13.

44 2 0
                                    


POV Thomas

"Ja-jawel, ik snap het. Ik het het ook meegemaakt." Stamel ik met een lichte onzekerheid in mijn stem.

Ze kijkt verschrikt op. "Hij is nog niet dood hoor-" Zeg ik snel. "Maar hij is wel dood voor mij."

Ik voel me heel raar. Ik praat hier nooit over met iemand. Niet eens met mijn eigen moeder. Als Noah erover begint kap ik het gelijk af.

Ik denk niet dat ik het tegen iedereen kan zeggen. Maar ik heb het gevoel dat ik het wel tegen haar kan zeggen.

Het voelt alsof ik alles aan haar kan vertellen.

Ze legt haar hand op de mijne en wrijft met haar duim over mijn huid. De kippenvel schiet over mijn lichaam heen.

"Je hoeft het niet te vertellen als het niet gaat." Zegt ze zo zacht en lief wat mijn hart doet smelten.

"Andere keer." Beloof ik. Niet nu, als ik het nu doe ben ik de hele dag verdrietig. Ik wil nu niet de emotionele gozer uithangen.

"Oké, zullen we maar naar boven gaan?" "Is goed." We pakken onze glazen en lopen naar boven.

Haar kamer is best wel basic. Er liggen nog wat verhuisdozen op de grond. Ze legt haar glas op een tafeltje en gaat zitten op het bed.

Ik doe hetzelfde, ik ga voorzichtig naast haar zitten terwijl zijn de laptop opstart. Ik voel me heel verlegen. Gek is dat wel, want ik ben dat nooit en zeker niet bij meisjes.

Na één klein uurtje zijn we halverwege. Plots verbreekt ze de stilte. "Weet je dat je best wel aardig kan zijn, ook al ben je de badboy van de school." Ik moet lachen. "Ik vat dat op als een compliment, maar als ik met lekkere meiden ben, ben ik altijd aardig.

"Je verpest het moment weer, dankjewel." Zegt ze met een grijns. "Momenten verpesten is mijn ding." Zeg ik, het klopt volgens mij ook nog eens.

Emma wilt net de volgende zin typen. "Sorry, maar eigenlijk heb ik echt geen zin meer. Zullen we het een andere keer doen?" "Ik dacht dat je het nooit zou zeggen." Zeg ik.

"Hoelaat is het eigenlijk?" Vraagt ze. "Euh." Ik werp een blik op mijn horloge. "Zes uur. Ik ga denk ik naar huis."

POV Emma

"Oh okee." Ik vind het eigenlijk wel jammer dat hij weggaat, maar het zou raar zijn als ik heb zou uitnodigen om te blijven.

Hij stapt van het bed af en hij loopt de trap af en ik loop achter hem aan.

We staan in de gang. Terwijl Thomas zijn jas aantrekt zit ik na te denken vanavond ben ik de hele avond alleen thuis. Matthijs is bij Noah. Mam en Jayden zijn weg. Laila heeft een familie etentje.

Voor ik het weet zeg ik het al. "Euhm Thomas" hij kijkt op. Shit nu kom ik er niet meer onderuit. "Ja?"

"Heb je vanavond nog wat te doen?" "Niet dat ik weet." "Heb je zin om even wat pizza te bestellen en misschien film te gaan kijken." Vraag ik met twijfel in m'n stem.

Hij kijkt me blij aan. "Dat lijkt me heel leuk mevrouw Meer." Hij trekt zijn jas weer uit.

We lopen samen de woonkamer in en ploffen op de bank. Iets dichterbij dan wat we net boven zaten.

"Welke pizza wil je?" Vraag ik terwijl ik het telefoonnummer van de pizzeria opzoek. "Pepperoni."

"Oké, bedankt." En ik hang op. "Ze komen de pizza over vijftien minuten brengen."

"Waarom ben je eigenlijk een badboy?" Verbeek ik de stilte. Ik wil het weten.

"Ik hou van macht denk ik."

"Waarom zou je macht willen. Je neemt iemands vrijheid af met macht."

"Om de vrijheid en aandacht terug te krijgen die ik heb gemist."

Oké, interessant.

"Maar waarom doe je soms zo gemeen terwijl je nu aardig bent?"

"Ik ben nooit gemeen tegen je geweest."

"Misschien mij niet. Nog niet in ieder geval. Maar Finn bijvoorbeeld."

"Om het verhaal te weten, moet je alle hoofdstukken lezen."

"Vertel ze dan aan me. Vertel wie je bent Thomas Evans."

Op dat moment gaat de deur bel.

"Dat zou de pizza wel zijn, ik open de deur wel." Hij loopt gehaast naar de deur.

Ik besluit het onderwerp te laten liggen en pak twee glazen en een fles cola.

Als we zitten en een random film aangezet hebben bestudeer ik zijn gezicht.

Waarschijnlijk heeft hij het door.

"Waar kijk je naar schoonheid?"

"Hm zo te zien niet veel bijzonders."

Hij geeft me een kneep in mijn bovenbeen.

Het kietelt en ik moet lachen.

"Je bent zo schattig als je lacht."

Ik voel me rood worden.

"En je bent zo een schattige tomaat." Vult hij aan.

Ik geef hem een klap op zijn schouder.

"Ik vind het leuk als je me aanraakt doe het nog een keer."

Ik weet niet wat ik moet doen. Hij komt steeds dichterbij.

Hij legt zijn hand op mijn bovenbeen en wrijft zachtjes over mijn spijkerbroek.

Er gaat een rilling door mijn lijf.

"Stop maar weer." Zeg ik zachter dan ik had gewild.

"Ik weet dat je het fijn vindt, je wilt me. Ik zie het in je ogen." Fluistert hij zwoel in mijn oor wat me doet huiveren.

Ik kijk hem in zijn vurige ogen aan. Het voelt als ik er in op wordt gezogen. Direct de hel van de badboy in.

"Wie vind je leuk?" Vraagt hij.

Ik geef het veiligste antwoord. "Mijn vriend."

"Oh, wie vind je nu leuk?"

"Mijn vriend."

"Wie vind je echt leuk."

Ik raak geïrriteerd."Hoe vaak ga je dat nog vragen?"

"Net zo vaak tot je mijn naam zegt." Fluistert hij.

Er zit nu nog maar 10 centimeter tussen ons in. Ik schuif naar achter. Hij heeft het door, want hij schuift mee.

"Ik zal het nooit zeggen Thomas, ik hou van mijn vriend, punt."

"Je zult ooit op me vallen Emma. Misschien morgen, misschien volgende week of volgend jaar. Daar wed ik op." Zegt Thomas.

"Ik kan je een ding beloven, je zult in ieder geval niet winnen."

"En als ik wel win?" Vraagt hij.

"Daar gaan we niet vanuit, maar dan zal ik je geven wat je wilt. Maar als ik win laat je mij en mijn vrienden met rust."

"Afgesproken." Zegt hij

"De tweede weddenschap van vandaag al." Mompelt hij.

"Wat bedoel je?"

"Oh niks."

Ik zal het wel verkeerd gehoord hebben.

London LoversWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu