Connor 6:00 20 januari 2234
Ons kampje is opgezet. Onze drie kleurige tentjes staan aan de oever van het meer. De blauwe is van Dana, de gele van Penelopé en de rode is van mij. Ik steek het kampvuur aan, het is nog vroeg en donker. Penelopé is ook al op voor haar 'frisse ochtend duik', Dana ligt nog te slapen. Terwijl Penelopé lekker in het water ligt te dobberen, klim ik heel voorzichtig de berg af om eten te halen. Het is moeilijk om op het paadje te blijven in het donker, het is al moeilijk om überhaupt te vinden waar je moet gaan staan. Gelukkig is Teddy er die op tijd blaft als ik mijn voet ergens anders moet plaatsen. Onderaan de berg aangekomen komt de zon alweer op, die als een gloeiende voetbal uit de zee oprijst. De fruitbomen zijn niet ver weg.Met al het fruit in mijn tas hobbel ik rustig weer terug naar de berg, wanneer Teddy plotseling luid begint te blaffen. Ik kniel naast hem en aai hem over zijn koppie: "Rustig maar, we gaan al terug naar boven." Maar dat stelt hem niet gerust en hij begint rondjes om me heen te rennen. Ik raak in paniek: "Teddy, stop!" Dan, plotseling hoor ik geritsel achter me en er ploft iets achter me op de aarde. Niet veel goeds neem ik aan. Ik draai me om en kijk recht in de diepzwarte pupillen van het oranje-zwarte beest. Teddy neemt de benen en als een kip zonder kop begin ik achter hem aan te hollen richting de berg. Links en rechts van me springen er tijgers uit de bosjes. I'm gonna die, die, die. Dan springt er ook opeens een Tijger achter de grafsteen vandaan waar de vreemde tekens in staan, die me de weg blokkeert. De tijger is kleiner dan alle andere tijgers. Ik sprint op de kleine tijger af, vlak voor hem zet ik me af van de grond en vlieg door de lucht. In slowmotion gromt de tijger onder mij, kijkt omhoog en haalt uit.
De nagels van het beest haken in mijn been en ik schreeuw het uit van de pijn. Met een harde klap kom ik weer op de grond terecht. De pijn is te erg om nog op te staan en mijn bloed bevloeit het gras. De tijgers komen gezellig met zijn alle grommend om mij heen staan. De kleine tijger kwijlt in m'n gezicht. Mijn hoofd bonkt, misschien ben ik toch iets harder neergekomen dan dat ik gedacht had en ik sluit mijn ogen. Ik ga dood. Denk ik...
Beste lezers,
Hier is weer een nieuw hoofdstuk. Dus ja...
Marty20048
JE LEEST
Ludus Patriarum (on pause)
Aktuelle LiteraturDrie mensen stranden op een eiland en herinneren zich niets meer. De populaire Penelopé, Feestbeest Dana en Fitboy Connor. Hun vliegtuig is op het eiland gecrasht, maar is nog helemaal intact. Naast de drie, zijn er geen overlevenden. Ook zijn er ge...