Joël dood?...

47 4 5
                                    

Ik open mijn ogen. Ik lig boven op Joël, ol de grond. Ik kijk naar Joël. Mijn geheugen is vaag, maar het word langzaam helder. Ohja! Ik stortte naar beneden, viel op Joël, en toen werd alle zwart! O nee. Ik ga snel van Joël af, en ik kniel naast hem neer. Het doet pijn, maar dat boeit mij niks. Ik schud Joël voorzichtig door elkaar. Nu pas zie ik dat hij in een plas met bloed ligt. "Oh my god, Joël? Joël! Word wakker, alsjeblieft!" Ik krijg tranen in mijn ogen. "Joël! Alsjeblieft!" Schreeuw ik zo hard als ik kan. "Joël..." Ik begin zachtjes te snikken. Ik til Joël op. Hij is lichter dan ik dacht, of ik ben sterker geworden? Ik loop half hinkend, met Joël in mijn armen, naar de grote boom. Ik spreid mijn vleugels, en vlieg de boom in. Het doet pijn, maar alweer boeit het mij niks. Als ik in de boom ben, zie ik een soort groot nest. Ik leg Joël in het 'nest'. Ik klim via de dikste en grootste tak naar boven. Alweer die pijn. Nu moet ik wel kijken wat het is. Ik spreid mijn vleugels en kijk eronder door. Een staart? Een gebroken staart! Het bot steekt eruit en het bloed sijpelt langs het bot naar beneden. Nu weet ik waarom Joël in een plas met bloed lag! Het was niet zijn bloed, maar die van mij! Nu begint het echt heel erg zeer te doen. Ik schreeuw het uit. Hoe deed Joël dat ook alweer met dat sneetje? Ik hou mijn hand al huilend erboven, en concentreer me. Ik kijk weg, ik wil het niet zien. Ik voel beweging in mijn staart komen. Ik schreeuw het opnieuw uit van de pijn. Als ik ern soort van knak voel kijk ik weer. Het bot zit weer goed, nu nog de wond, of verbinden, of hetzelfde doen als net. Als ik het zelfde doe als net, heb ik misschien genoeg tijd om water te halen, zodat ik Joël en mij schoon kan maken. Ik besluit het tog maar te doen. Ik hou mijn hand erboven, maar kijk dit keer wel. Het beweegt, ik moet overgeven, maar slik het weer door. De wond gaat heel langzaam dicht. Een maal als het dicht is, zoek ik een stok, en bind het met een dunne liaan om mijn staart heen. Als ik daarmee klaar ben kijk in naar Joël. Ik loop naar hem toe. Ik besluit te luisteren of hij nog ademt. Gelukkig hij ademt nog. "Joël, Joël?" Weer geen reactie. Ik laat hem nog wel even. Eerst water halen. Ik vlieg de boom uit. Even verder op zie ik een soort palmboom met meters lange bladeren. Ik loop er heen en pluk er een paar van af. 'Zal ik het weer proberen?' Zeg ik tegen mijzelf. Jahp, ik ga het weer proberen. Ik leg de bladeren op een rijtje, en concentreer me erop. Tegelijkertijd denk ik aan een bad. Er komt beweging in de bladeren. En geloof me, het ziet er heel grappig uit. Als het eindelijk vervormd is tot een bad, proest ik het uit van het lachen. Half lachend ga ik opzoek naar 4 dikke liaanen. Als ik er 4 heb gevonden, ga ik terug naar het bad, en bind ze aan de zijkanten, zodat het in evenwicht blijft als ik ga vliegen, en als er water in zit. Aan de uiteinden van de 4 liaanen, maak ik ze aan elkaar vast, en hou de knoop vast. Ik zet af, en vlieg de lucht in. Mijn vleugels doen precies wat ik wil, dus laat ik ze harder vladderen. Ook al is het bad van bladeren zo licht. Als ik bij een schoon en helderblauw riviertje aankom, laat ik het 'bad' in het riviertje zakken. Het water druipt er langzaam in. Het 'bad' is nu tien keer zwaarder gewoorden dan het was, maar mijn vleugels doen nogsteeds precies wat ik wil. Ik vlieg langzaam terug, zodat het water er niet uitgaat. Als ik er uiteindelijk ben, zet ik het bad neer, en maak de liaanen los. Als ik uiteindelijk klaar ben, ga ik opzoek naar bloemen met lekkere geurtjes om zeep te maken. Als ik even later terugkom, zie ik een gedaante tegen de boom aanleunen. Ik schrik en laat alle bloemen vallen. "Ik heb je lang gezocht, Nadia..."

vleugelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu