18. Diner

50 8 0
                                    

- Xander -

"Wou je dood of iets in die aard?" snauwde Demian. Alleen wist ik dat hij niet boos was, maar dat het een aflaatklep was, voor de angst die hij even gevoeld had. "Onkruid vergaat nog niet zo snel," grapte ik naar hem. Nog steeds kwaad keek hij me aan. Dus probeerde ik verder: "ik wist niet dat je nu al zo gehecht aan me was." Dat was het ook het gene die hem deed ontdooien. "Sukkel," plaagde hij me terug.

Na een paar keer heen en weer gekibbel over wie er nu precies de grootste sukkel was, zei Demian plots serieus: "wat ga je zeggen?". "Gewoon wat ik denk. Van de rest zie ik wel wat er op mijn pad komt. Trouwens kan ik iets lenen van je? Ik denk niet dat ik met deze kleren kan dineren," terwijl ik dit zei keek ik even naar de ondertussen versleten kleren die ik van Demian gekregen had. Die kleren die hij al die tijd bij ons gedragen had.

"Ja, natuurlijk! Wat dom dat ik er niet op dacht, kom vlug, want het diner begint over een halfuurtje." Nadat ik me omgekleed had, keek hij mij goedkeurend aan. "Je ziet er goed uit mijn vriend!" Om de één of andere reden deed deze reactie me blozen. Ik wou bijna terug zeggen wat er als eerste in mijn gedachten kwam. Namelijk dat hij er ook goed uitzag, maar snel genoeg besefte dat dat verkeerd kan overkomen.

Van uit het niets, nam hij mijn hand vast en trok me mee naar buiten. Op de plaats waar mijn huid de zijne aanraakte, vormde er zich aangename tintelingen.

Wow, wat is er mis met me?

Snel kon ik me vermannen en liep snel mee naar de eetzaal. Te laat komen zou vast geen goeie indruk achterlaten.

Toen we de eetzaal binnen gingen, liep Demian al snel naar een bepaalde plaats in de zaal, vast zijn vaste plaats. Snel liet ik mijn ogen over de zaal glijden, en vond de laatste stoel net naast de koning. Met toch een klein beetje voorzichtigheid liep ik naar de plaats, terwijl ik alle blikken van iedereen in de zaal op me rug voelde branden.

Wanneer ik zenuwachtig wordt, wat  zelden gebeurd. Kan ik soms domme dingen zeggen om een stilte te onderbreken. Dus zo nu ook. Ik liet me op de stoel zakken, en boog mij naar de koning toe, die me met volle verwachting aan zat te kijken. "Kan je vragen dat ze stoppen met staren? Het begint gewoon eng te worden." Doordat het toch zo stil was in de zaal hoorde je duidelijk een paar mensen hun adem happen. Alleen barstte de koning in lachen uit. In een positieve manier. "Jongen toch, zo behendig in het zwaard. Een grote mond honderd procent, maar bang van een paar starende blikken?"

Enige dat ik kon doen was even mijn schouders ophalen en antwoorden: "iedereen heeft zijn zwaktes." "Klopt, zo ook onze organisatie, wat je zo mooi en beleefd uitgelegd hebt. Ik hoor graag je mening."

Dus zo begon ik uit te leggen dat hun systeem vol met gaten zaten, een oproepsysteem? Zo kunnen velen er onderuit muizen. Vaste groepen die op elkaar ingespeeld zijn doordat ze op de momenten wanneer er geen aanval is extra moeten trainen als groep zal veel beter werken. Doordat er ook een vaste groep is, zijn er ook altijd mensen die aanwezig zijn om verplicht mee te gaan. Tevens kan jezelf een mix maken van talenten en zo goeie groepen opstellen. Vol met passie vertelde ik mijn ideeën, en merkte hoe erg ik dit gemist had. Heel mijn leven was ik opgeleid om een leider te worden, om strategische plannen te maken enzoverder, maar moest ik dit allemaal uit handen geven.

Goedkeurend keek de koning me aan. "Bedankt, het is een prachtig plan. Ik neem hem mee naar de raad en zal hem daar voorleggen. Had mijn zoon ook maar zo'n intelligentie en lef als jij. Dan zou hij een goeie koning kunnen worden, smakelijk allen," eindigde de koning zijn sneer naar zijn zoon. Verbaasd keek ik naar Demian die met pijn in zijn ogen naar zijn vader keek, zonder er op te reageren. De koningin keek voor een seconde op en staarde kwaad naar de koning. Dit allemaal gebeurde vliegensvlug, en werd meteen daarna in de doofpot gestoken.

Na het eten nam ik Demian bij zijn arm vast en hield hem tegen van weglopen. "Wat was dat nu aan tafel?" fluisterde ik. Weer staarde hij me aan met ogen die pijn uitstraalde. Zelfs nog meer dan toen zijn vleugel gewond was. Zijn vleugel was fysiek, maar dit zat veel dieper in zijn ziel. "Je wordt het gewoon. Ik ben in zijn ogen niet genoeg. Geniet er van dat hij jou beter vindt," waarna hij zich los trok en vertrok.

Je was van mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu