Proloog

13 5 0
                                    

Het bloed zat overal op zijn handen, maar het leek hem niets te deren. De donkere straat was, op het levenloze lichaam en de jongen na, compleet verlaten. De lucht was klam, maar koud, en deed de jongen denken aan een van de vochtige kerkers uit het paleis. Al die tijd had de maan zich verscholen achter een donkere wolk, maar het was alsof zij zich weer durfde te vertonen nu de rust was teruggekeerd.

Het blauwe licht zorgde voor een lugubere uitstraling over het gehavende lichaam en even leek de jongen zijn gezicht af te wenden. Zijn witblonde haar lichtte zilver op en met één hand streek hij een lok voor zijn ogen vandaan. Hij kantelde zijn hoofd licht naar rechts, alsof hij na moest denken, maar nadat zijn lippen een reeks onverstaanbare woorden prevelden, loste het lichaam op.

Zeer fijn elvenstof dwarrelde omhoog, alsof de ziel van het lichaam in duizenden fijne stofdeeltjes richting de hemel opsteeg. Het lichaam van de zilverharige jongen leek zich nu te ontspannen. Even keek hij achterom, alsof hij controleerde of hij alleen was, en nog geen seconde later was de straat verlaten, alsof er nooit iets was gebeurd.

LentegroenWhere stories live. Discover now