Dana 4:34 15 januari 2234
Ik geloof er helemaal niets van, vast weer zo'n 'dare' van Penelopé, "Pak je koffers!" zegt hij gestrest, alsof hij zich hier niet veilig voelt en er elk moment iets ergs kan gebeuren. Ik kan de angst in zijn stem goed horen, dus als hij dit faket moet hij wel erg goed zijn in acteren. Nog twijfelend of dit allemaal waar is, stap ik uit bed en start met inpakken. "Schiet op!" hoor ik Connor in zichzelf zeggen, hij tikt met zijn voet ritmisch op de grond. Misschien is dit gedoe toch waar. "Ik dacht altijd dat tijgers geen mensen aanvielen?" vraag ik. "Deze dus wel! Schiet! Nou! Op!" zegt Connor. "Is dit weer een 'dare' van Penelopé, want dat hoef je echt niet te doen. Zeg het gewoon, dan speel ik mee en kan je Penelopé laten zien dat het je gelukt is." Ik word echt een beetje moe van dat 'gedare' van Penelopé. "Het is geen grap! Kijk buiten, ze waren overal rondom het vliegtuig." zegt Connor en hij zucht omdat ik hem niet geloof. Ik loop naar het raampje, maar buiten zijn geen tijgers te zien. "Misschien zijn ze weg?" zegt Connor en ik kan niet geloven dat hij nog steeds volhoudt.
Connor opent voorzichtig de deur en loopt de gang op. "Bye, bye, slaap lekker." zeg ik en sluit de deur achter hem. RUST. Ik ga weer op bed liggen. Net als ik mijn ogen sluit, wordt er hard op de deur gebonkt. Het is Connor, alweer. "Wat is er?" vraag ik, hij geeft geen antwoord en perst zich tussen mij en de deur naar binnen. "Doe de deur dicht!" schreeuwt hij. Nu pas zie ik de twee tijgers aan het einde van de gang, die me recht in de ogen aankijken. De linker tijger gromt hard en alsof dat een soort startsein was beginnen ze op me af te rennen. Opeens kan ik niet meer bewegen, ik ben helemaal verstijfd van angst.
Ik zie de tijgers in slowmotion op me afrennen. Ik voel een hand mijn bovenarm pakken en ik word de kamer binnen gesleurd. Connor doet snel de deur dicht en op slot. Ik word uit mijn trance gehaald door een akelige stem. "Connor! Dana!" de stem wordt steeds harder. "Penelopé?" roept Connor terug. De tijgers beuken tegen de deur aan, het slot gaat het niet lang meer houden. "Waar ben je?" roep ik "De tijgers kunnen elk moment hier zijn." "De ventilatiebuis! Snel!" Tuurlijk, dat ik daar niet zelf op ben gekomen. Ik hurk bij het rooster en probeer het van de muur te trekken. Het gaat niet heel soepeltjes, het rooster blijft zitten waar hij zit. Ik laat Connor het proberen en hij trekt het rooster los alsof je een stekker uit het stopcontact trekt. "Dames eerst." zegt hij en ik kruip naar binnen.
Penelopé kruipt voorop, dan ik en dan Connor. We zijn al bijna een uur zo aan het kruipen, geen idee waar we heen gaan. Dan stopt Penelopé plotseling en bots met mijn dromerige kop zo op haar kont. "WTF!" hoor ik haar tegen zichzelf zeggen. "We kunnen niet verder." zegt ze "Er draait hier een grote ventilator, als we hier doorheen kruipen zijn we straks niet meer heel." Ik kijk langs haar achterste en zie inderdaad een ventilator. "We moeten terug." zeg ik en ik begin achteruit te kruipen. Net te laat hoor ik Connor: "Wacht!" en ik bots met mijn domme ass tegen Connors hoofd. LEKKER BEZIG. "Heeft er iemand iets langs aan." Mijn sokken komen tot mijn knieën, maar dat zijn echt mijn favo sokken en die ga ik echt niet zomaar weggeven. "Nee." Zeg ik. "Ik ook niet. Wat dan Connor?" vraagt Penelopé. "Als je iets langs in dat ding gaat blijft het misschien vast haken en stopt het met draaien. Dana, we kunnen je sok gebruiken." NEEEEEEE! En om het allemaal nog even erger te maken moet Penelopé er nog aan toevoegen: "Tssssss, Dana waarom zeg je niet meteen dat je die aanhebt." en ze kijkt me met een afkeurende blik aan. "Sorry, hoor ik wist niet dat ik ze nog aan had." SMOESJE. "Ik trek er een uit goed?" vraagt Connor. "Prima." R.I.P mijn favoriete sokken 2234.
De sok is door naar voren gepasst en ligt nu bij Penelopé in haar handen. Als ze nu maar niet misgooit. Maar gelukkig is de eerste worp meteen in de roos en met luid geratel en gekraak komt het ding tot stilstand. De buis vult zich met vies ruikende rook. Als we met zijn drieën uit gekucht zijn, zegt Penelopé: "Wacht hier, ik ga kijken wat erachter is." Door de rook kan ik haar niet goed zien. "Save!" roept ze en ik kruip door de 'ik weet niet hoe je die wieken van een ventilator noemt'. Dan hoor ik plotseling een gil en dan een plof. Ik schrik me helemaal de weet ik veel niet wat. "Pas op voor het afstapje." schreeuwt Penelopé lachend. Ik ga door, de grond aftastend met mijn handen totdat ik niets meer voel. Ik kijk door het gat maar het is helemaal zwart, je kan wel zien dat het groter is dan de buis, een kamer ofzo. Deze buis komt dus uit bij het plafond. Ik ga dus ongeveer tweeënhalve meter naar beneden vallen.
Yolo, ik val door het gat en ik kom hard neer op de koude grond. Ik kijk om me heen maar ik kan niets zien. Snel ga ik onder het gat vandaan en roep naar Connor dat hij ook kan. Al gauw komt hij naast me neer. "Waar ben je Penelopé?" roept Connor. "Ik zoek voor een lichtknopje" antwoord ze, "Help zoeken." Ik tast de muur af, maar ik voel niets. Eigenlijk heb ik hier helemaal geen zin in, dus ik ga maar met mijn rug tegen de muur op de grond zitten. Niemand ziet toch dat ik niets doe. Als ik bijna in slaap ben gevallen gaat het licht. Nadat mijn ogen gewend zijn, is het eerste wat ik zie Connor die vijf meter van me vandaan precies hetzelfde doet als ik. Niets dus. Het tweede wat ik zie zijn allemaal rekken die allemaal leeg zijn en grote computers. "Waar zijn we?" vraagt Connor nog een beetje versuft van zijn powernappie. "Ik weet nie." antwoordt Penelopé. Ik kijk naar de deur waarboven in koeien letters staat: VRACHTRUIM. Maar ik vraag me af of ik de enige ben die kan lezen.
Beste lezers, sorry voor dat ik zo lang geen nieuw hoofdstuk heb gemaakt, maar ik had weinig inspiratie en ik heb dit hoofdstuk iets langer gemaakt. Dus ja.
Marty20048
JE LEEST
Ludus Patriarum (on pause)
General FictionDrie mensen stranden op een eiland en herinneren zich niets meer. De populaire Penelopé, Feestbeest Dana en Fitboy Connor. Hun vliegtuig is op het eiland gecrasht, maar is nog helemaal intact. Naast de drie, zijn er geen overlevenden. Ook zijn er ge...