurde het 5 minuten langer voor de politie gewaarschuwd werd. De juwelierswinkel zat ook nog op de minst strategische plek in het centrum: het zat even ver van alle politiebureau's af en het zou minstens 10 minuten duren voor de politie er zou zijn. Bij elkaar gaf dat Nora een ruim kwartier om de steen te pakken en zich uit de voeten te maken.
Nora bedacht niet hoe toevallig het was dat zo'n kostbare steen uitgerekend in de door de politie slechtst bereikbare juwelierszaak terecht kwam. Het kwam niet in haar op om aan haar missies te twijfelen, ze deed wat ze moest doen en dat was alles.
Ze liet zich langzaam door het gat omlaag zakken, wat het uiterste van haar armspieren vergde. De laatste meter liet Nora zich naar beneden vallen en rolde door over haar schouder om de val te breken. Ze kwam gehurkt op haar knieën uit en schoot met uiterste precisie de andere camera's in de voorraadkamer kapot.
Daarna liep ze door, achter de toonbank langs, de kleine, smalle winkel in. Met een simpele slag van haar vuist brak Nora het glas waar de steen onder opgeborgen lag. Ze had ook een sleutel gekregen om de vitrine te openen, maar ze bespaarde zichzelf de moeite.
Stelen was Nora's tweede natuur; het was zo makkelijk voor haar geworden dat ze af en toe wat extra risico's liep. Maar geen onnodige risico's: het kapotmaken van de vitrine bespaarde haar tijd, maar zou misschien een extra alarm activeren. Toch bleef ze altijd voorzichtig en zorgde dat ze niet herkend zou worden - bijvoorbeeld door de camera's uit te schakelen.
Met de steen in haar hand klom Nora via de trap die ze nu onder het luik had geplaatst naar boven. Ze rende over een aantal daken en sprong over een smalle steeg, wat haar altijd een adrenaline-kick gaf. Nooit dacht ze na over wat er zou gebeuren als ze de overkant niet haalde - ze sprong gewoon. Nora wist ook niet waar ze de vaardigheden zoals schieten en lange afstanden rennen geleerd had, ze kon ze nou eenmaal en daar was ze blij mee.
Ze rende verder over de daken voor ze zich via een schuur op een hek liet zakken en straatniveau bereikte. Ze wist precies waar ze nu naar toe zou gaan, het was de perfecte plek.
JE LEEST
Tweestrijd
AdventureSkylar Cunningham mist delen van haar geheugen; soms wordt ze wakker op een vreemde plek zonder enig idee hoe ze er gekomen is. Tot nu toe lijkt niemand te weten van Skylar's mysterie, terwijl ze blijft zoeken naar het antwoord op de vraag "Wie ben...