15. Thuis

54 6 0
                                    

- Xander -

"Zoon!" hoorde ik een vrouwenstem door heel de gang roepen. "Ik hoorde dat je terug thuis bent, we waren doodongerust. Ik dacht dat ik je voor altijd kwijt was." De vrouw die blijkbaar de moeder van Demian was, nam haar zoon in een innige knuffel. Terwijl ze de tranen die over haar wangen liepen probeerde te verbergen voor alle omstanders die zich ondertussen rond ons gevormd hadden.

"Mama toch! Zo snel komen jullie niet van me af. Ik heb nog een job te doen hier," hoewel hij er probeerde humor in te brengen, merkte ik aan heel zijn lichaamstaal dat hij aangedaan was van de reactie van zijn moeder.

"Ik wil je trouwens nog aan iemand voorstellen, dit is Xander. Hij vocht samen met mij in een demon aanval. Ik raakte hierin zwaargewond, en hij heeft mij gered. Zonder hem zou ik hier waarschijnlijk niet gestaan hebben," zei hij terwijl hij mij naar voor wenkte. Zijn moeder nam mij meteen in stevige omhelzing en zei emotioneel: "bedankt voor hem terug te brengen."

"Wie ben jij, en waarom ken ik je niet?" zei een jongen van mijn leeftijd terwijl hij met een arrogante manier naar voren trad. "Finn, vergeet niet tegen wie zijn bezoek je spreekt!" De toon waarmee hij sprak, had ik nog nooit bij hem gehoord, maar herkende ik zeer goed. Het was namelijk de toon dat ik zelf zo vaak gebruikte. Verbaast kijk ik hem aan. Zou hij?

Mijn vermoeden werd bevestigd toen die Finn zei: "natuurlijk weet ik dat prins, maar met alle respect. Ik kan een indringer niet vertrouwen." Nog steeds kon je de lichte arrogantie horen in zijn stem. Hij dacht dat hij heel wat was. Alleen om problemen tegen te gaan legde ik het verzonnen verhaal van Demian uit. Dat mijn ouders vluchtelingen waren, dus niet echt weet van het bestaan van de beschermers, maar wel zeer behendig ben met het zwaard.

Alleen zoals ik al verwacht had, geloofde hij me niet. Hij lachte me zelf vierkant uit in mijn gezicht. "Goed, als beste zwaardmeester buiten de koninklijke familie gerekend, daag ik u uit tot een gevecht. Win je, win je mijn respect. Verlies je verlaat je dit gebouw en ga je terug naar die verraders.

"Finn! Jij hebt daar nu eens niets over te beslissen. Ik beslis wie er gaat, en wie niet. Jij hebt dat recht niet!" zei Demian, ook zijn moeder stond mij bij door te zeggen: "Finn, je gaat te ver." "Het spijt me uwe majesteit, maar we hebben ons allemaal al bewezen. Als hij bij ons wilt horen, en respect wil verkrijgen van ons. Dan moet hij tonen wat hij kan. Anders kan hij evengoed gaan," terwijl hij dit zei, zag ik dat iedereen van het volk aan zijn lippen ging en instemmend knikte. Het was toen dat ik besefte dat ik dit project pas kon laten slagen, als ik zijn respect won. Daarmee had ik meteen het respect van ieder die in de zaal stond.

Toen Demian er nog iets aan wou toevoegen, deed ik een teken met mijn hand naar Demian die hem het zwijgen oplegde. "Laten we beginnen. Ik win toch wel," hoewel ik zelfzeker klonk, was ik dit binnenin niet. Hoewel Demian mij nog niet zo lang kende, fluisterde hij me terwijl we naar de trainingszaal liepen: "je hoeft dit niet te doen, we vinden een andere manier om hun respect te winnen. Maar koppig als ik was schudde ik mijn hoofd van neen. Ik moest en zou dat gevecht doen.

Het duurde niet lang voordat ik voor Finn stond in de ring. Een paar seconden later krijg ik een zwaard toegeworpen die ik behendig op vang. Ik moet toegeven dat het zwaard meteen goed in de hand ligt. "Mag ik een tweede zwaard?" hoewel hij het probeerde te verbergen, merkte ik op dat er verbazing zijn gezicht versierde. Al snel kon hij weer een neutraal masker opzetten.

Toen ik mijn tweede zwaard toegegooid kreeg, konden we eindelijk beginnen. Beide cirkelden we rond elkaar, wachtend tot de andere de eerste aanval ging doen. Toen Finn merkte dat ik niet diegene ging zijn, trok hij even zijn wenkbrauwen op ter teken dat hij me een lafaard vond en trok ter aanval. Alleen was dat niet zijn beste zet. Met mijn ene zwaard blokkeerde ik zijn zwaard, en ging met mijn andere in de aanval.

Hij was jammer genoeg lenig genoeg om te bukken terwijl mijn zwaard richting zijn lichaam passeerde, waardoor hij hem kon ontwijken. Ik moest toegeven die jongen was inderdaad niet slecht toen hij mij verraste met een aanval. Alleen was ik stukken beter. Meteen blokkeerde ik zijn aanval weer. En sloeg met mijn andere zwaard zijn benen van de grond, waardoor hij met een klap op zijn vleugels terecht kwam. Wat bij hem toch een grimas veroorzaakte. Eindelijk had ik hem, op het moment dat ik de punt van mijn zwaard op zijn buik wilde zetten, ter teken dat ik hem ging kunnen doden. Hoorde ik een stem in mijn hoofd donderden.

"Hoe durfde je dat te doen!"

Die paar seconden dat ik uit mijn concentratie was gebracht door Melissa's stem in mijn hoofd zorgde ervoor dat de rollen omgedraaid werden.

Je was van mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu