Vandaag had ze Carl niet gezien, maar een van zijn medewerkers. Carl was ziek, werd haar verteld. Op de een of andere manier leek het Nora onmogelijk dat Carl ziek was, ze was zelf namelijk nooit ziek. Hoe zou het voelen om ziek te zijn? Was het raar dat ze nooit ziek was, of hoorde dat er gewoon bij? Was Carl dan anders dan zij? Ja, natuurlijk. Nora raakte bang van alle vragen die door haar hoofd schoten. Ze probeerde ze eruit te schudden en keek op een horloge dat ze had gevonden. Gevonden was wellicht niet het goede woord: ze had de horloge "gevonden" om de pols van een dikke vrouw.
Ook al was er geen tijd gebonden aan deze opdracht, Nora vond het horloge mooi en de vrouw stond haar niet aan. De vrouw was dik en vond zichzelf schijnbaar belangrijker dan anderen, omdat ze met haar dikke lijf iedereen aan de kant duwde, waaronder een oude vrouw die viel.
Als Nora had mogen opvallen, had ze de oude vrouw geholpen en de dikke aangesproken. Ze voelde zich hulpeloos en kon niks anders bedenken dan als wraak het horloge mee te nemen. Natuurlijk waren er andere mensen geweest die de oude vrouw weer overeind hielpen maar op de een of andere manier werd Nora erdoor geraakt. Onverwachts was ze boos geworden op de dikke vrouw en ze schrok van haar eigen reactie.
Ze had de laatste tijd steeds vaker hevige emoties. Of beter gezegd: ze had de laatste tijd überhaupt emoties. Voor Nora voelde het onnatuurlijk, alsof ze zichzelf niet in de hand had. Ze kon zich er slechter door concentreren en daar ergerde ze zich aan.
Ze liet haar vingers over het gouden randje langs het klokje glijden en bewonderde de schoonheid van het horloge. Geen moment twijfelde ze of het wel rechtvaardig was om zomaar een sieraad van iemand mee te nemen. Wel merkte Nora dat ze geen zin had om de opdracht die Carls assistent haar had gegeven, uit te voeren. Dat was ook een nieuw gevoel - het geen zin hebben in een missie.
Wat zou Carl haar aandoen als ze een missie niet zou uitvoeren? Er kroop een sluwe glimlach over Nora's gezicht: Carl had haar vandaag geen opdracht gegeven, dat had iemand anders gedaan. Ze zou tegen hem kunnen zeggen dat ze geen opdracht gekregen had, maar daarmee liep ze wel een heel groot risico. Wat als hij erachter kwam dat ze haar taak toch had gekregen maar niet had uitgevoerd?
In haar gedachten verzonken liep Nora verder door een overdekt winkelcentrum. Juist wanneer ze besloot dat het te gevaarlijk was om Carl's bevelen niet op te volgen, - ook al had hij ze niet zelf gegeven deze keer - knapte er iets in Nora's binnenste waardoor ze er volledig van was overtuigd raakte dat ze helemaal geen gevaar liep. Ze voelde zich buitengewoon optimistisch; alsof ze de hele wereld aankon.
Slechts een ogenblik geleden had ze nog vertwijfeld bedacht dat Carl haar dit leven had geschonken en dat daar iets tegenover stond, maar nu, nu maakte het haar allemaal niets meer uit. Vrolijk hief Nora haar hoofd en liep ze met haar kin vooruit langs de winkels. De keek vol zelfvertrouwen naar de mensen die haar passeerden en aankeken.
Plots bedacht Nora dat ze waarschijnlijk in de ogen van anderen nogal vreemd gekleed was. Haar broek was een donkere tint grijs en over een vies bruin shirt droeg ze een zwart leren jack. Verder zat haar haar warrig in een staart geknoopt en zaten haar laarzen onder de modder. Kortom: ze zag er niet uit.
Toen ze dit besefte, liep ze de eerste de beste kledingwinkel binnen die ze tegenkwam. Na even rondgekeken te hebben drong het tot haar door dat dit een winkel met mannenkleding was. Met een hoogrode kleur liep ze weer naar buiten. Nora keek om zich heen waar ze een geschiktere winkel kon vinden, toen haar blik op een meisje viel dat haar moeders hand vasthield terwijl ze in de richting van een speelgoedwinkel liep. Het meisje keek Nora recht aan. Daarop glimlachte Nora naar haar en tot haar verukking lachte het meisje terug.
Ook al leek dit iets heel normaals, voor Nora was het bijzonder om contact te hebben met een ander mens behalve Carl of een van zijn medewerkers. Zelfvoldaan liep ze een eindje verder voor ze weer een winkel in dook.
Nora was verbaasd over de verscheidenheid van kleding en de hoeveelheid kleuren die gebruikt werden. Zelf kleedde ze zich altijd in sombere, onopvallende kledij. Ze liep naar een rek met fleurige shirtjes en zag iemand bij de toonbank staan met een zwart vest, wat haar deed besluiten dat ze haar jack wel aan kon houden.
