Cadeautje

391 17 13
                                        

Omdat ik vandaag jarig ben, trakteer ik jullie! Een klein stapje terug in de tijd, en dat allemaal dankzij Hannah Mae 💖

Maart 2018:
Ruim een jaar. Zo lang is het geleden dat hij voor het laatst hier was. Hier in Maastricht, in mijn huis, in mijn hart. Ruim een jaar geleden sprak hij de woorden uit, die in mijn hoofd blijven rondzingen. "Eva, ik kies jou." Iemand die de context van deze woorden niet kent, zou denken dat ze rondzingen omdat ik er blij mee zou zijn, omdat hij voor mij koos. Maar hij sprak die woorden, omdat hij zijn dochter wilde redden. Liever dan mij. We waren op papier dan wel alleen collega's, die toevallig op hetzelfde adres woonden, maar we wisten allebei dat er meer was. Blijkbaar was dat niet genoeg om mij boven Fleur te kiezen. Ergens snap ik het wel. Ik heb geen kinderen, maar zou waarschijnlijk hetzelfde gedaan hebben. Maar het doet toch pijn. Want door zijn woorden ging ik er vanuit dat het mijn einde zou betekenen. 

Het gekke is, dat ik hem niet los kan laten. Niet alleen zijn woorden zingen in mijn hoofd, hijzelf waart daar ook rond. Ik mis hem. Ik mis hem 's ochtends als ik beneden kom. Als ik weer het lege aanrecht zie. Zijn plekje in mijn huis. Hoewel het altijd meer voelde als ons huis. Als ik thuiskom na een lange dag werken met een collega die er wel is, maar waar ik niks mee kan beginnen. Niemand kan zijn logisch redeneren evenaren. Niemand zit 's avonds met mij in de keuken achter de laptop, verder te speuren naar de verdachte. Niemand houdt de deur meer voor mij open als ik het kantoor van de baas uit loop, of willekeurig waar ergens naar binnen. Er zit 's avonds niemand met eten op mij te wachten als ik thuiskom van het hardlopen. Ik fluister een weltrusten in de keuken als ik naar bed ga, maar niemand die het hoort.

Maar dit alles gaat binnenkort veranderen. De zaak waar ik aan werk staat in verband met een zaak in Amsterdam. Ik ga er heen. Naar de stad waar hij zich verstopt heeft. Een postbusnummer is alles wat ik van hem heb daar, maar ik ga hem vinden. Ik ken hem. Toen hij zonder om te kijken wegliep na alles wat er gebeurd was met Bols, wist ik dat hij weg zou lopen. Weg uit Maastricht. Weg van de plek waar hij Fleur had gevonden en net zo hard weer kwijt was geraakt. Hij zou vluchten naar Amsterdam. Zich vastbijten in het vinden van Bols, van Bea Middelkoop. Alles om ervoor te zorgen dat zij hun straf niet zouden ontlopen. Hij zal wel een flatje hebben gezocht wat leeg was, zonder zich te bekommeren om de buurt of de staat waarin de woning zich bevindt. Het zou hem niets kunnen schelen, na alles. Als hij niet een plek nodig zou hebben voor zijn onderzoek, zou hij misschien alleen een vunzig hotelkamertje gehuurd hebben, maar hij wil geen nieuwsgierige blikken van schoonmaaksters. Of leven op straat, van opvang naar opvang. Hij zal zijn leven de moeite niet waard vinden.

Maar ik wil hem laten zien dat hij niet alles kwijt is. Want ondanks alles wat er gebeurd is, heeft hij mij nog. Hij zit zo diep van binnen in mijn hart verankerd, dat ik hem niet kan laten gaan. Niet wil laten gaan. Niet meer. Ik wil hem terug, hier in Maastricht. Het liefst op mijn werk, maar alleen in mijn huis is ook goed. Ik heb hem nodig. Zijn kennis en vaardigheden, zijn kookkunsten, zijn liefde. En als hij dan thuiskomt, hoop ik dat mijn diepste verlangen ooit eens in vervulling gaat. Een leven samen met Wolfs. Niet alleen als collega's of huisgenoten, maar echt samen-samen. Want één ding weet ik zeker, ik wil hem niet nog eens verliezen.
En in het begin zal het wennen zijn. Want soms ben ik boos op hem, boos op zijn keuze. Maar dan is er weer iets wat mij aan hem herinnert. Kom ik in de keuken de schaal weer tegen, waar hij altijd het restje nasi in bewaarde. Het restje, speciaal voor mij. Dan voel ik de leegte weer, die hij heeft achtergelaten en die niemand anders kan opvullen. En dan weet ik: ik kan niet zonder hem.

Dus, Floris Wolfs, ik kom er aan!


Flikken FrutselsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu