Elsa
Ik keek hoe Jack weg vloog en draaide me daarna weg van het raam. Ik zuchtte en ging op de grond zitten.
Wat ben ik nou toch aan het doen?
Ik bleef zitten en staarde naar mijn handen. Ik snapte niet waarom ik dat deed, maar ik deed het. Opeens werd de hele kamer donker. Echt pikkedonker. Ik stond op en keek verward om me heen. Maar ik kon helemaal niks zien. Ik was bang en ik liet het zachtjes sneeuwen.
"Oh dit is echt een prachtig gezicht. De grote krachtige ijskoningin is bang voor het donker." Zei een stem. Het was een mannelijke stem en ik kreeg er rillingen van.
"Maar ja, niemand begrijpt je ook. En iedereen is bang voor jou en je krachten." Ging de stem verder.
"Wie ben je?!" Riep ik boos. Ik hoopte dat de man niet de angst in mijn stem hoorde.
"Oh. Je bijt terug. Daar hou ik van. Maar je bent nog steeds bang. Je bent bang dat je nooit iemand kan vinden en dat je nooit je krachten helemaal kunt beheersen." Zei de man.
"Helemaal niet. Je weet niks." Zei ik. Al wist ik dat hij gelijk had.
"Ik weet meer dan je weet. Het is het enige dat ik altijd weet. Waarvoor je bang bent."
"Wie ben jij?!"
"Heb je nooit gehoord van de boeman?" Opeens werd alles koud. Ik had er last van, ook al had ik nooit last van de kou. De man begon kwaadaardig te lachen en ik viel langzaam weg.
Jack
Ik vloog weg van Elsa. Ik vond het niet leuk om haar alleen te laten, maar ik snapte het ook wel. Ik bleef vliegen en opeens kreeg ik een vreemd gevoel.
"Elsa!" Riep ik hardop en ik keerde om. Ik vloog zo snel als ik kon naar Elsa toe. Ik ging dezelfde kamer als eerst binnen en zag Elsa bewusteloos op de grond liggen. Ik rende naar haar toe.
"Elsa! Elsa, wordt wakker!" Riep ik bang.
"Dat gaat niet lukken Jack. Al haar angst werd haar even te veel. En daar hou ik van." Hoorde ik iemand zeggen.
"Jij." Zei ik en ik keek op. Daar stond Pitch.
"Ik. Inderdaad ja. En deze keer komen jullie er niet zo gemakkelijk vanaf. Maar ik moet nu gaan, ik heb zaken om af te handelen. Ta ta for now. Zei Pitch en hij verdween. Ik had geen tijd om hem achterna te gaan, ik moest Elsa maar de andere guardians brengen.
Elsa
Langzaam opende ik mijn ogen. Ik had een lichte hoofdpijn, maar dat was nu een niet belangrijk. Ik was op een plek die ik niet herkende. Ik keek verbaast om me heen. Ik snapte helemaal niet waar ik was. Ik bekeek de kamer eens goed. Het was een kleine kamer, maar wel vol met spullen. Het leek wel speelgoed. Voordat ik beter kon kijken opende een deur achter me. Ik draaide me snel om en zag Jack.
"Je bent weer wakker." Zei hij en hij rende naar me toe. Ik knuffelde me. Ik stopte hem niet.
"Waar zijn we?" Vroeg ik zodra Jack me los had gelaten.
"Dit is het kantoor van een vriend van mij. Hij heet North. Maar misschien ken je hem beter als de Kerstman." Zei Jack.
"Nee, ik ken geen Kerstman."
"Dat is goed om te weten." Zei Jack bedenkelijk. Ik keek hem vragend aan. Maar voordat ik iets kon zeggen ging de deur weer open en kwam er een grote man binnen.
"Je bent wakker. Dat is mooi. Nu kunnen we zaken bespreken." Zei de man met een Russisch klinkend accent.
"Wat voor zaken?" Vroeg ik.
"Luister maar gewoon." Zei Jack bemoedigend.
"Je bent net aangevallen door Pitch Black. We noemen hem Pitch, dat is korter. Hij leeft van angst en daar heb jij veel van. Hij houd van je angst en eet er zeg maar van. Hij gebruikt jou angst om zelf sterk te worden." Zei de man.
"Hoe kan hij dat dan?" Vroeg ik. Ik vond het verhaal helemaal niet leuk klinken.
"Hij is de boeman. Hij kan dat nou eenmaal." Zei Jack gewoon.
"Ja. En hij heeft een hekel aan ons. Dus we moeten je veilig houden en hem tegenhouden. Want als hij te sterk wordt veranderd hij de wereld in een verschrikkelijke plek. Hij won de vorige keer al bijna, maar nu jij hem sterk maakt kam hij echt winnen." Ging de man verder.
"Hé!" Riep ik beledigd. Ik vond het niet leuk dat de man zei dat ik een enge slechte man hielp.
"Het geeft niet. Het is niet jou schuld. En bovendien hebben we nu wat meer mensen die ons kunnen helpen." Zei Jack.
"Wie?" Vroeg de man aan Jack.
"Dat ene meisje en zij natuurlijk." Antwoordde Jack. De man knikte en leek het te begrijpen, maar ik snapte er helemaal niks van.
"Waar gaat dit over? En over wie hebben jullie het nou eigenlijk? En wie ben jij?" Vroeg ik. Bij de laatste vraag wees ik naar de grote man.
"Ik ben North. Dit is mijn kantoor trouwens. En voordat ik je alles ga uitleggen stel ik je even voor aan de anderen." Zei North. Ik knikte met tegenzin en volgde hem naar een andere plek toe. Op die plek waren een stel vreemde wezens. Ze leken wel op mensen, maar waren dat niet. Er was een gouden mannetje, een enorm konijn/haas geval en een vogelvrouw.
"Oh hallo. Je heet Elsa toch?" Vroeg de vrouw.
"Eh, ja." Antwoordde ik. De vrouw keek opeens heel opgewonden en vloog naar me toe. Ze opende mijn mond en begon erin te kijken.
"Jij hebt ook al zulke mooie witte tanden. Net zoals die van Jack. Zo mooi." Zei de vrouw. Jack probeerde de vrouw van me af te trekken en na even trekken liet ze me los. Ik wreef over mijn mond.
"Sorry. Ik ben de tandenfee, dus ja. Ik hou van tanden." Zei de vrouw alsof dat alles verklaarde.
"Wat is een tandenfee?" Vroeg ik.
"Heb je die niet in jou land?"
"Nee."
"Oh. Nou je kunt me Tooth noemen. Ik leg je later wel uit wat ik doe." Zei Tooth teleurgesteld.
"Ik ben Bunny, de paashaas. Heb je wel gehoord van mij?" Zei de haas met een vreemd accent.
"Nee, sorry." Antwoordde ik. Bunny zei verder ook niks. Ik verwachtte eigenlijk dat het gouden mannetje iets zou gaan zeggen, maar dat deed hij niet.
"Dit is Zandy. Klaas Vaak of de zandman. Hij kan zelf niet praten." Zei North.
"Maar hem ken ik wel." Zei ik trots
"Echt waar?" Vroeg Jack verrast.
"Ja. Hij zorgt ervoor dat je in slaap valt en droomt. Met zijn droomzand." Zandy keek erg blij en trots. Ik glimlachte naar hem, hij glimlachte terug.
"Dit zijn dus mijn vrienden. Zij zijn de andere guardians. En nu gaan we samen alles uitleggen." Zei Jack en we maakten ons allemaal klaar voor een lang verhaal.