Toen ze een aantal shirtjes had gepakt die ze mooi vond, stond Nora op het punt ermee weg te lopen. Voor de drempel van de winkel realiseerde ze zich dat "normale" mensen niet zomaar wegliepen met kleding. Zij betaalden ervoor. Nora keek om zich heen en zag dat de meeste vrouwen in de winkel de kleren meenamen naar een hokje in de hoek van de winkel.
Nieuwsgierig liep Nora naar een van de lege hokjes toe. Ze zag hoe een meisje van haar eigen leeftijd met een broek en laarzen in haar handen in een hokje verdween toen ze er een gordijn voor trok. Nora volgde haar voorbeeld.
Ze wist niet wat ze verwacht had in het hokje aan te treffen, maar het enige wat Nora zag was een haak om kleding aan te hangen en een spiegel. Verbaasd bekeek ze haar spiegelbeeld. Zag ze er zo uit? Natuurlijk had ze vaker in een spiegel gekeken, maar dat was niet vaak geweest en de laatste keer was lang geleden.
Met haar hand streek ze een plukje van haar lichtblonde haar glad en draaide een rondje om zichzelf wat beter te bekijken. Ze zag er beslist anders uit dan andere mensen, maar dat vond ze wel passed, want ze was ook zeker anders dan anderen.
Na uitgevogeld te hebben wat het doel van het hokje betrof en dus alle shirtjes gepast te hebben, liep Nora in een gebroken wit shirtje weer naar buiten. Er liepen verticaal dunne roze strepen overheen en het zat strak om haar lichaam. De randjes bij de v-hals en de mouwen waren geel, maar door het zwarte jack wat Nora erover droeg was dat bijna niet te zien.
Ze liep naar de kassa en sloot achter in de rij aan, terwijl ze wat geld uit haar rugzak pakte. Een oudere vrouw voor haar vroeg of ze de broek die ze wilde kopen aan mocht houden. Nora deed hetzelfde en vroeg of ze het shirt aan kon houden toen ze aan de beurt was. De vrouw achter de balie pakte als antwoord de onderkant van het shirt wat Nora aanhad en haalde dat over de toonbank. Daardoor viel het rare ronde ding dat aan alle shirtjes in de winkel zat, eraf.
"Waar zit het kaartje?" vroeg de vrouw.
Nora begrijp dat de vrouw het stukje karton met de prijs erop bedoelde, dus vertelde ze dat ze het eraf gehaald had. De vrouw keek haar verbaasd aan en voerde toen handmatig de prijs van het shirt in de kassa in.
Daarna kocht Nora in een andere winkel nog een strakke spijkerbroek en gympen. Ze had zich nog nooit zo goed gevoeld en liep een ijszaak in, omdat het warm was en ze honger had gekregen. Op het moment dat haar maag voor de zoveelste keer knorde, voelde Nora een hand op haar schouder. Toen ze zich omdraaide kreeg ze neiging om te gillen en hard weg te rennen. Ze keek recht in de ogen van de jongen met het donkere haar dat ze had geslagen nadat hij haar dagen - misschien wel weken - had gevolgd.
Voor Nora ook maar iets kon doen, drukte de jongen zijn lippen kort op die van haar. Dit liet Nora nog verbaasder achter, maar het gaf haar ook een onverklaarbaar warm gevoel van binnen.
"Waar kan ik mijn mooie meisje op trakteren?" vroeg de jongen toen hij zijn portomonnee omhoog hield.
Nora had geen idee wie hij nou eigenlijk was, maar snapte dat hij een ijsje voor haar wilde betalen en ze wees daarom op het plaatje van een gekleurd ijsje boven de toonbank.
"Heb je dit gister gekocht?" De jongen wees naar haar shirt.
"Nee vandaag," zei Nora.
"Zo, je hebt de smaak te pakken! Je bent tegenwoordig iedere dag op het winkelcentrum," lachte de jongen, wat Nora weer een warm gevoel gaf. De jongen was erg knap en dat werd versterkt door zijn stralende glimlach en donkere, lachende ogen. "Je zei toch dat je alleen een broek had gekocht?" vroeg hij.
Had ze dacht gezegd? vroeg Nora zich af. Ze wilde zijn naam vragen maar dat zou waarschijnlijk alleen maar meer verwarring opleveren - voor de jongen tenminste, want hij leek haar te kennen. Wist hij dan niet meer dat ze hem had geslagen?
Nog voor Nora over een antwoord op zijn vraag kon nadenken, praatte hij al verder. "Maar dit jack heb ik ook nog nooit gezien. Waarom zei je niet dat je ging winkelen, dan was ik eerder gekomen. Ik heb zelf nog een t-shirt nodig."
Nora vermoedde aan de stand van de zon te zien dat het na drie uur moest zijn geweest toen ze naast de vreemde, maar knappe jongen op een bankje ging zitten. Ze genoot van haar ijsje, de zon en het warme lichaam naast zich.
JE LEEST
Tweestrijd
AventuraSkylar Cunningham mist delen van haar geheugen; soms wordt ze wakker op een vreemde plek zonder enig idee hoe ze er gekomen is. Tot nu toe lijkt niemand te weten van Skylar's mysterie, terwijl ze blijft zoeken naar het antwoord op de vraag "Wie ben...