A/N: Na de hele ochtend Flikken fanfictie te hebben gelezen (en de halve middag ook), vond ik het weer tijd om zelf iets te posten. Ik twijfel nog over het "grote" verhaal, dus hier nog even een kleintje:
Het was rond een uur of één 's nachts toen ik zuchtend het licht in de keuken uit deed. Ik had deze avond zo lang mogelijk willen rekken. Ik had in mijn eentje aan tafel gezeten, mijn laptop voor me en een glas whisky daarnaast. Voor mijn drankverzameling had ik staan twijfelen: Johnny Walker of toch de 'Pere & Trust' van Mechels? Maar een erfstuk moet je voor bijzondere gelegenheden bewaren en dat was deze avond niet geweest. Absoluut niet. Dus had ik de sterkste whisky uit mijn verzameling gepakt en iets meer dan een fatsoenlijk bodempje ingeschonken. Geen ijs, gewoon pure whisky. Het was nodig. De eerste slok brandde achter in mijn keel. Als ik het gevoel niet gewend was, zouden de tranen in mijn ogen gesprongen zijn. De tranen die vandaag alweer zo dicht aan het oppervlak hadden gelegen. Natuurlijk had ik het niet gemeend, dat ik klaar met haar was, maar ik had een ultimatum moeten stellen. Ik had iets moeten doen om Eva tot de orde te roepen.
Maar ze was niet teruggekomen. Uiteraard. Als Eva van Dongen iets in haar kop had, moest dat gebeuren. Hoe risicovol ook. Dat wist ik, maar al te goed, maar toch had ik het niet kunnen laten. Ik had gehoopt dat ze zou inzien dat haar vlucht niet de oplossing was. Want Eva die "vakantiedagen" had opgenomen, daar geloofde ik geen barst van. Ik was altijd degene geweest, die bij problemen op de loop ging. Vroeger, na de geboorte van Fleur, maar recent ook nog, na het overlijden van Fleur. Als er nou één eigenschap was, die ik niet aan Eva had willen doorgeven, was het deze wel. Weglopen had niks opgelost. Samen met Eva de strijd aanbinden tegen het onheil, dát was de oplossing geweest. Haar kracht, haar doorzettingsvermogen, haar logisch beredeneren, dat was wat ons al die jaren geholpen had. En nu was ze weg. Nu had ik geen mogelijkheid om haar te helpen.
Ja, ik had naar haar toe kunnen gaan. Door haar telefoon uit te peilen, wist ik waar ze zat. Maar twee belangrijke voorwaarden van onze relatie zou ik daarmee schenden. Ze had me, zwart op wit, op een notitievelletje de opdracht gegeven om niet te komen. Ze wist dat ik zo eigenwijs was om dat volledig te kunnen negeren, net zoals ik ieder willekeurig dienstbevel zou kunnen negeren. Dit was alleen geen order van de baas, maar een verzoek, van Eva. Zij was mijn zwakke plek, dus kon ik over het algemeen niets anders dan naar haar luisteren. De tweede voorwaarde was lastiger, niet alleen naar Eva luisteren, maar ook afstand houden. Zíj bepaalde hoe het ging en als zij niet wilde dat ik haar hielp, kon ik dat ook maar beter niet proberen. Dan werd ze boos. Begon ze met mopperen als het meeviel wat ik gedaan had, kon ze me dagen negeren als het erg was. En haar in deze situatie helpen, zou afschuwelijk zijn. De laatste tijd had ze me al zo weinig toegelaten. Ik had mogen zien dat ze naar de kliniek ging, hoewel mijn pessimistische zelf dacht dat het alleen was geweest om de auto niet daar te laten staan. Maar daarna was Eva niet meer bij mij gekomen. Niets had ik van haar gehoord over haar verslaving, hoe het voor haar was. Nooit had ze mij om hulp gevraagd, had ze iets van haar twijfels of angsten laten zien. Ze wist dat ik in haar kamer was geweest en haar voorraad had weggehaald. Het had vier weken geduurd voor ze me daarop had aangesproken.
Maar nu zat ik hier en zij daar in Luik. Ik wist dat ik die avond niet zou kunnen slapen. Dat ik zou liggen malen over hoe ik het anders had kunnen doen. Hoe ik haar voor Bols had kunnen behoeden. Waarom ik alweer niet zelf het heft in handen had genomen en onze ergste vijand had uitgeschakeld. Waarom ik haar niet persoonlijk terug naar de kliniek had gebracht. Waarom ik mijn vermoedens over haar verslaving niet eerder naar voren had gebracht, haar eerder had tegengehouden. Waarom ik aan de telefoon zo'n stomme zak was geweest. Waarom had ik haar niet duidelijk gemaakt wat ik echt voelde? Nee, Floris Wolfs moest het weer verpesten. Haar nog verder van zich af duwen. Waarom zou ze nog de moeite nemen om terug te komen? Wat had ze verder nog hier? Haar werk zou onmogelijk worden, zeker als Kamphuis te weten zou komen dat ze heroïne had gebruikt. Marion was haar beste vriendin, maar in de afgelopen weken had Eva zich ook van haar afgesloten. De Ponti was haar enige thuis, maar wat betekende dat nog zonder Frank? De herinneringen die ze aan hem had, kon ze ook zonder de Ponti oprakelen als dat nodig was. Mij?
Zij was mijn reden. De enige persoon waarom ik nog hier was, waarom ik het niet allang opgegeven had. Ik, die alles verpestte. Ik liep weg. Ik had mijn eigen dochter niet eens uit de gevangenis kunnen houden. Ik had haar niet kunnen beschermen tegen Daan de Vos, tegen Jens Bols. Nu was ze er niet meer en mijn God, wat miste ik haar. Haar vrolijke krullen, haar gulle lach, haar enthousiasme, haar vaste vertrouwen in mijn relatie met Eva. Om Fleurs dood te wreken was ik doorgegaan, had ik Bea vastgehouden en bijna gemarteld. Maar dat was geen leven geweest. Pas toen Eva me weer terugtrok de realiteit in, had ik beseft dat er toch iets was om voor te leven. En nu... Toen ik te weten was gekomen dat Eva zélf gebruikte, was de grond onder mijn voeten weggeslagen. Na Fleurs dood had niets me meer zo geraakt. En nu was ik nog verder gevallen. Ik had niet voor mogelijk gehouden dat er nog een diepere afgrond was geweest. Ingestort als een brandend huis , waarvan de constructie het op een gegeven moment begeeft. De enige die me weer op kon bouwen, was weg en ik had haar alleen maar verder weg geduwd met mijn telefoontje. Ik had me geprobeerd groot te houden, sterk te zijn voor haar, voor als zij me nodig had. Het was niet gebeurd. Ze moest en zou dit weer zelf opknappen. Door haar zucht aan de telefoon en het piep-signaal daarna was mijn kaartenhuis ingestort.
Langer piekeren aan de keukentafel had geen zin. Ik klapte mijn laptop dicht, geen idee wat ik daar de hele avond eigenlijk mee gedaan had, zette mijn glas in de wasbak en liep naar de trap. Daar deed ik het licht uit en vervolgde moeiteloos in het donker de weg naar mijn kamer. Even bleef ik nog voor haar kamerdeur stilstaan. Ik legde mijn hand op het donkere hout en wreef er overheen. Hmpf, schamperde ik. Alsof Eva dat zou merken. Alsof een aai over een houten deur alles beter zou maken. Ik zette me met mijn hand tegen de deur af, hem bijna een boze zet gevend. Ik drentelde naar mijn kamer, tijd rekkend om maar niet te hoeven gaan slapen. In de spiegel van mijn badkamer keek een oude man mij aan. Net iets te lang haar, net iets te lang niet geschoren, wallen onder zijn ogen. Ik zuchtte en nam mijn tandpasta uit het spiegelkastje. Expres sloot ik het deurtje niet, die man hoefde ik niet meer te zien vanavond. Ook hij kon de situatie er niet beter op maken. Na het tandenpoetsen en het uitkleden ging ik op de rand van mijn bed zitten. Het bed waar zij ook ooit in gelegen had, in betere tijden, voor even dan. Weemoedig glimlachte ik bij die gedachte. Onze fijne nacht was veel te snel voorbij gegaan en er was nooit gevolg aan gegeven. Mijn hand gleed over het laken, wat ik toen liefdevol over haar heen had getrokken. Alweer zo'n melancholisch gevoel dat opborrelde, ouwe dwaas die ik ben. Ik kroop onder het laken en vouwde mijn handen onder mijn hoofd. Laat die slaap maar komen. Laat mij maar verdwijnen uit het nu, zodat ik even niet hoef te denken. Aan haar, aan mij, aan ons. Zonder haar ben ik alles kwijt, zelfs mezelf.
A/N: ondanks alle fijne Fleva die ik gelezen heb, moest er toch een wat duisterder stukje uit mijn toetsenbord komen (vroeger met een pen klonk dat spreekwoord toch mooier). Ik hoorde Faded vanmiddag op de radio en floep, daar was mijn inspiratie. Als je tijd hebt, zou ik zeker de clip bekijken. Iemand die niet aan Eva in dat grauwe, rauwe Luik denkt? 😢
Bedankt weer voor het lezen van mijn schrijfsel, de votes en comments. Ik hoop dat de aflevering van aankomende vrijdag weer inspireert tot opbeurende verhalen🤞Geplaatst op 18-2-2019
JE LEEST
Flikken Frutsels
FanfictionKorte verhalen over Flikken Maastricht. Alle personages zijn bedacht door en eigendom van AVROTROS