Dana 7:00 25 januari 2234
Ik weet niet wat dat mens heeft hoor, maar het lijkt wel alsof Penelopé het liefst in haar eentje op een onbewoond eiland was gestrand. Ik stap mijn tent uit. Het is nog donker. Penelopé ligt zoals gewoonlijk te poedelen en Connor slaapt nog. Ik denk dat ik maar een rondje op het strand ga lopen, om onze nieuwe verblijfplaats te verkennen. "Wat ga je doen?" Roept Penelopé me na. "Wat zou jou dat aangaan?" Roep ik terug en ik loop zonder om te kijken door.Het strand vormt een halve cirkel om het water en aan beide uiteinden staat een berg. Het strand van de baai is veel korter dan het zandstrand waar het vliegtuig ligt. Ik ben dan ook al binnen een klein halfuurtje naar de rechter berg gelopen. Ik ga daar op een rots zitten en staar naar ons kampje. Connor is inmiddels ook wakker geworden en is hevig in gesprek met Penelopé. Dan draait Connor zich boos om en begint richting mij te lopen.
Ik wacht tot Connor bij mij is aangekomen. "Waar ging dat over?" Vraag ik. "Niets." Het is duidelijk dat hij er niet over wilt praten. "Kijk daar." Connor wijst richting de berg. "Een berg?" Zeg ik. "Nee, op het strand." Nu zie ik het ook. Aan de voet van de berg ligt een bootje. Het is zo vergaan, dus ik had het voor rots aangenomen. Ik volg Connor richting het bootje. Het ligt half in zee en half op het strand. Het is niet heel groot. Maar twee verdiepingen. Aan de boot hangt een vlag die er nog als nieuw uitziet, in tegenstelling tot de boot zelf. Hij is groen aan de linkerkant, rood aan de rechterkant, paars aan de onderkant en er staat een kroontje op. De vlag van het Portomaanse Rijk.
"Help!" Hoor ik opeens. Ik schrik me helemaal de toempelaria. Het lijkt vanuit de boot te komen. Ik wil de boot instappen, maar Connor is me voor. We lopen over het dek naar de stuurhut. Hij is leeg. "Help!" Klinkt er opnieuw. Het lijkt van beneden te komen. We komen aan bij een deur waarop staat: 'cozinha' eronder staat. 'empurrar'. "Wat staat er?" Ik weet dat Connor Portugees volgt. "Keuken en daaronder staat duwen."
Ik probeer de deurklink, hij is op slot, nou ja, vastgeroest. Er knalt iets tegen de deur vanaf de andere kant. Ik doe een paar stappen naar achter. Ik struikel over Connors voeten en kom met een klap op mijn achterste terecht. "Help!" Komt er vanaf de andere kant van de deur. "Hallo?" Zegt Connor. "Hallo. Help me hieruit." Komt er terug. "Wacht heel even. Ga weg bij de deur." En Connor doet een paar stappen naar achter. Ik kijk vanaf de grond toe hoe hij een aanloop neemt en de deur knalt open. Er staat een jongen. Een verdomd knappe jongen. "Hallo," zegt hij. "Ik ben Miguèl. En jullie zijn?"
Beste lezers,
Op de foto zie je een baai, op de achtergrond zie je vaag een paar bergen. Die moet je wegdenken. Ik kon geen betere foto vinden. En wat vinden jullie van het nieuwe personage? Hij zit er pas een half hoofdstuk in, maar toch.
Marty20048
JE LEEST
Ludus Patriarum (on pause)
General FictionDrie mensen stranden op een eiland en herinneren zich niets meer. De populaire Penelopé, Feestbeest Dana en Fitboy Connor. Hun vliegtuig is op het eiland gecrasht, maar is nog helemaal intact. Naast de drie, zijn er geen overlevenden. Ook zijn er ge...