Hoofdstuk 15

65 7 0
                                    

'Daniel!' Gil ik. Hij staart mij aan, met zijn mooie ogen, waar ik in verdrink. Hij komt langzaam dichterbij, en als hij bijna bij mijn lippen is, pakt hij een mes. Met een grijns steekt hij het mes door mijn lichaam. Ik druk met mijn hand op die plek, en er zit bloed op. Daniel kwam me eindelijk bezoeken, en daar was ik blij om. Hij kwam binnen met zijn bigsmile, en gaf me gelijk een knuffel. Maar nu wil ik dat hij nooit was gekomen. Daniel laat los en hij loopt de kamer uit. Het wordt wazig voor mijn ogen, en de hele wereld draait. Ik probeer recht te blijven, maar uiteindelijk val ik neer. Ik voel nog aan die wond, en ik ben te zwak om hulp te roepen. Ik merk dat er op mijn buik een grote bloedvlek zit. 'Nora...' piep ik. Te zacht om gehoord te worden. En dan wordt alles zwart, en ik slip weg.

Ik kom overreind. Het eerste wat ik doe is naar mijn buik kijken. Geen bloedvlek. 'Was het een droom?' Vraag ik af. Ik voel aan mijn buik, en het doet geen pijn. Naast me ligt Eline te slapen. Nadat Eline weg mocht uit het ziekenhuis zijn we gelijk naar Nora gegaan. Het was ook al een paar dagen verder. Ik sta op, en sluip naar het bureau. Daar ligt dat briefje, van die ex. Ik besluit om hem/haar te bellen. Ik loop naar beneden, zodat niemand ons hoort. Ik hoop dat diegene opneemt, het is al twee uur in de nacht. 'Hallo,' hoor ik aan de andere kant. Het is een vrouwenstem. 'Ex van Daniel?' Vraag ik. 'Sophia? Ben jij dat?' 'Ja,' zucht ik. 'Je hebt dat briefje ontvangen hé?' 'Ja, maar ik moest wel ruitschade betalen,' zeg ik droog. 'Kom morgenochtend om half tien naar het parkje dichtbij je school,' zegt de vrouw. 'Hoe heet je?' Vraag ik. 'Dat is nog even geheim. Maar ik ben net als jou zestien jaar. Ik moet nu ophangen, ik zie je morgen!' Roept ze en ze hangt op. 'Vreemd,' zeg ik. 'Laat ik toch morgen gaan.' 'Wie was dat?' Hoor ik opeens een stem zeggen. Doordat ik schrik stoot ik me weer eens tegen een tafelpoot. Daar staat nora met haar slaperige kop. 'Een vriendin uit de kliniek,' probeer ik. 'Oké,' zegt Nora en ze loopt weer naar bed.

Ik zucht. Ik hoop dat dit snel voorbij gaat, ik heb geen zin om de hele tijd te gaan liegen. Ik wrijf nog even over mijn pijnlijke voet en dan ga ik weer terug naar bed. Als ik de kamer binnenkom, slaapt Nora alweer. Ik ga op het matras naast Eline liggen. Nora's kamer is vrij groot. Genoeg voor drie personen. Haar ouders zijn dan ook wel rijk, maar ze werken vaak. Zoals nu zijn ze twee dagen weg, naar Duitsland. En dus blijft Nora alleen thuis, dit keer samen met ons.

Als mijn ogen een beetje gewend zijn aan het donker kijk ik naar hef verband om Eline's hoofd. Ze weet nog steeds niet wie ik ben. Eric herkent ze ook niet meer. Ik ben bang. Bang voor wat er gaat gebeuren. Bang voor mijn leven. Ik heb dan misschien wel steun van dat meisje, maar ik blijf bang. Ik weet waar 'Daniel' tot in staat is. Hij had al Nora het ziekenhuis in gekregen en nu Eline. Straks vermoordt hij iemand nog. Net zoals bij mijn broertje. Ik krijg de walgelijke gedachte nog steeds niet uit mijn hoofd. Mark werd gemarteld, hij moet heel veel pijn geleden hebben. En daarna is hij gestorven. Ik veeg een traan weg. Ik hield vroeger ontzettend veel van mijn broertje. Hij hielp mij met mijn problemen en ik met de zijne. Alleen hij was erachter gekomen dat ik in de drugshandel zat, en daarom heeft 'Daniel' hem vermoord denk ik. Of hij wilde mij gewoon heel veel pijn doen.

Als ik in bed lig staar ik naar het plafond. En dan voel ik iemand naast mij bewegen. Eline is wakker. 'Hoe gaat het met je?' Fluister ik. 'Goed, ik kan je alleen niet herinneren,' fluistert ze terug. Ik geef een kus op haar wang en ik fluister weer: 'Ga maar slapen, het is nog vroeg in de nacht.' Ik hoor haar weer bewegen en even later is het stil. Ik zie een kleine lichtstraal door het raam schijnen, van de maan.

En dan zie ik iets dat me laat schrikken. Voor het raam staat een schim.

Ik hoor iemand kloppen op het raam. Van hard, naar zacht, naar weer hard. Het blijft doorgaan, het stopt niet. Angstig sluip ik naar het raam toe. Zal ik de gordijnen opentrekken? Het kloppen stopt niet. Ik besluit om de gordijnen open te trekken.

Ik doe de gordijnen snel open. Weg. De schim is weg. En het geklop ook. Hoe is het mogelijk. Ik kijk naar rechts en naar links uit het raam. Niemand. Er zitten ook geen vlekken op het raam van een hand of zo. Alsof hier nog nooit iemand was geweest. Vreemd. Heel vreemd.

Don't hurt yourself *ON HOLD*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu