19. Logeren

47 6 0
                                    

- Xander -

's Avonds laat werd er nog aan mijn deur geklopt. Niet wetend wie er nu nog zou kunnen kloppen. Deed ik de deur open.

Toen ik zag wie er stond schrok ik me enorm. Met betraande ogen stond Demian voor mijn deur. Snel liet ik hem binnen, waarna hij zich op mijn bed liet zakken. Nog steeds geen idee hebbend over hoe ik me moest gedragen in deze situatie liet ik me maar naast hem neer ploffen.

"Het spijt me dat ik zo deed, dat had je niet verdiend Xan," snikte hij wat na, toen hij eindelijk wat gekalmeerd was. "Waarom deed je het dan? Deed ik iets mis?" Blijkbaar deden mijn woorden hem iets, want meteen erna kwam kwam er weer een waterval van tranen. "Het doet gewoon zoveel pijn, en ik reageerde het af op jou. Het spijt me, kun je het me vergeven?" Ik had het gevoel dat, dat was wat hij voorlopig nodig had, iemand die hem vergaf. "Ik vergeef je Demian," was dan ook mijn antwoord. Nadat ik deze woorden uitsprak zag je aan de verandering in zijn houding dat een zware last van zijn schouders gevallen was, maar dat er nog ontelbare lasten op hem wogen.

Toen hij na een paar minuten wat afgekoeld was, liep hij naar de deur, maar bleef er nog wat nerveus staan. "Wat is er?" vroeg ik toen hij daar maar bleef staan. "Mag ik je gunst vragen?" ging hij van wal. "Natuurlijk," zei ik zonder twijfel. "Ik weet dat het verkeerd zal overkomen, en ik wil niet dat je iets raar denkt, maar dat zal je nu wel doen..," begon hij al stotterend te ratelen, wat hem een schattige indruk gaf. "Zeg gewoon wat je wilt," onderbrak ik hem. "Kan ik blijven slapen? Net zoals in de ziekenboeg? Ik voel mij veiliger als ik iemand bij mij heb. Ik heb het nu denk ik wat nodig, allé het veilige gevoel," toen hij deze woorden uit gesproken had, durfde hij mij niet meer aan te kijken. Even bekroop mij het gevoel om hem te knuffelen, maar in de plaats van sloeg ik een paar keer op de plaats naast me. Ik had toch een bed die groot genoeg was voor drie personen.

Toen hij nog steeds aan de deur bleef staan, nam ik het hef maar in eigen handen, en ging liggen op mijn plaats in het bed. Hierna deed ik het licht uit. Een paar seconden later voelde ik hem aarzelend er ook in kruipen.

"Slaapwel," hoorde ik naast mij. "Slaap zacht," antwoordde ik dan maar. Toen ik bijna in slaap geraakte door het luisteren naar het geluid van zijn ademhaling hoorde ik hem zeggen: "ik was nooit goed genoeg voor hem. Toen ik nog maar geboren was, vond hij mij al een lelijke baby. Als peuter leerde ik nooit snel genoeg dingen aan, terwijl ik blijkbaar voor liep op ieder ander kind van mijn leeftijd. Het is nooit veranderd, in zijn ogen ben ik een mislukkeling en het zal nooit veranderen," mijn hart brak gewoon toen ik het hoorde. Hij klonk zo kwetsbaar op dit moment. Zo had ik hem nog nooit gehoord. Hij was altijd de vrolijke, en positieve van ons twee. Hem nu zo te horen doet pijn.

"Voor wat het waard is, ik vind je geen mislukkeling," zei ik naar waarheid. "Dankje Xan," en niet veel later viel hij in slaap.

Na wat vijf minuten leek, werden we abrupt wakker gemaakt door Finn die mijn kamer binnenstormde. "Xander! Je moet nu meekomen we kunnen iedereen gebruiken die iets van medische kennis heeft," riep hij, dat hij volledig over zijn toeren was, was voor mij meteen duidelijk.
"Wat is er gebeurd?" vroeg ik zowel ongerust als chagrijnig dat hij me zo wakker maakte. "Ik leg het onderweg uit, oh wow prins Demian wat doet u hier? Weet je laat ook maar, kom mee!" en weg was hij de kamer uit.

Verbaasd keken Demian en ik elkaar aan, maar aan Finn te horen moet er wel iets zeer ergs gebeurd zijn. We volgden hem tot aan de trainingszaal, en het aanzicht dat we daar zagen was gewoon verschrikkelijk.

Zeker een twintigtal mensen lagen zwaargewond op de grond. Velen probeerden ze nog te verzorgen, maar zelf een blinde kon zien dat het te laat was.

Ik wist dat wat ik ging doen, dom was, dat ik alles ging verraden waar we zo hard aan gewerkt hadden, maar ik kon niet anders.

Voorzichtig liet ik me bij een eerste lichaam zakken, en net wanneer ik mijn handen op zijn verwondingen wou leggen, werd ik ervan weggetrokken. "Ik kan je dit niet laten doen. Jullie hielden het voor iets al die jaren geheim," zei Demian ongerust. "En misschien is die iets een groot misverstand, en laat ik deze mensen sterven voor niets. Ik zal niet met mezelf kunnen leven Demian!" Met een ruk trok ik me weg, en legde men handen terug op de wonden, en concentreerde me op het hechten ervan. Niet veel later was mijn eerste persoon weer op de benen.

Snel liet ik me zakken bij de tweede persoon, en het was pas dan dat dit de aandacht trok van de anderen. Verbazing was op hun gezichten te lezen toen ik mij weer concentreerde op de volgende persoon. Ik denk dat het een mengeling van angst en verbazing was die ervoor zorgde dat ik ongestoord kon verder doen.

Toen ik me boog bij de de laatste persoon werd ik nogmaals weggetrokken door Demian: "als je nu verder doet, ga je dood Xan. Je moet hem laten gaan," het was pas toen hij dit zei dat ik de vermoeidheid voelde die zich meester maakte over mijn lichaam. Nog een laatste keer keek ik naar de jongen die voor mij lag. Een jaar of vijftien was hij, en ik..

Ik kon hem niet dood laten gaan, snel nam ik de beslissing en legde mijn handen op zijn borstkas. Het moment  dat hij weer zonder problemen ademhaalde, was het moment dat mijn ademhaling stopte.

Je was van mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu