les van Joël

31 3 3
                                    

We kijken elkaar nog even aan. Joël glimlacht verlegen. Deze kant ken ik nog niet van hem. Ik glimlach terug en woel zijn haren doorelkaar. Hij lacht. "Ik ga je les geven." Zegt hij plotseling. "Les geven waarvoor?" "Je krachten. Als je hoorns heb, kan je 'Toveren', zoals jullie dat noemen." Ik kijk hem vragend aan. "Kom." Ik loop achter hem aan. We zijn in het bos. Ik haat het bos, telkens verdwalen, geen eten, geen lekkere slaapplek. Joël loopt door alsof hij precies weet waar hij heen moet. We komen bij een grote boom aan. Joël spreid zijn prachtige zijden vleugels, en vliegt naar boven, de boom in, en gaat op een dikke tak zitten. "Kom maar naar boven." Zegt hij met een indeugende glimlach. "Hoe?" "Nou, zoals ik net deed?" oh, ik moet vliegen. Wacht heb ik vleugels?! Wtf, dat wist ik nog niet! Ik kijk naar mijn vleugels. Ze raken de grond. Nu pas voel ik ze. Ze zijn prachtig, het zijn witte vleugels, met een een zwarte punt op de bovenkant en onderkant. De veren zijn zo groot als een volwassen mensen arm. Ik raak mijn vleugels aan. Zo zacht, nog zachter dan die van Joël. Ik probeer ze te bewegen. Het lukt! "Nou, kom je nog?" "Ja, ik kom er aan, nog heel even!" Ik spreid mijn vleugels. Ik vladder ze langzaam heen en weer. Het is een zwaar gevoel. Ik vladder wat harder. Ik voel beweging in mijzelf komen. Het voelt raar. Alsof ik zelf een veertje ben. Ze zijn zo sterk, maar het voelt zo zwaar aan. Ik vladder nog wat harder. Ik kom van de grond! Nog harder, en harder, en harder. Ik schiet de lucht in. Boven het bos uit. Richting de wolken. Ik word duizelig. De luchtdruk is te hoog hier. Ik laat me vallen, en net boven de bomen van het bos kom ik tot stilstand. Ik beweeg langzaam vooruit. "Ik snap het!" Schreeuw ik. "Woehoe!" Ik schiet de wolken weer in, ik maak een paar salto's en kurkentrekkers. Ik heb nu de voledige controle over mijn vleugels. MIJN vleugels. Ik duik naar beneden, vleugels strak tegen mijn lichaam, ik schiet naar beneden, harder, sneller. Dan zie ik Joël, ik stort op hem af. Ik doe mijn ogen dicht. Ik wil niet weten wat er gaat gebeuren. Ik weet niet wat ik miet doen, ik word naar hem toe gezogen. Zwart, alles word zwart...

vleugelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu