28. Goed gesprek

46 5 0
                                    

~ Demian ~

- Klop, klop -

Verbaast keek ik op nadat er uren later op mijn deur werd geklopt door Xander. Als een echte heer ging ik in mijn pyjama de deur open doen. Ten eerste had hij het al gezien, en ik kon hem moeilijk nog uren laten wachten. "Goed dat je langskomt, ik wou je nog iets zeggen," zei ik tegelijk wanneer Xan: "sorry Dem," zei. Spontaan begonnen we te lachen door onze gezamenlijke woordenvloed, en was het meteen weer vanouds. "Kom binnen," glimlachte ik. "Vertel," zei Xan terwijl hij zich comfortabel in mijn bed legde.

"Mel is langsgekomen. We hebben besloten dat we eens op date gaan. We denken dat het een ideale manier zou zijn om elkaar beter te leren kennen. Toen de woorden begonnen binnen te dringen bij Xan staarde hij me eerst met verbazing aan, maar veranderde het al snel naar kwaadheid. "Meen je dit nu Demian? Hoe kun je nu gaan daten met haar, zelf wij hebben dit nooit gehad. Wil je haar liever dan mij?" raasde hij uit.

Met opgetrokken ogen staarde ik hem aan: "waar haal je dit in godsnaam vandaan? reageerde ik verbaast terug.

In plaats van een deftig antwoord te geven keek hij me woedend aan. Nam een grote sprong uit mijn bed zodat hij met beide voeten weer op de grond belande. "Weet je wat? Stik erin!" antwoord hij woedend terwijl hij men kamer verliet. Net voordat hij de deur ging dichttrekken gaf hij me nog een laatste sneer: "soms wou ik dat ik nooit je leven had gered. Dan ging alles tenminste nog normaal zijn," waarbij hij daarna met een luide knal de deur liet toevallen.

Nog steeds niet begrijpend wat er net verkeerd gelopen was staarde ik naar de nu gesloten deur.

Steeds meer en meer begon ik de behoefte te hebben om er met iemand over te spreken, want zelf kon ik hier geen mouw meer aan vastmaken.

Niet veel later bevond ik me in de trainingszaal waar Finn bijna 24 op 24, 7 op 7 te vinden was. Meteen vond ik hem vechtend in de ring.  Rustig liep in daarna toe en ging gaan zitten op een bankje die zich naast de ring stond zodanig dat ik hem niet uit zijn concentratie bracht. Het duurde een tijdje tegen dat het gevecht klaar was -  wat Finn zonder enige verbazing van mijn kant won - en mij in het oog kreeg.  Met een vlotte aanloop sprong hij over de touwen. Iets wat hij zeker al honderden keren gedaan had. "Oh hey Demian? Alles in orde?" sprak hij mij aan terwijl hij de handdoek opving die ik hem toesmeet. "Eigenlijk niet, mag ik je om wat raad vragen?" Gaf ik eerlijk toe.

"Natuurlijk! Vraag maar raak," zei hij terwijl hij ondertussen naast mij neer ploft. Na ongeveer een kwartier ononderbroken verteld te hebben, kwam ik op het einde van mijn verhaal. Verwachtingsvol keek ik hem aan. Hopend dat hij raad zou hebben. Natuurlijk stelde hij me niet teleur na enkele minuten zei hij: "kijk het ding is. Ik weet totaal niet hoe het voelt om een zielsverwant te hebben, maar als ik je zo hoor spreken, merk ik dat het zeer heftig is. Dan kan ik hun beide wel begrijpen. Een zielsverwant is normaal een persoon die je voor je alleen hebt, en in jouw geval moeten ze je nu delen. Ik denk dat beiden daar gewoon enorm moeilijk mee hebben. Zo ook jij als ik je nu zo bezig hoor. 

Je mag ook niet vergeten dat het voor hun altijd bekend is geweest dat er zielsverwanten bestonden, en het nog niet in hun stoutste dromen voorkwam dat ze er ooit één konden hebben. Natuurlijk zijn ze er heel beschermend over. Voor ons ligt dit veel gemakkelijker. Waarom Xan zo reageert, is een goeie vraag, maar soms denk ik dat hij meer voelt dan de zielsverwantschap. Alleen kan ik hier ook totaal mis in zijn. Persoonlijk denk ik dat je een keus gaat moeten maken. Eén iemand ga je zijn vrijheid moeten teruggeven."

"Wacht, wat?" onderbrak ik hem midden in zijn zin. "Je verliest een deel van jezelf dan. Zielsverwanten geef je letterlijk een deel van je ziel," bracht ik al stotterend uit.

"Dat weet ik, maar eerlijk vriend. Ik denk dat dit de beste optie is. Het is voor hun het beste dat ze de strijd kunnen opgeven en kunnen verder gaan met hun leven, en desnoods een andere zielsverwant kunnen vinden," legde hij verder uit.

"Ik kan het niet Finn, dat gaat tegen alle natuur in, danku voor je raad," zei ik nog voordat ik volledig in gedachten verzonken mijn weg terug zocht naar mijn kamer.

Je was van mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu