Hoofdstuk 3.4

3 2 0
                                    

Er leek geen einde te komen aan die allerlaatste week. Ik merkte dat ik mettertijd steeds stiller werd en ik begon mijn officiële inschrijving steeds verder uit te stellen. Heel bewust deed ik veel dingen voor de laatste keer: een rondje lopen over de markt, op bezoek bij een oude schoolvriendin, of even bladeren door de oude boeken van mijn grootvader. Samen met mijn zusjes maakten we nog een schilderij op een oud laken om in de slaapkamer van vader en moeder te hangen. Zo waren we altijd een beetje bij hem als hij maar in bed moest blijven liggen. Het ontroerde hem zeer, maar hem niet alleen. Het idee dat we zo 'altijd een beetje bij hem waren' kwam voor mij dubbel zo hard aan.

Aan het einde van de week, op vrijdag 10 november, besloot ik dat ik mijn inschrijving niet langer uit kon stellen. Iedereen uit Amsterdam had zich de hele week in kunnen schrijven, maar de landelijke inschrijvingen waren morgen. Een goede reden om zo lang mogelijk te wachten. Mijn blik viel op mijn nachtkastje. Daar lag een deel van mijn plan. Ik had een oude blouse, broek en pet uit de kast van vader gesmokkeld. Veel te groot natuurlijk, maar het was beter dan niets. Ik wilde Hendrik niet nog een keer om een gunst vragen, gezien zijn huis al een thuisbasis zou worden voor mijn transformatie. Na mijn inschrijving zou ik nog één nacht bij hem slapen en dan, in de vroege morgen, zou het tijd zijn om te vertrekken.

Onder het stapeltje kleren lag een oude schets van vader en moeder, gemaakt vlak voordat ik werd geboren. Ook had ik mijn kam, een stapeltje ondergoed, een stuk zeep en een warme sjaal en handschoenen klaargelegd. Bovenop prijkte mijn vervalste geboorteakte. Ik haalde diep adem en stopte alle spullen in een donkergroene stoffen zak.

Voor de laatste keer keek ik mijn kamer rond, maar er lag niets meer van waarde wat ik mee zou willen of kunnen nemen. Ik sloot mijn kamerdeur en keek nog even om de hoek van de slaapkamer van mijn ouders. Vader lag in een diepe slaap en met een teleurgesteld gevoel besloot ik hem niet wakker te maken. Hij had alle rust nodig en normaal gesproken maakte ik hem ook niet wakker als ik naar een Hendrik ging. Hij zou zich alleen maar meer zorgen maken. De laatste keer de steile trap af, door de keuken. Brechtje lag te slapen op schoot van Nienke. Mijn oudste zusje leek zo exact op moeder. Ik glimlachte en kon het niet over mijn hart verkrijgen om geen afscheid te nemen. Ik aaide Brech even over haar bol en gaf mijn oudste zusje een kus op haar blonde haren. Ze keek me verbaasd aan, maar iets in mijn blik zorgde er blijkbaar voor dat ze er niet over begon. Ze gaf een kneepje in mijn hand en terwijl we elkaar betekenisvol aankeken, kwam ook Mieke de kamer in.

"Wat ga je doen?" vroeg ze nieuwsgierig. Typisch Mieke, altijd alles willen weten. Zelfs toen ze pas net kon lopen moest ze overal haar kleine neusje tussen steken om zo niets te missen.

"Ik ga even langs bij Hendrik, het zal wel laat worden." Heel laat, dacht ik er treurig achteraan. Ik liet Neeltjes hand los en sloot Mieke even in mijn armen.

"Lief zijn voor je zusjes, hè." Ik knipoogde naar haar en Mieke haalde nietszeggend haar schouders op, waarna ze aan de keukentafel ging zitten om haar tekening af te maken. Nog eenmaal keek ik achterom, waarna ik mijn cape omsloeg en mijn sjaal om mijn hals bond. Ik deed de deur achter mij dicht en stapte de koude buitenlucht in. Moeder stond op de stoep met de buurvrouw te praten en ze keek even op toen ze deur hoorde.

"Ga je naar Hendrik?" Ik knikte, loog dat ik zou blijven eten en dat we daarna nog een wandeling langs de haven zouden maken.

"Ach, wij slapen vast al wanneer je thuis komt. Doe je voorzichtig? LaatHendrik je wel thuisbrengen hoor. Veel plezier, meisje!" Ik deed mijn best om nogeen laatste glimlach op mijn gezicht te toveren, maar kon geen woord meeruitbrengen. Ik kon niet nóg meer liegen en 'tot morgen' zeggen. Snel draaide ikme om, zo snel mogelijk de straat uit. Naar de havens. Daar lag het nieuweavontuur. Letterlijk, maar eerst moest ik langs Hendrik.

LentegroenWhere stories live. Discover now